editie 25 / april 2008

Een woord van de voorzitter (25)

De overheid heeft auteurs een auteurscontractenrecht toegezegd, onder meer om de groeiende onevenwichtigheden in de verhouding tussen makers en exploitanten te corrigeren. Die toezegging dateert al van enkele jaren terug. Veel voortgang schijnt er niet in te zitten. Wat er van naar buiten komt, stemt niet echt hoopvol. Wel wordt ook in de meest recente beleidsbrief over auteursrecht van de minister van Justitie (van 20 december 2007) aangekondigd dat er een wetsvoorstel aan zit te komen.

Een individuele maker, geplaatst tegenover een exploitant, wil zich vooral ook in een tijd van toenemende concentratie van mediabedrijven nog wel eens heel klein voelen. Zijn financieel-economisch lot is vaak direct verbonden met zijn contract. Belangrijk dus.

Steun kan hij verwachten uit enkele hoeken. Modelcontracten zijn het product van de inspanningen ven beroepsverenigingen zoals de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV). 

Collectieve rechtenregelingen zijn het specialisme van collectieve beheersorganisaties zoals de Stichting Lira. Desondanks zitten auteurs, exploitanten -en soms ook rechters in gerechtelijke procedures- nogal eens met hun handen in het haar, omdat er talloze gevallen zijn waarin passende beloningen of billijke vergoedingen zich niet eenvoudig van een lijstje af laten lezen. Dan worden in gerechtelijke procedures noodgedwongen externe deskundigen ingeschakeld, en soms slaan die deskundigen onderling aan het onderhandelen, wat nauwelijks tot hun taak gerekend kan worden.

Toch bieden onderhandelingen -zij het in een heel ander kader- de sleutel voor de invulling van wat passend en billijk genoemd kan worden. Geen individuele onderhandelingen tussen ongelijke partners zoals de schrijver en zijn uitgever, of de scenarioschrijver en zijn producent, maar onderhandelingen tussen representatieve vertegenwoordigers van auteurs en representatieve vertegenwoordigers van de bedrijven en andere organisaties die hun werk gebruiken. 

En wat dat betreft bestaat er in de Europese Unie op zijn minst één interessant voorbeeld, namelijk in Duitsland waar als passend en billijk wordt beschouwd wat representatieve organisaties aan beide kanten van de scheidslijn als zodanig overeenkomen. 

Dat is niet het enige wat auteurs graag zouden zien gebeuren. Ook andere belangrijke wensen ten aanzien van dat auteurscontractenrecht zijn tijdig en duidelijk door auteurs bij Justitie gedeponeerd. 

Het valt te hopen dat het nieuwe auteurscontractenrecht de weg opent naar evenwichtiger  beloningen voor creatieve arbeid. Wellicht breekt ook ooit het inzicht door dat de gewone economie in haar CAO’s misschien een bruikbaar voorbeeld levert.

KEES HOLIERHOEK, voorzitter Lira