editie 25 / april 2008

Literaire Vertaaldagen 2007

Op 14 en 15 december 2007 vonden te Utrecht de 9e Literaire Vertaaldagen plaats. De traditionele symposiumdag op vrijdag was ditmaal gewijd aan het thema ‘Vreemde in eigen taal’ - hoe is het om als vertaler voor een uitgever te werken die weliswaar in je eigen taal publiceert, maar die in een ander land gevestigd is. Op de zaterdag stonden als vanouds de vertaalworkshops op het programma, met als ‘bijzondere’ workshops dit jaar Nederlands-Russisch en Russisch-Nederlands

Maakt het verschil?

Maakt het verschil of je als Vlaamse vertaler voor een Nederlandse uitgever, als Waalse vertaler voor een Franse uitgever of als Britse vertaler voor een Amerikaanse uitgever werkt? En in welke opzichten onderscheidt zich de positie van zo’n ‘vreemde in eigen taal’? Worden deze vertalers achtergesteld bij collega’s die in het land van de uitgever wonen? En in hoeverre is het voor hen moeilijker om aan werk te komen of moeten ze hun taalgebruik aanpassen aan de bij de uitgever geldende normen? 

Omdat de Literaire Vertaaldagen bedoeld zijn voor ‘hen die werkzaam zijn als literair vertaler of van het literair vertalen hun beroep willen maken’, lag het voor de hand dat de ruim 200 deelnemers in bioscoop City/Movies werden toegesproken door ‘ervaringsdeskundigen’ op dit terrein.

Diego Puls sprak over zijn werk als Argentijns vertaler voor Spaanse uitgeverijen en stelde dat een ‘neutrale’ vertaling een illusie is: er zijn 19 landen waar Spaans wordt gesproken en ook binnen Spanje zelf is de verscheidenheid groot, dus een vertaler moet hoe dan ook kiezen. Wel is er in de Spaanstalige wereld een grote acceptatie en tolerantie ten aanzien van varianten, misschien wel door de relatief geringe omvang van het ‘centrum’ Spanje ten opzichte van het geheel: zo woont 1/3 van alle Spaanssprekenden ter wereld in Mexico. Mede als gevolg hiervan is er een verschuiving van de taalnorm. Uit ‘twijfel aan zijn eigen taalcompetentie’ werkte Puls wel samen met Iberische vertalers, maar die werkwijze is natuurlijk wel extra tijdrovend en dus kostbaar.

Sam Garrett ging in op zijn werk als Amerikaans vertaler voor Britse uitgeverijen en beklemtoonde evenals Diego Puls de belangrijke rol van een goede redacteur. Er is nog altijd een ‘transatlantische apartheid’, zoals hij die noemde - in de perceptie van goed en fout, van wenselijk en onwenselijk, qua spelling, grammatica en woordenschat. Daaraan heeft de komst van een internationale jeugdcultuur en entertainment_industrie weinig veranderd. Maar als vertaler en redacteur hun werk goed doen, is dit ‘geen straf, maar een verrijking’.

Frans Denissen, als Vlaams vertaler sinds jaar en dag werkzaam voor Nederlandse uitgevers, stelde nuchter vast dat de spraakmakende gemeente wordt gevormd door de Nederlandse Randstad en dat het gros van de Nederlandse uitgevers daar nu eenmaal gevestigd is. Zijn devies voor Vlaamse vertalers was: niet zeuren, maar hard werken aan je vermogen je taal ‘af te roomsen’ en te ‘verprotestanten’. Dit valt namelijk wel degelijk te léren. Hij pleitte onder meer voor mentoraten door en duovertalingen met Nederlanders (of beter nog: verloof je met een Nederlander [m/v]!) en riep Vlamingen op minderwaardigheidsgevoelens te laten varen: ook Nederlanders werken hard aan hun Nederlands. En als je dan als Vlaming eenmaal het Noord_Nederlands beheerst, is je eigen taal - Denissen sloot daarin aan bij de opvatting van Sam Garrett - vooral een verrijking, bagage in plaats van ballast.

Na de lunch ten slotte sprak Rokus Hofstede over Vlaams_Nederlandse vertaalkwesties. Als Nederlands vertaler woonachtig te Gent wees ook hij met nadruk op de schoonheid en poëzie die het Vlaams het Nederlands te bieden heeft.

Het symposiumdeel van deze eerste dag werd besloten met een rondetafeldiscussie tussen sprekers en publiek.

Vertalersprijs NLPVF

Sinds enkele jaren worden tijdens de Vertaaldagen ook vertaalprijzen uitgereikt, zoals de Vertalersprijs van het Nederlands Literair Productie_ en Vertalingenfonds, in 2004 ingesteld voor een buitenlandse vertaler die zich ‘behalve door zijn of haar vertalingen ook op andere manieren verdienstelijk maakt als baanbreker voor de Nederlandstalige literatuur’. De prijs ging dit jaar naar de Tsjechische Olga Krijtova, de ‘nestrix van de Tsjechische neerlandistiek, die een sleutelrol heeft vervuld in het toegankelijk maken van de Nederlandse literatuur in Tsjechië’. Dankzij haar werk als vertaler (sinds 1958!) wordt de Nederlandse literatuur in Tsjechië ‘gezien, gelezen en opgemerkt’ en zij mag ‘met recht Ambassadeur van de Nederlandse literatuur in Tsjechië worden genoemd’. Eerdere winnaars van de prijs, die dit jaar voor de vierde maal werd uitgereikt en waaraan een bedrag van e. 5.000,-- verbonden is, waren Franco Paris, vertaler Nederlands-Italiaans, Irina Michajlova, vertaalster Nederlands-Russisch, en Adam Bzoch, vertaler Nederlands-Slowaaks. In 1969 ontving Olga Krijtova voor haar vertalingen al de Martinus Nijhoff-prijs en in 2006 de Magnesia Litera, de Tsjechische ereprijs voor vertalingen.

Vertaalprijzen FvdL

Ook vond in Utrecht de uitreiking plaats van de Vertaalprijzen van het Fonds voor de Letteren, dit jaar toegekend aan Hilde Pach en Wilfred Oranje wegens hun ‘bijzondere verdiensten voor de kwaliteit en diversiteit van de literatuur in Nederlandse vertaling’.

Hilde Pach ‘ontsluit al meer dan twintig jaar hedendaagse Hebreeuwse literatuur voor de Nederlandse lezers ’. Amos Oz en David Grossman, twee van de grootste schrijvers van Israël, vormen de kern van haar vertaaloeuvre. 

Wilfred Oranje vertaalt uit het Duits, zowel fictie als literaire non-fictie. Zijn veelzijdige vertaaloeuvre omvat klassieke teksten van Goethe, Heine en Schiller, de verzamelde werken van Freud, romans van Joseph Roth en filosofisch werk van Wittgenstein en Nietzsche.

De jaarlijkse FvdL_vertaalprijzen, elk ten bedrage van € 5000,__, zijn bedoeld voor ‘literair vertalers die zich zowel onderscheiden door de hoge kwaliteit van hun vertaaloeuvre, als door hun inzet als ambassadeur voor een bepaald taalgebied of genre en/of het literair vertalen in het algemeen’. Eerdere winnaars waren (in 2005) Peter Verstegen (Engels) en Richard van Leeuwen & Djûke Poppinga (Arabisch), en (in 2006) Ike Cialona (Italiaans) en Harrie Lemmens (Portugees).

Verdere informatie over prijzen en prijswinnaars is te vinden op de websites van het NLPVF (www.nlpvf.nl) en het Fonds voor de Letteren (www.fondsvoordeletteren.nl).

Slotwoord

Tot besluit van de symposiumdag sprak de Zuid-Afrikaanse auteur Marlene van Niekerk, deze winter ‘writer in residence’ in Amsterdam en bekleedster van de Africa chair aan de Universiteit van Utrecht, over haar ervaringen met vertaald worden en vertalen. Na afloop kregen alle deelnemers haar verhaal Het oog van de meester uitgereikt, het kerstgeschenk van het Writer in Residence-programma, vertaald door Riet de Jong-Goossens en fraai - in beperkte oplage - uitgegeven door Querido.

De dag werd besloten met een drukbezochte borrel in de Utrechtse Winkel van Sinkel.

Workshops

Op de zaterdag werden in de universiteitsgebouwen aan de Drift tien verschillende workshops gehouden, met als ‘speciale’, eenmalige workshops ditmaal Russisch-Nederlands en Nederlands-Russisch. Wegens de grote deelname waren sommige workshops opgesplitst, zodat in totaal ca. 170 vertalers onder leiding van 15 moderatoren zich gezamenlijk aan teksten wijdden die ze van tevoren hadden voorbereid. Het geheel werd afgerond met een beknopte plenaire evaluatie en een slotborrel.

Aantrekkelijk punt van de Literaire Vertaaldagen blijft hun betaalbaarheid voor de deelnemers. De inschrijfkosten kunnen laag blijven omdat de dagen financieel mede mogelijk worden gemaakt door de Stichting LIRA, het Vertalershuis/Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds, het Fonds voor de Letteren, het Vlaams Fonds voor de Letteren en de Nederlandse Taalunie, terwijl de praktische organisatie in handen is van het Vertalershuis, met facilitaire medewerking van de Universiteit van Utrecht.

RV