editie 49 / februari 2017

Taalunie Toneelschrijfprijs 2016

‘Als je in het buitenland bent, hoef je er niet voor terug te komen, hoor,’ was de laureaat van de Taalunie Toneelschrijfprijs 2016 gezegd, toen ze in haar Spaanse dorp het telefoontje kreeg dat ze genomineerd was. Een dankwoord heeft Magne van den Berg dus niet voorbereid. Immers, als ze er niet voor terug hoefde te komen, was duidelijk dat een van de andere genomineerden de prijs zou krijgen.

Taalunie Toneelschrijfprijs 2016

Maar teruggekomen is ze. Al was het maar om het programma voorafgaand aan de prijsuitreiking bij te kunnen wonen. En omdat de Taalunie Toneelschrijfprijs nu eenmaal een prestigieuze prijs is, de enige prijs voor theaterauteurs die ieder jaar wordt uitgereikt. Een prijs waar een bedrag van € 10.000,- mee gemoeid is, bedoeld om de winnaar in staat te stellen in alle vrijheid een nieuw stuk te schrijven. Voor zo’n prijs genomineerd zijn is eervol genoeg om terug te komen.

 

Drie stukken

In het voorprogramma ’s middags spreekt Lucas de Man met de schrijvers van de drie stukken die dit jaar zijn uitverkoren. Met Rik van den Bos, over zijn stuk Een coming of age voor bejaarden, waarin een oude man en zijn demente vrouw afscheid van elkaar en van het leven nemen, terwijl een jong paar – zijn zij het oude paar op jonge leeftijd? – de nog wankele stappen zet naar een leven samen. Het stuk werd ontwikkeld voor Berg en Bos, waarin Rik van den Bos en Maurits van den Berg samenwerken aan incidentele projecten. Het is geworteld in hun beider levens: in korte tijd verloren zij allebei een van hun ouders.

Barbara Claes is genomineerd voor haar stuk Akaaremoertoe Bahikoeroe (‘in het bos van Bahikoeroe’) geschreven voor de groep Lucinda Ra waarvan zij deel uitmaakt. Een gelegenheidscollectief dat met zijn werk probeert buiten het reguliere theatercircuit te treden en midden in de samenleving theater te maken. Zo was de voorstelling Akaaremoertoe Bahikoeroe een locatieproject in en – zo was de bedoeling – mét het dorp Zwankendamme, in de vorm van een wandeling waarin een gezinsdrama de rode draad vormt.

Ik speel geen Medea schreef Magne van den Berg voor José Kuipers, Ria Marks en Raymonde de Kuyper. Een komedie, was het plan, rond drie actrices in een kleedkamer voorafgaand aan een voorstelling. Het schrijven wilde niet lukken. In diepe nood, op het punt de producent op te bellen en de opdracht terug te geven, gaf Magne van den Berg het nog één kans. Ze besloot zich voorlopig te beperken tot een monoloog voor een van de personages. Het werd –  hoe kan het anders? – een actrice in crisis, die besluit vanavond het theater te verlaten. In rondcirkelende zinnen onderzoekt ze hoe het komt dat ze ineens niet verder wil of kan met haar vak, waar ze zich tot dusver met hart en ziel aan heeft gewijd. Net als Medea doodt ze wat haar het liefste is. De monoloog werd het eerste deel van het stuk, gevolgd door een tweede deel waarin het koor, uitgevoerd door twee stemmen, reflecteert op wat er gebeurd is. Een komedie was het niet, maar een stuk niettemin, weggesleept voor de poorten van de schrijvershel.

 

Crisis en kans

‘Dat crisis dus een kans is,’ drukt Magne ’s avonds het publiek op het hart in haar onvoorbereide dankwoord, nadat ze uit handen van de Vlaamse minister van Cultuur de prijs ontvangen heeft. Of alle crises en kansen zo goed benut kunnen worden blijft de vraag, maar het biedt hoop voor de schrijver in nood – en welke schrijver is dat niet, zo nu en dan?

De jury noemt Ik speel geen Medea ‘een rijke en veelzijdige tekst die ook bij herlezing blijft overdonderen, een tekst die telkens nieuwe vragen oproept.’ 

De Taalunie Toneelschrijfprijs wordt ondersteund door het Lirafonds, Sabam en deAuteurs.

SK