editie 43 / mei 2014

Vertaalslag 2014

In De Balie vond op 3 maart de mede door het Lira Fonds gefinancierde Vertaalslag 2014 plaats. Een feestelijke gebeurtenis, volgens presentator Jasper Henderson elk jaar iets feestelijker, vooral omdat vertalers er zulk evident plezier aan beleven elkaar te ontmoeten en over hun vak te spreken. Het programma voorafgaand aan de jaarlijkse uitreiking van de Vertaalengel en Vertaalduivel had dit jaar als thema ‘De vertaler als auteur’.

Vertaalslag 2014

Onno Kosters

Onno Kosters, universitair docent in Utrecht, dichter en vertaler, houdt een pleidooi voor het vertalen als teamsport. Het samenwerken aan een vertaling leerde hij van Rein Bloem, die zijn studenten aanmoedigde vooral hardop te denken over wat ze nu eigenlijk bij het vertalen aan het doen zijn. Een werkwijze die Kosters niet alleen doorgeeft aan zijn eigen studenten, maar ook zelf nog altijd praktiseert. Met collega Han van der Vegt, met wie hij onder meer District and Circle van Seamus Heaney vertaalde, is de discussie een van de belangrijkste instrumenten van het vertaalvak. Daarbij gaat het nooit om het vinden van een compromis, maar om de beste oplossing. Dat is vaak niet de oplossing die het dichtst bij de brontaal blijft. Vrijheid is nodig. Als geslaagd voorbeeld daarvan noemt Kosters de vertaling die Henkes en Bindervoet maakten van Joyce’ Ulysses. In tegenstelling tot een eerdere, zeer getrouwe versie van andere vertalers, waaruit Joyce helaas verdwenen bleek, speelt deze vertaling met het on-Engelse Engels van Joyce en maakt er on-Nederlands Nederlands van. 

 

Jelle Noorman

Jelle Noorman, vertaler van onder meer Alain de Botton en op het punt van debuteren als romancier met Geen tijd voor Proust, zet de vertaler en de schrijver tegenover elkaar tegen de achtergrond van de persoonsverheerlijking van de kunstenaar die sinds de Romantiek heeft postgevat en in onze gemediatiseerde wereld een hoogtepunt bereikt. De persoon van de kunstenaar lijkt belangrijker dan wat hij voortbrengt. In zo’n wereld is voor de vertaler met zijn dienende rol weinig aandacht. Met Proust vindt Noorman dat het werk op de voorgrond zou horen te staan en niet de persoon van de kunstenaar. Proust schreef: “We zijn in het geheel niet vrij ten opzichte van het kunstwerk, dat we niet naar eigen goeddunken scheppen, maar dat reeds vóór ons bestond en dat we (…) moeten ontdekken zoals we een natuurwet zouden ontdekken.” De schrijver maakt voor de lezer toegankelijk wat er al was, net als een vertaler. Beiden hebben een dienende rol ten opzichte van het werk.

 

Miek Zwamborn

Miek Zwamborn, beeldend kunstenaar, vertaler en schrijfster van onder meer de roman Duimsprong (longlist Librisprijs 2014) trakteert het publiek om te beginnen op een Zwitserduits 'boeketje vloeken’, zoals de auteur van de door haar vertaalde Sez Ner-trilogie, Arno Camenisch, het noemt. Zij schetst haar geworstel bij het vertalen. “Vertalen is toeslaan en leren wachten tegelijk. Wachten is niet niets doen. Het is geduld hebben tot er een vogel in je mond vliegt.” Haar beeldende werk is vaak gebaseerd op sporenonderzoek. Gevonden sporen worden vertaald. Soms in een foto, een beeld of een installatie, maar soms ook in een gedicht. Acute technische problemen maken Zwamborns impressionistische verkenning van haar vertalerswerk tot een daadwerkelijke vertaling. De beelden die zij had willen vertonen zijn er niet, zodat ze de toehoorders moet beschrijven wat zij hadden moeten zien. “Vertalen is losrukken van het origineel. Je verhuist van de ene taal naar de andere taal. Van het nu naar het toen en weer terug. Van het beeld naar de taal of andersom.” 

 

Tsead Bruinja

Tsead Bruinja, naast Lira bestuurslid dichter, radiomaker, docent poëzie en vertaler van onder meer eigen werk van en naar het Fries, was de laatste spreker over het thema de vertaler als auteur. Toen hij gevraagd werd, had hij gesuggereerd dat er beter een meer ervaren, een echte vertaler gezocht kon worden. Maar de organisatie haalde hem over met het argument dat “het ging om een schrijver die ook vertaalt en om welke rol dat werk in zijn leven speelt.” Daar kon hij moeilijk onderuit, als dichter in een minderheidstaal. Het vertalen speelt voortdurend een rol. Zelf vertaalt hij zijn Friese werk in het Nederlands. Weliswaar zijn vertalingen van native speakers naar men zegt beter en schijnt de afstand die een vertaler heeft ten opzichte van het werk heilzaam te zijn, Tsead Bruinja houdt ervan zijn eigen werk te vertalen. Het resultaat past beter bij zijn eigen manier van voordragen en het vertaalwerk scherpt zijn denken over het origineel en leidt soms tot verbeteringen. Dat zijn werk uit het Fries via het Nederlands ook over de grenzen vertaald wordt, heeft zijn bereik als dichter vergroot. Aan het vertalen heeft hij veel te danken. Ook de verwerkelijking van een jongensdroom: zanger zijn. Op een cd met in het Fries vertaald werk van Bob Dylan is Tsead te horen met zijn eigen versie van het nummer Fixin’ to die. Speciaal voor de verzamelde vertalers zingt hij tot besluit van zijn optreden a capella achtereenvolgens de Engelse en zijn Friese versie. Groot applaus is zijn deel. 

 

Nieuwe Vertaalengel en Vertaalduivel

Als aanloop naar de uitreiking van de Vertaalengel en Vertaalduivel presenteert Alya Hessy haar nieuwe ontwerp voor de trofeeën. Martine Vosmaer reikt daarop de Vertaalengel uit aan de redactie van de website van Athenaeum Boekhandel. De site biedt een schat aan informatie over boeken, schrijvers en literaire activiteiten, maar krijgt de prijs vooral vanwege de rubriek openingszinnen. Daarin geven vertalers een toelichting op hun vertaling van zo’n eerste zin, en toont daarmee hoeveel kennis, creativiteit en vindingrijkheid er voor een goede vertaling nodig zijn. In zijn dankwoord noemt Daan Stoffelsen zichzelf en zijn collega webredacteur Fleur Kief niet meer dan zendelingen. De engelen, dat zijn de vertalers.

De Vertaalduivel wordt door Molly van Gelder uitgereikt aan de redactie van Het Boek van de Maand van De Wereld Draait Door. De jury heeft grote waardering voor de aandacht die in het televisieprogramma wordt gegeven aan cultuur en voor de maandelijkse rubriek waarin vier boekhandelaren boeken bespreken en hun keuze van de maand toelichten. Niettemin verdient de redactie de Vertaalduivel, omdat systematisch wordt verzuimd de vertaler te noemen, terwijl het toch vaak om vertaalde boeken gaat, zoals blijkt uit de beeldcompilatie ‘27 gevallen van spontane autotranslatie’. Panellid Monique Burger van De Nieuwe Boekhandel en redacteur Pauline Dekhuijzen nemen de Vertaalduivel in ontvangst. In haar dankwoord zegt Pauline Dekhuijzen de prijs vooral als aanmoedigingsprijs op te vatten. Er zal zeker worden nagedacht over hoe de vertaler ondanks de beperkte tijd genoemd kan worden. Als eerste stap zullen vertalers in elk geval voortaan op de DWDD website vermeld worden.

Wie het dankwoord van Daan Stoffelsen en de registratie van de hele avond wil bekijken, kan terecht op www.athenaeum.nl/nieuws/8970/vertaalengel-dankwoord    

SK