editie 41 / september 2013

Recente en komende rechtspraak

Recent is Lira een bodemprocedure begonnen tegen enkele kabelexploitanten die weigeren nog langer kabelvergoedingen te betalen. Gedagvaard zijn UPC, Ziggo en Delta. Scenarioschrijvers, verenigd in Lira, constateren dat er massaal inbreuken plaats vinden, nu de kabeldistributie van hun film- en tv-werken zonder toestemming van Lira en de bij Lira aangesloten rechthebbenden gebeurt.

— In voorbereiding bij de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) is een proefprocedure tegen de Stichting Leenrecht, de Stichting Lira en het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) om op zo kort mogelijke termijn via zogenoemde prejudiciële vragen de toestemming op Europees niveau af te dwingen om als bibliotheken ebooks onder de werking van de leenrechtexceptie uit te mogen lenen.

De procedure zou zich gaan beperken tot het repertoire dat in de traditionele bibliotheek het meest wordt uitgeleend. Boeken dus, maar dan in digitale vorm.

De Stichting Leenrecht stelt zich passief maar tot medewerking bereid op. Het bestuur van deze eigenrechtorganisatie is bereid als partijen, dus auteurs, uitgevers en bibliotheken over de digitale uitleen overeenstemming zouden bereiken, de incasso en primaire repartitie op zich te nemen, zoals dat ook nu al vele jaren bij de uitleen van 'gewone geschriften' gebeurt. 

Uitgevers lijken problemen te hebben met een onbeperkte bevoegdheid van bibliotheken om tot uitleen van gedigitaliseerde geschriften over te gaan, bevreesd als zij zijn dat deze ontwikkeling de verkoopmarkt ernstig zal verstoren.

Onder auteurs zal een belangrijke rol in de pro- of contra-houding gespeeld worden door de aard van het uitleensysteem, de daaraan verbonden opbrengsten en de hevigheid waarmee de prijs van het traditionele boek en daaruit voortvloeiende royalty's door de nieuwe uitleenvormen zouden worden bedreigd.

 

— Recent vond er bij de Amsterdamse rechter een eerste zitting in de zaak Holierhoek/NRT plaats. Dat betreft uitzendingen van een aflevering uit een tv-serie van de voorzitter van Lira die in het kader van de zogenoemde themakanalen zevenvoudig is herhaald. Toestemming tot uitzending op een themakanaal is door de omroep gevraagd aan de eertijdse producent van de tv-serie. Deze producent heeft die toestemming gegeven, maar de rechtsgeldigheid van die toestemming wordt betwist, omdat bedoelde producent al geruime tijd tevoren failliet was verklaard en naar eiser stelt sinds zijn faillissement vanwege dat faillissement geen toestemming meer kon geven, omdat hij zijn zeggenschap daartoe had verloren. 

De zaak die – zoals wel vaker in principiële geschillen – met steun van de Stichting Rechtshulp Auteurs wordt gevoerd, wordt door Lira gezien als een poging om de NRT te dwingen vóór uitzending van filmwerken via een themakanaal passende individuele of collectieve tariefafspraken aangaande themakanalen te maken in plaats van het zeer eenzijdig vaststellen van een zeer lage vergoeding en dan ook nog via een onbevoegde producent. Tegelijk is tot nu toe in de Nederlandse wetgeving onvoldoende aandacht besteed aan wat er gebeurt met de bevoegdheden van een producent van een filmwerk indien deze failliet gaat en de opbrengst van zijn bezittingen en vorderingen onvoldoende blijkt te zijn voor het delgen van zijn schulden. En zeker wanneer zijn productie-BV failliet wordt verklaard en vervolgens ontbonden en daarmee ophoudt te bestaan. Gesteld wordt door eiser dat zo'n producent niet langer meer bevoegd is licenties voor gebruik te verlenen. Dan rijst natuurlijk wel de vraag aan wie die bevoegdheid vervolgens wél is toegevallen. Kennelijk is de wetgever op dit punt iets vergeten te regelen.

KH