editie 37 / mei 2012

Freelancers gearchiveerd

Het is diefstal of onrechtmatig landjepik. Het is onfatsoenlijk en het deugt niet. En desondanks gaan sommige overheidsdienaren zoals de wethouder van Cultuur van de Gemeente Leiden er vierkant achter staan. Inbreuk plegen op het auteursrecht als geformuleerd in de Auteurswet is een populaire sport geworden die ten koste van veel journalisten en auteurs door menigeen met enthousiasme wordt beoefend.

Freelancers gearchiveerd

Deze inbreuken vinden aan de lopende band plaats door het zonder voorafgaande toestemming van freelancers digitaal verveelvoudigen van teksten en foto's en het vervolgens gratis online ter beschikking stellen van de geestelijke eigendom van degenen die die teksten en foto's gemaakt hebben. Bezit van anderen dus. En dat hoort niet.

Uitnodigingen om in redelijkheid tot een regeling van de digitalisering van archieven en online-terbeschikkingstelling te komen zijn tot nu toe met opvallend dédain afgewezen. Onwetendheid en arrogantie lijken de boventoon te voeren, en tussen beide moet welhaast een direct oorzakelijk verband bestaan. 

 

Steun

Van het Nederlandse parlement heeft Lira niet veel steun te verwachten, al zullen ook daar fatsoenlijke volksvertegenwoordigers deel van uit maken die weten dat het auteursrecht één van de internationaal erkende mensenrechten is en dat daarmee zorgvuldig moet worden omgesprongen. Zij zullen uit electorale overwegingen hun stem niet al te hard durven verheffen tegen wat momenteel als erg populair gedachtegoed aangemerkt moet worden. 

Europese wetgeving in de vorm van Europese richtlijnen is daarentegen een bron van kracht in deze moeilijke tijden. Nog op 27 maart 2012 trok het gerechtshof Den Haag in een opzienbarend arrest stevig van leer tegen de Nederlandse staat. De staat werd aansprakelijk gesteld voor de schade, op het terrein van de thuiskopieheffing aan rechthebbenden toegebracht en de staat werd evenzeer aansprakelijk gehouden voor de nog op te lopen schade als gevolg van de voortzetting van het huidige beleid. Elke dag langer gaat geld kosten.

Lira is inmiddels bezig namens zichzelf en een groep van individuele journalisten die zij vertegenwoordigt, het Regionaal Archief Leiden te dagvaarden. En Lira zal als het nodig is, met zulk soort acties doorgaan totdat in Nederland de rechtsstaat weer een beetje zal zijn hersteld. De bijval die we krijgen van freelancers, is hartverwarmend. Steun van andere makers en sympathisanten blijft welkom.

Voordelen van digitaal

Het digitale tijdperk brengt grote voordelen voor iedereen met zich mee, zoals gemak en snelle bereikbaarheid. Lira is zich terdege van die voordelen bewust en wil de digitalisering bevorderen waar ze kan. Maar ook in het digitale tijdperk kan informatie niet gratis zijn, omdat de productie van informatie geld kost. Er kunnen goede redenen zijn om de consument in dit alles te ontzien, maar dan zal er iemand anders voor de kosten op moeten draaien, zoals de overheid in subsidiesituaties of het bedrijfsleven via advertenties. Maar eerst verantwoordelijke blijft natuurlijk de exploitant van de voorziening in kwestie, zoals de betreffende bibliotheek of het te raadplegen archief.

Met andere woorden: als de toegang tot informatie niet aan de voorkant van het scherm financieel wordt geregeld door een betaalmodule voor consumenten, zal de exploitant van de voorziening achter het scherm een andere financiële regeling dienen te treffen met rechthebbenden. Die laatste optie zal in veel gevallen de voorkeur genieten, omdat de gebruiker er op die manier zo min mogelijk last van heeft.

Dat er iets geregeld moet worden, is trouwens geen ramp. Het is de meest efficiënte manier om het licentieprobleem op te lossen en dan ook nog eens tegen betrekkelijk weinig geld . Want waarom zou je als digitaliserende instelling jarenlang tegen hoge kosten op zoek moeten gaan naar rechthebbenden om ze allemaal om hun toestemming te vragen als het ook anders en veel efficiënter kan, en op een manier die tegelijk voor de digitaliseerder zoveel mogelijk risico’s afdekt?

 

Beloning en zeggenschap

Lira komt op voor freelancers die vaak moeten leven van wat hun publicaties opbrengen. Lira handelt daarbij conform de Nederlandse en Europese wetgeving. Het zou toch vreemd zijn als iedereen die bij het digitaliseringsproces betrokken is, voor zijn technische of andere bijdrage zijn geld ontvangt behalve de schrijvers en freelancers. 

Twee zaken zijn voor de freelancer belangrijk: de zeggenschap over zijn werk en zijn aanspraken op een passende beloning.  Die twee zaken zijn in de overeenkomst die Lira in samenwerking vaak met Pictoright (fotografen) aan digitaliserende instellingen aanbiedt, nader vorm gegeven: een opt-out-mogelijkheid en een collectieve vergoeding. In iets andere woorden: de freelancer wil in een enkel geval niet dat zijn werk wordt gepubliceerd en dat gebeurt dan ook niet, en voor alle toestemming gevende freelancers samen komt er een vergoedingsregeling.

Ook in het digitale tijdperk moeten freelancers immers ergens van bestaan. Creatieve producenten van welke aard ook hebben unieke beschermde producten nodig om hun arbeid en hun geld in te stoppen waarmee ze de markt op kunnen. Die unieke bescherming wordt door het auteursrecht gegeven. Het auteursrecht en andere intellectuele eigendomsrechten vormen de basis van de economische waarde van het creatieve product. Het zou zonde zijn die economische waarde door onze vingers te laten glippen. Daar wordt de samenleving niet rijker van. Integendeel.

 

Rol van overheid en wetenschap

Het wordt tijd dat de overheid wanneer zij digitaliseringsprojecten subsidieert, bij het verstrekken van budgetten rekening houdt met de auteursrechtelijke vergoedingen. Gelukkig lijkt er op dit punt sprake te zijn van een mentaliteitsverandering bij in elk geval één grote  subsidieverstrekker. 

Tegenstand komt er soms ook van wetenschappelijk auteurs, vaak ook bestuurlijk betrokken bij digitaliseringsprojecten en misschien wel gebukt gaand onder het gevoel in de eigen praktijk niet helemaal vrijuit te zijn gegaan. Hun situatie is fundamenteel anders. Voor hen zijn teksten eerder even zovele stappen in hun gesalarieerde carrière dan dat zij persoonlijk een onmiddellijk financieel belang hebben bij publicatie en verkoop van hun werk. Die geprivilegieerde positie mag er niet toe leiden dat zij hun eigen economisch bestaan tot uitgangspunt maken voor de manier waarop anderen al schrijvend worstelen om het hoofd boven water te houden. Er mag van hen juist enig begrip gevraagd worden voor situaties waarin dat geldelijk belang wel degelijk een rol speelt.

 

Vanwege de wet en vanwege de economie

In de publiciteit is het vooral Lira’s rol in de digitalisering die de laatste tijd de aandacht trekt. Toch is het essentieel dat we ons daarmee bezig houden. Vanwege de wet en vanwege de economie.

Het maakt misschien niet zoveel indruk meer als er als argumentatie verwezen wordt naar wettelijke regels, maar het is wel de basis voor Lira’s optreden: wij willen organisaties die legaal willen handelen, aan een efficiënte collectieve regeling helpen. 

Minstens even belangrijk: waarom zouden we in het digitale tijdperk ophouden met het handhaven van de economische waarde van teksten, als er nog zoveel auteurs en journalisten en andere makers van moeten leven en als bij uitstek het auteursrecht in staat is producten van de geest ook in een economische omgeving te doen floreren?

 

Commissie Digiti©e

Lira, met inmiddels 11.500 aangesloten auteurs en journalisten, is een groot voorstander van de voordelen die de digitalisering met zich meebrengt. Het heeft dan ook al vroeg  besloten mee te doen in een centraal overleg met een commissie van de bibliotheekkoepel FOBID, de Commissie Digiti©e, om het eens te worden met tal van organisaties die willen digitaliseren, over een regeling die grote voordelen biedt boven het stuk voor stuk benaderen van individuele en vaak heel moeilijk te vinden rechthebbenden teneinde hun toestemming te krijgen. In de Commissie Digiti©e die nog steeds geregeld bij elkaar komt onder voorzitterschap van de directeur van de universiteitsbibliotheek Amsterdam, drs. A.J.A.H. Verhagen, zijn centraal afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder gedigitaliseerd kan worden. Want dat er bij bestaande wetgeving en internationale jurisprudentie iets geregeld moest worden, daar waren alle partijen het royaal over eens. Deze centrale afspraken, vaak meer richtlijnen dan dwingende voorschriften om ruimte te bieden aan specifieke omstandigheden, zijn voor organisaties die willen digitaliseren, terug te vinden op www.meldpuntdigitalisering.nl. Daar staan ook de nog onlangs verder genuanceerde tarieven.

Als eerste resultaat van die centrale afspraken is er in 2010 een contract tot stand gekomen tussen enerzijds Lira en Pictoright als vertegenwoordigers van freelancers en fotografen en anderzijds de Koninklijke Bibliotheek als digitaliserende instantie. Dat contract ging over het grote krantenproject van de KB waarbij heel veel dagbladen zijn gedigitaliseerd die tot en met het jaar 1995 zijn gepubliceerd (Databank Digitale Dagbladen).

Later zijn andere contracten gevolgd, even zo vele producten van redelijk en verstandig overleg. 

 

Van analoog naar digitaal 

De overgangsperiode van analoog naar digitaal zal, als geoordeeld moet worden naar thans opgedane ervaringen, voor rechthebbenden moeilijk worden. Hoge verwachtingen aan hun kant over wat Lira daarin zou kunnen betekenen, kunnen gemakkelijk worden teleurgesteld. 

Geholpen worden organisaties als Lira zeker niet door acties van de overheid tegen de Stichting Thuiskopie, terwijl dát systeem nou juist precies past in een digitaal wordende wereld: algemene heffingen die door collectieve beheerders volgens redelijke criteria worden geïncasseerd en transparant onder individuele rechthebbenden worden verdeeld. Terwijl in de rest van Europa het collectief beheer op terreinen waar collectief optreden wenselijk wordt geacht, steeds meer naar waarde wordt geschat en de rol van dergelijke organisaties in de beleidsvorming als vanzelfsprekend wordt meegenomen, muntte sinds 2007 de Nederlandse overheid zo ongeveer als enige in Europa uit in het naar het leven staan van een stichting die al jaren qua taak en uitvoering het goede toekomstgerichte voorbeeld gaf. 

Stichting Thuiskopie bestaat gelukkig nog, en is onlangs door Europese regelgeving aan een verlengd bestaan geholpen, maar dat is nog altijd iets anders dan dat een nationale overheid uit overtuiging het auteursrecht en daarmee het collectief beheer omarmt.

Dát gaat nog even duren.

KH