editie 39 / januari 2013

Ontwikkelingen in België – leenrecht, modelcontract

In België is op 27 december het langverwachte nieuwe Koninklijk Besluit inzake het leenrecht gepubliceerd. Eindelijk is er regelgeving waardoor auteurs in België vanaf 2013 een billijke leenrechtvergoeding zullen ontvangen. Ook maken in België modelcontracten een voorzichtige opmars.

Ontwikkelingen in België – leenrecht, modelcontract

Vlaamse Auteursvereniging (VAV)

Een belangrijke impuls voor beide ontwikkelingen is mede uitgegaan van de in 2006 opgerichte Vlaamse Auteursvereniging, waarmee Lira goede banden onderhoudt. De VAV behartigt de individuele en gemeenschappelijke belangen van meer dan 600 literaire auteurs en vertalers, illustratoren, scenaristen en stripauteurs. Ze doet dit door ‘in nauw contact met haar leden een visie te ontwikkelen op de literaire sector in Vlaanderen’, eisen te formuleren en daar met andere betrokken partijen over te onderhandelen.

De individuele belangen van de auteurs behartigt de VAV bijvoorbeeld door om de zes weken afwisselend in Antwerpen en Gent ‘infoloketten’ te organiseren waar leden met individuele vragen terecht kunnen. Een jurist geeft hun kosteloos juridisch en fiscaal advies.

 

Koninklijke Besluiten

In België wordt de praktijk van het leenrecht geregeld in Koninklijke Besluiten. In het Koninklijk Besluit van 25 april 2004 werd de totale vergoeding vastgesteld op een forfaitaire vergoeding van 1 euro per jaar per ingeschreven volwassene en 0,5 euro per ingeschreven minderjarige. Tegen deze vaststelling, en in het bijzonder tegen de uitzondering die werd gemaakt voor wetenschappelijke bibliotheken, die – net als in Nederland – niet leenrechtplichtig zouden zijn, ging de Vereniging van Educatieve en Wetenschappelijk Auteurs (V.E.W.A.) nog in datzelfde jaar 2004 bij de Raad van State in beroep. 

De Raad van State wendde zich tot het Europees Hof van Justitie met een zogenoemde prejudiciële vraag over de berekeningsbasis van de leenvergoeding als opgenomen in het KB van 2004. 

Het Europees Hof van Justitie oordeelde dat de berekeningsbasis van het KB van 25 april 2004 niet rechtsgeldig was. Berekeningen die uitsluitend stoelden op het criterium van het aantal ingeschrevenen, werden niet als rechtsgeldig beschouwd. Op zijn minst zou bij de berekeningen ook de grootte van de collectie in aanmerking moeten worden genomen, dus de hoeveelheid boeken die voor uitlening in een bibliotheek aanwezig is.

Leenrecht België

Inmiddels hebben al bijna 20 jaar auteurs in praktisch heel Europa het wettelijke recht een billijke vergoeding te ontvangen voor de uitlening van hun boeken in bibliotheken. In bijna alle Europese landen was hiervoor een acceptabele regeling uitgewerkt, behalve tot dusver in België.

 

Nu ligt er dan eindelijk een nieuw Koninklijk Besluit waarin ook de grootte van de collectie en het aantal uitleningen als berekeningsbasis voor de vergoedingen gebruikt worden. Daarbij heeft de VAV enkele belangrijke kanttekeningen geplaatst.
 

Kanttekeningen VAV

De leenvergoeding zal van 2012 tot 2017 dan wel gaandeweg worden opgetrokken, maar in vergelijking met de buurlanden toch laag blijven. Om de toets met de buurlanden te kunnen doorstaan zou voor de circa 66 miljoen uitleningen die jaarlijks in België worden genoteerd een totale vergoeding van zo’n 5 miljoen euro moeten worden uitgetrokken. Dit komt neer op minder dan 4 euro per jaar per bibliotheekgebruiker.

Op aandringen van de VAV is inmiddels wel voorzien in een compensatie voor de gemiste billijke vergoeding uit het verleden.

De VAV wilde een automatische indexering van de vastgestelde tarieven, maar volgens het nieuwe KB zullen deze vanaf 2018 gefixeerd blijven.

De VAV dringt nog aan op wetgeving die de rechtenmaatschappijen oplegt de geïnde vergoeding binnen een acceptabele termijn aan de uiteindelijke rechthebbenden (de auteurs) uit te betalen, want volgens de huidige regelgeving kunnen daar jaren overheen gaan.

De VAV had gewild dat het Koninklijk Besluit een duidelijke bestemming zou vermelden voor de geïnde leenvergoeding waarvoor uiteindelijk geen rechthebbenden worden gevonden. Deze bestemming zou in de lijn moeten liggen van de doelstellingen van de leenvergoeding.

Anders dan het Koninklijk Besluit bepaalt vond de VAV net als de Stichting Leenrecht in Nederland dat verlengingen van uitleningen bij een bibliotheek als nieuwe uitlening moeten worden beschouwd. Verder verschaft het nieuwe KB nog altijd geen duidelijkheid of ook buitenlandse auteurs en vertalers wier boeken in België worden uitgeleend, voortaan leengeld zullen ontvangen. Voor Nederlandse schrijvers en vertalers is deze vraag bij uitstek van belang, gelet op de grote schaal waarop hun werk in België wordt uitgeleend. 

 

Modelcontract boekuitgaven

Het modelcontract voor boekuitgaven is inmiddels twee jaar in gebruik. Een aantal uitgevers past het al onverkort toe, andere springen er creatief mee om, waarbij dan overigens (net als bij de modelcontracten in Nederland) de vermelding VAV-modelcontract niet gebruikt mag worden. Ook zijn er uitgevers die een eigen contract blijven hanteren, met ongunstige bepalingen, lacunes en – helaas al te vaak – onaanvaardbare auteurspercentages. Het modelcontract dat de VAV is overeengekomen met de Vlaamse uitgevers (verenigd in de VUV) is evenwichtig en gunstig, maar niet afdwingbaar: de auteur blijft dus verantwoordelijk voor de toepassing ervan. Vooralsnog worden de leden opgeroepen hun contracten voor ze deze ondertekenen aan de VAV-jurist voor te leggen en zich niet tot overhaaste ondertekening te laten dwingen: ogenschijnlijke details kunnen immers verstrekkende gevolgen hebben.

RV