editie 42 / december 2013

De Longread

Ineens zie en hoor je het woord overal: de longread, oftewel het lange, journalistieke verhaal. The New York Times en The Guardian begonnen ermee, inmiddels zijn er ook Nederlandse longreads te lezen in NRC Handelsblad en bij Uitgeverij Fosfor.

De Longread

Is de longread een noviteit? Niet echt voor wie zich de achtergrondreportages herinnert die wijlen Gerard van Westerloo in de jaren zeventig van de vorige eeuw schreef voor Vrij Nederland. ‘De flat’ bijvoorbeeld, een reportage over een flat in Tilburg-Noord, telde 25 pagina’s. Trek de foto’s er vanaf en je houdt ruim 19.000 woorden tekst over, een eerbiedwaardige lengte. 

Maar begin jaren tachtig kwam de klad er in, de verhalen werden overal korter, dat verlangde de lezer, zeiden de bladenmakers en marketeers. In 1995 waagde Van Westerloo nog een nieuwe poging met VN-document, een losse bijlage bij Vrij Nederland, die geheel gewijd was aan het lange verhaal. ‘Ik denk dat een losse verkoop van vijftien- tot twintigduizend nodig is, wil het blad zichzelf kunnen bedruipen. Als het lukt, willen we tien keer per jaar verschijnen’, zei hij indertijd. Al snel viel het doek. 

En toen moest de digitaliseringsslag nog beginnen. Nog korter en sneller moest alles, de spanningsboog van de lezer moest niet onnodig op de proef worden gesteld. En toen Google News vervolgens de sites van kranten volautomatisch begon te scannen om de kop en de eerste regels over te nemen op haar eigen site, leek er een nieuwe norm voor de lengte te ontstaan: vijftig woorden. Twitter vond zelfs dat nog te lang en wist de lat nog lager te leggen: 140 tekens, dat zijn zo’n 20 tot 25 woorden. 

 

Ommekeer

En uitgerekend een hashtag op Twitter zorgde voor een ommekeer. Twitteraar Mark Armstrong, een consultant die dagelijks van Brooklyn naar Manhattan forensde, zocht naar een manier om de tijd te doden dat hij in de metro zat en geen wifi-verbinding had. In 2009 vroeg hij zijn volgers naar tips voor lange verhalen, die ergens in de krochten van het internet rond moesten zwerven. Hij maakte de hashtag #longreads aan en de verhalen begonnen binnen te stromen. Een oud fenomeen had een nieuw jasje gekregen. 

De twitteraccount van Armstrong groeide uit tot een website en een app, maar het idee bleef hetzelfde: het internet afzoeken naar mooie verhalen met een lengte van 1.500 tot 30.000 woorden en een strenge selectie presenteren aan de abonnees. Voor 30 dollar per jaar krijg je toegang tot die verhalen, een deel van de opbrengst gaat naar de auteurs en naar de uitgevers die het oorspronkelijke stuk publiceerden. De site vermeldt niet alleen de lengte in woorden, maar geheel in lijn met de forens-achtergrond van de oprichter, ook de tijd die het een gemiddelde lezer kost om het stuk te lezen. U moet met de trein van Apeldoorn naar Amsterdam? Dan heeft u precies tijd voor een stuk van 8.250 woorden.

 

Snowfall

De term longread sloeg aan, steeds meer kranten begonnen het web af te speuren naar lange artikelen en daarnaar te verwijzen. In 2012 gaf The New York Times met de productie Snowfall een nieuwe dimensie aan het begrip. De reportage over een lawine waarbij drie skiërs omkwamen, werd verrijkt met foto’s, films, kaarten, geluidsfragmenten en korte biografietjes van de belangrijkste personages. Het leverde een jaar later een Pulitzer Prijs op. Dat kon The Guardian niet op zich laten zitten en de Engelse krant sloeg afgelopen mei terug met Firestorm, een reportage over een bosbrand in Australië. En in Nederland keek NRC Handelsblad in juni terug op het EK van 1988 met het verhaal De dag dat Berry van Aerle Europees kampioen werd

Inmiddels is NRC Handelsblad toe aan haar derde eigen productie en langzaam begint het besef door te dringen dat het wel mooi en aardig is om alles voor niets weg te geven, maar dat longreads veel geld kosten. En dus schreef de krant op 16 oktober: ‘Goede journalistiek kost geld, en we zijn ervan overtuigd dat onze lezers dat ook beseffen. Om dat te bewijzen vragen we lezers dit keer om - vrijwillig - een zelfgekozen bedrag te betalen om dit verhaal te lezen.’ De titel van dit verhaal was overigens ‘De kunst van het stelen’, wat niet sloeg op de manier waarop het auteursrecht dezer dagen wordt behandeld, maar op het onderwerp van het verhaal, de diefstal van de schilderijen uit de Kunsthal.

Dat gratis longreads geen haalbare kaart zijn, dat was de oprichters van Uitgeverij Fosfor vanaf het begin duidelijk. Vorig jaar startten zij met het digitaal heruitgeven van journalistieke boeken: voor gemiddeld € 4,99 kun je boeken die op papier niet meer leverbaar zijn bij hen als e-book kopen – de helft van de opbrengst is voor de uitgever, de andere helft voor de auteur. Dit jaar september begonnen ze met longreads, elke maand een verhaal van 10 tot 15.000 woorden voor € 2,99. Ondergetekende mocht het spits afbijten met een verhaal over de bouw van een auto in Afrika, daarna volgden Joris van Casteren met de man die naar Mars wil en de jonge schrijfster Elfie Tromp, die de hondengekte van haar familie onder de loep nam.

 

Gratis app

Uitgeverij Fosfor koos niet voor online publicatie van de longread, zoals de meeste kranten doen, maar voor een app die je moet downloaden. Die gratis app maakt het mogelijk om net als op een site extra informatie aan het verhaal toe te voegen, zoals filmpjes, plattegronden, een tijdlijn en biografietjes. Het elegante aan deze app is dat de lezer al deze extra informatie ook kan uitschakelen, zodat je alleen een heel bescheiden pijtje in de kantlijn ziet staan op punten waar je extra informatie zou kunnen opvragen. Het doet een beetje denken aan het dunne potloodstreepje dat je in de kantlijn zet om een mooie passage terug te kunnen vinden. 

Het is fantastisch om een longread te schrijven, maar of ze ook commercieel een succes worden zal moeten blijken. Over de opbrengst van de bedelactie van NRC Handelsblad is nog niets bekend, de app van Uitgeverij Fosfor is inmiddels 1.500 keer gedownload. Dat is een stuk minder dan de 15.000 lezers die Gerard van Westerloo nodig dacht te hebben, maar tegenwoordig hebben we geen papier en distributie meer nodig. 

Wordt vervolgd.

TvdB