editie 38 / september 2012

Rechtspraak

Soms zijn er gerechtelijke uitspraken die van directe betekenis zijn voor aangeslotenen bij Lira.

Rechtspraak

Cassatie Stichting Norma/Staat der Nederlanden inzake thuiskopiegelden

De Staat der Nederlanden, in een recente uitspraak van het gerechtshof verliezer van een door Stichting Norma aangespannen rechtszaak in hoger beroep over thuiskopiegelden, heeft cassatie tegen het arrest van het gerechtshof Den Haag aangetekend. Staatssecretaris mr. F. Teeven van Veiligheid en Justitie heeft dat kort voordat de Tweede Kamer in de zomer van 2012 met reces ging, in een brief aangekondigd.

Bij de rechtbank en het gerechtshof eiste Norma in een procedure tegen de Staat der Nederlanden de onrechtmatigverklaring van AMvB's die minister van Justitie Hirsch Ballin vanaf 2007 had uitgevaardigd en als gevolg waarvan Stichting de Thuiskopie feitelijk ten dode was opgeschreven. Incasso was alleen nog mogelijk op lege cd's en dvd's en alle moderne dragers van kopieën, veelal van digitale aard, waren uitgesloten. Thuiskopie had derhalve geen toekomst meer. Ook aan het miljoen euro dat Lira in de regel jaarlijks aan thuiskopiegelden kreeg, vooral voor scenarioschrijvers, zou op den duur onverbiddelijk een einde komen.

In het arrest van 27 maart 2012 verwees het gerechtshof bijna voortdurend naar wat het Hof van Justitie EU in het zogenoemde Opus-arrest als Europese bodem onder de thuiskopieregeling heeft gelegd. Dat Opus-arrest is tot stand gekomen in een procedure die Stichting de Thuiskopie had aangespannen tegen een Duitse exporteur van onbespeelde dragers. Cedar-medewerkers in en rond Thuiskopie hadden aan die procedure hun toegewijde aandacht gegeven en er hard aan gewerkt. Van dat Opus-arrest loopt er praktisch een rechte lijn naar het door prof. Dirk Visser 'spectaculair' genoemde arrest van het Haagse gerechtshof van 27 maart 2012.

Het gerechtshof kwam in het hoger beroep tot de uitspraak dat uitvoerend kunstenaars recht hebben op een billijke vergoeding voor die apparaten waarmee voor een meer dan verwaarloosbaar gedeelte in het kader van het privé-kopiëren 'thuiskopieën' worden gemaakt. Zolang de Staat de regelgeving niet verandert, zal de Staat de schade die de kunstenaars daardoor lijden, ook de actuele schade, moeten blijven vergoeden.

Te verwachten valt dat het bovenstaande niet alleen voor uitvoerende kunstenaars zal gelden, ook voor makers in de zin van de Auteurswet.

Cassatie Norma/NLKabel inzake kabelrechten van naburig rechthebbenden

Norma heeft cassatie aangetekend tegen het arrest van het gerechtshof Den Haag dat op 10 april 2012 bekend werd. Het ging om een procedure van Stichting Norma tegen de Nederlandse kabelexploitanten. Norma verloor van de Nederlandse kabelaars, verenigd in NLKabel.  

Norma eiste, heel kort door de bocht, dat de Nederlandse kabelexploitanten alsnog met terugwerkende kracht de verplichting opgelegd zouden krijgen ook aan de aangeslotenen van Norma kabelgelden te betalen. Tot nu toe zijn die kabelgelden uitsluitend betaald aan makers in de zin van de Auteurswet, niet aan naburigrechthebbende musici en acteurs in de zin van de Wet op de naburige rechten.

In haar afwijzing van het geëiste speelt bij het Hof Den Haag het begrip heruitzenden een belangrijke en nogal desastreuze rol, alsook de onvoldoende bepaalbaarheid van wat precies door naburigrechthebbenden aan Norma werd overgedragen. Zo deed het enkele ontbreken van het woordje 'vastgelegde' in 'vastgelegde prestaties' Norma de das om.

Een aantal deskundigen die zich over het arrest hebben gebogen, achten echter goede gronden voor een cassatieprocedure aanwezig. Als dat pad wordt bewandeld, zijn we al gauw weer anderhalf jaar verder, maar er zijn vragen aan de orde die voor elke cbo van belang zijn, ook al hebben cbo's zich in verschillende gradaties tegen tekortkomingen in de bepaalbaarheid beschermd. 
 

Verlengingenprocedure

Vrijdag 7 september 2012 wordt volgens aankondiging in de door de Stichting Leenrecht aangespannen cassatieprocedure tegen de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) over de verleningenkwestie bij de Hoge Raad de opinie van de Advocaat-Generaal naar buiten gebracht, waarna korte tijd later een meestal conform die opinie geformuleerd arrest zal worden uitgesproken. Daarmee wordt een antwoord gezocht op de vraag: is een verlenging van een uitlening een nieuwe uitlening waarvoor door de openbare bibliotheken betaald zou moeten worden? In de Auteurswet is niet een-twee-drie het passende antwoord te vinden. Omdat een verlenging nieuwe uitleen in de weg staat en de auteur en uitgever daardoor een nieuwe leenvergoeding zouden kunnen mislopen, lijkt de argumentatie van de Stichting Leenrecht ten gunste van de stelling 'de verlenging is een nieuwe uitleen waarvoor een vergoeding verschuldigd is' sterk.

Intussen bestaat er ten aanzien van verlengingen nu al enkele jaren een onzekere situatie. Dat maakt het er voor bibliotheken die soms uit voorzichtigheid geld opzij leggen, niet gemakkelijker op.

KH