editie 42 / december 2013

– VOB-leenrecht

De Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) is een proefprocedure tegen de Stichting Leenrecht begonnen. De Stichting Lira en het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) zijn daaropvolgend 'tussengekomen' zoals dat heet. Dat wil zeggen dat ze volop in de procedure meedoen. De bedoeling van de advocaat van de VOB is duidelijk: hij wil op zo kort mogelijke termijn via zogenoemde prejudiciële vragen ten gunste van de bibliotheken de toestemming op Europees niveau afdwingen om ebooks onder de werking van de leenrechtexceptie uit te mogen lenen. Bibliotheken zouden het liefst zien dat ze ebooks als gewone boeken zouden mogen uitlenen. Gewone boeken vallen onder het leenrecht. Afrekening van het verschuldigde leengeld vindt plaats via de Stichting Leenrecht. Dat is het doel waarnaar de bibliotheken streven.

De procedure zou zich gaan beperken tot het repertoire dat in de traditionele bibliotheek het meest wordt uitgeleend. Boeken dus, maar dan in digitale vorm.

De Stichting Leenrecht stelt zich passief maar tot medewerking bereid op. Het bestuur van deze eigenrechtorganisatie is bereid om als partijen, dus auteurs, uitgevers en bibliotheken over de digitale uitleen overeenstemming zouden bereiken, de incasso en primaire repartitie op zich te nemen, zoals dat ook nu al vele jaren bij de uitleen van 'gewone geschriften' gebeurt. 

Uitgevers lijken problemen te hebben met een onbeperkte bevoegdheid van bibliotheken om tot uitleen van gedigitaliseerde geschriften over te gaan, bevreesd als zij zijn dat deze ontwikkeling de verkoopmarkt ernstig zal verstoren.

Onder auteurs zal een belangrijke rol in de pro- of contra-houding gespeeld worden door de aard van het uitleensysteem, de daaraan verbonden opbrengsten en de hevigheid waarmee de prijs van het traditionele boek en daaruit voortvloeiende royalty's door de nieuwe uitleenvormen zouden kunnen worden bedreigd.

KH