editie 35 / september 2011

Lira-jaarvergadering mei 2011

Op 28 mei 2011 hield Lira in de Openbare Bibliotheek te Amsterdam haar jaarvergadering van aangeslotenen. Toen Lira 5 jaar geleden besloot samen met de Vereniging van Schrijvers en Vertalers en haar afdelingen voor de jaarvergaderingen naar de Industrieele Groote Club op de Dam te verhuizen, hoopten we daarmee substantieel meer aangeslotenen te trekken dan het handjevol dat voordien vaak verscheen. Lira hecht immers aan legitimatie van haar beleid en een instrument daartoe is een goede opkomst tijdens de aangeslotenenvergadering.

Lira-jaarvergadering mei 2011

Na 5 jaar meenden we ons doel naar behoren te hebben bevorderd en achtten we de tijd gekomen voor een andere overweging: de kostenkant. Lira spant zich in om haar kosten terug te dringen – het is al meer dan eens beklemtoond, ook op jaarvergaderingen. Concrete voorbeelden zijn de digitalisering van ons bulletin, de invoering van een webportal ter verwerking van controlespecificaties en opgave van nieuwe werken, en de beoogde besparing op onze huisvesting in 2012. Ook de verhuizing van onze jaarvergadering naar de – goedkopere – OBA was daarom een logische stap.

 

De vergadering

De vergadering begon met een welkomstwoord van OBA-directeur Hans van Velzen, gevolgd door het gebruikelijke programma met de behandeling van het jaarverslag (als download beschikbaar op www.lira.nl) en de gelegenheid voor aangeslotenen om vragen te stellen en hun oordeel uit te spreken over het gevoerde Lira-beleid en het gevoerde en te voeren beleid inzake sociale en culturele doelen door het Lira Fonds.

Daarnaast was de herbenoeming van twee bestuursleden aan de orde: Robert Alberdingk Thijm (secretaris) en Tijs van den Boomen (vice-voorzitter) werden beiden op bindende voordracht van de VSenV met algemene stemmen herbenoemd.

 

Geleidelijke daling

Een aangeslotene verzette zich tegen de zijns inziens eufemistische formulering van het bestuur over de ‘geleidelijke’ daling van het leengeld uit de openbare bibliotheken: het ging immers om een daling van vele miljoenen euro’s. Aan dit verwijt bleek een boekhoudkundig misverstand ten grondslag te liggen: de jaarlijkse incasso van leengelden daalt inderdaad geleidelijk, maar het totaal aan nog uit te keren leengelden – ook over oude jaren – is sterk verminderd. De penningmeester legde uit dat dit eerder geslaagd beleid te noemen is, nu Lira de geïnde gelden overeenkomstig de wens van het College van Toezicht Auteursrechten (CvTA) steeds sneller bij rechthebbenden weet te brengen.

 

Personeelskosten

Verder wees deze aangeslotene op een meer dan gemiddelde verhoging van Lira’s personeelskosten, die grotendeels te verklaren bleek te zijn uit de groei van het personeelsbestand door de aansluiting bij Lira van de Stichting Nieuwswaarde (die overigens ook een verhoging van de incasso tot gevolg heeft gehad).

 

Bestuurskosten

Een derde kritiekpunt was de hoogte van de bestuurskosten. De penningmeester lichtte toe dat bestuursleden veel taken vervullen, niet alleen binnen, maar ook namens Lira. Zo hebben zij soms zitting in besturen van andere organisaties die geheel of gedeeltelijk met Lira Fonds-geld worden gefinancierd of worden zij op terreinen ingezet waar toekomstige incasso voor Lira-aangeslotenen in het geding kan zijn. Voor hun activiteiten ontvangen zij een vacatiegeld conform het reglement dat inmiddels ook op Lira’s site is geplaatst. Daarnaast heeft Lira’s voorzitter een vaste jaarvergoeding die aansluit bij de fulltime functie die hij vervult. De vergoeding voor genoemde externe bestuurstaken werd altijd ten laste van Lira’s investeringsfonds gebracht, maar wordt om boekhoudkundige redenen sinds 2009 tot de bestuurskosten gerekend. Deze vertoonden daarmee in dat boekjaar een sterke percentuele stijging, weerspiegeld in een navenante daling van het beslag op het investeringsfonds.

Als organisatie die zich geheel ten dienste van schrijvers en vertalers stelt, wil Lira liefst aan de regel vasthouden dat ze ook alleen door schrijvers en vertalers wordt bestuurd. En bij een bestuurslidmaatschap dat veel werk met zich meebrengt, hoort een vergoeding die voorziet in een reële compensatie van gederfde omzet. Dat deze vergoedingsregeling zeker niet té ruimhartig is, moge blijken uit de omstandigheid dat een van de zetels in het Lira-bestuur al geruime tijd vacant is en dat al menige kandidaat voor de werklast is teruggeschrokken. In het kader van de openheid over de bestuursvergoedingen zullen in het jaarverslag voortaan niet alleen de nevenfuncties van de bestuursleden worden vermeld, maar ook de vergoedingen die zij hebben ontvangen voor het werk dat zij voor of namens Lira hebben verricht.

 

Zittingsduur

Tot slot maakte de aangeslotene bezwaar tegen de lange zittingsperiodes van Lira-bestuursleden, ook al worden zij dan volgens een statutair schema voor herbenoeming voorgedragen en door de aangeslotenen benoemd. Hierbij kan worden aangetekend dat een Lira-bestuurslid een breed maar tegelijkertijd vaak specialistisch terrein bestrijkt en dat het jaren vergt om dit in de vingers te krijgen. Snelle bestuurswisselingen zijn dan ook weinig productief en Lira is eerder blij met de weinige mensen die bereid zijn langdurig in het bestuur zitting te nemen, ook omdat het veelal grote moeite kost om nieuwe bestuursleden te werven.

Met 3 onthoudingen stemde de vergadering van ca. 150 aangeslotenen in met het gevoerde beleid over 2010.

 

Discussie over e-books

Direct aansluitend op de jaarvergadering vond onder leiding van Suzanne Weusten een debat plaats over het thema e-books. Federica Foroni lo Faro van bol.com, Michiel Laan van bibliotheek.nl en Martijn David (voorzitter van de Literaire Uitgeversgroep LUG) lichtten toe wat het e-book betekent voor de rol van boekhandel, bibliotheek en uitgever en welke rol bibliotheken, uitgevers én auteurs hierbij kunnen spelen. Hoe worden distributie en auteursrechten geregeld?

Opvallend was een zekere gelaten houding – ‘het zal wel zo’n vaart niet lopen’. Dit hing mogelijk samen met het vrij geringe aantal schrijvers en vertalers in de zaal dat al van e-readers gebruikmaakt en e-books laat uitgeven. Terwijl toch ook het besef leefde dat de e-books in Amerika nu al de grootste categorie verkochte boeken vormen.

Ook kwam de vraag ter sprake of de auteur de uitgever nog wel nodig heeft. Of dat voor de feedback op zijn werk en de public relations uitgevers toch ook in de toekomst handig en onmisbaar blijven. Daarnaast werd het belang beklemtoond van goede afspraken over bescherming, auteursrechten en een (redelijke) vergoeding, om piraterij de wind uit de zeilen te nemen. Van alle partijen zullen naar verwachting grotere inspanningen worden gevraagd.

De bijeenkomst werd traditioneel besloten met een borrel en dinerbuffet.

RV