editie 32 / september 2010

Lira-actueel

Lira staat ook in het jaar 2011 voor een aantal belangrijke ontwikkelingen. Met uitgevers wordt gezocht naar samen­werkingsvormen die recht doen aan Lira's intentie om ook op het digitale terrein een nuttige rol als collectieve rechtenbeheerder te spelen. Met openbare bibliotheken wordt via de Stichting Leenrecht een oplossing gezocht voor de kwestie van de verlengingen. Zijn verlengde uitleningen een nieuwe openbaarmaking of niet? Met wetenschappelijke bibliotheken worden gesprekken over vergoedingsmodellen gevoerd voor de online-publicatie van de meest verschillende soorten tekstwerken.

Lira-actueel

Lira-audiovisueel

De overkomst van Vevam-scenaristen naar Lira kan gerekend worden tot de zaken die onder Lira-audiovisueel vallen. De herschikking binnen Vevam/Sekam die aan deze overkomst ten grondslag ligt, wordt door Lira positief verwelkomd. Een voorzichtige inschatting leert dat het wel eens zou kunnen dat in de laatste vier maanden van 2010 over­eenstemming bereikt wordt over zaken die met die overkomst naar Lira samenhangen. Het probleem zit hem in het feit dat Vevam-scena­risten die de overstap naar Lira willen maken, en in veel gevallen al gemaakt hebben, voor een deel een repertoire met zich meebrengen waarvoor Lira tot nu toe nooit geld heeft ontvangen. Geld voor onafhankelijk geproduceerd werk (om het zo maar even kort te noemen) ging immers ter verdere verdeling naar Vevam/Sekam. Als Lira voor dat onafhankelijk geprodu­ceer­de repertoire vergoedingen aan overkomende scenarioschrijvers zou moeten uitbetalen, zal dat geld wel bij Lira aanwezig moeten zijn.

Kabelonderhandelingen zijn evenzeer weer dichterbij aan het komen. Per 31-12-2010 loopt het contract met kabelexploitanten af. Eerste bewegingen om tot overeenstemming te komen voor volgende jaren vielen al waar te nemen. Onderhandelingen zijn toevertrouwd aan het Rechten­collectief waarin een aantal collectief beheer-organisaties van rechthebbenden samenwerken. Dat Rechtencollectief behartigt overigens méér aanspraken op vergoedingen dan alleen de aanspraken die voortvloeien uit distributie door de 'oude' kabelmaatschappijen. Ook in hun distributievormen hebben zich allerlei technische variaties gemanifesteerd die om een onderscheiden benadering vragen.

Zoals ook de European Broadcasting Union (EBU) voorziet, valt te verwachten dat cbo's als Lira een belangrijke rol ten gunste van rechthebbende makers gaan spelen in wat ik maar even aanduid als pluriforme audiovisuele ontwikkelingen. Het is een feit dat tv-programma's van uiteen­lopende aard op steeds meer manieren de consument bereiken. Individuele regelingen om makers (scena­rio­schrijvers, regisseurs, acteurs) voor dat diverse gebruik te honoreren worden al gauw ofwel onbillijk ofwel erg ingewikkeld. Onbillijk omdat zo'n individuele regeling in de regel uit een eenmalige afkoop van rechten bestaat, en administratief erg ingewikkeld omdat het gebruik van werken in moderne en komende tijden om een adequate gemeenschappelijke administratie vraagt.

De inschakeling van cbo's zoals Lira lijkt daarom een verstandige keus. Cbo's zoals Lira (voor schrijvers) en Vevam (voor regisseurs) en Norma (voor acteurs) zijn erop ingericht na ontvangst van overeengekomen rechtenvergoedingen de administratieve kant af te handelen, in concreto: vanuit ontvangen lumpsums en andere bedragen uitkeringen doen aan individuele rechtheb­benden.

Filmotech

De ontwikkelingen rond Filmotech zijn voor de Nederlandse film hoopgevend te noemen. Lira is vanaf het begin op positieve wijze het gesprek met dit nieuwe kanaal voor distributie via internet aangegaan, zoals ook andere cbo's dat gedaan hebben Concept-contracten die momenteel de ronde doen, onderstrepen inmiddels het serieuze karakter van de samenwerking die producenten met scenarioschrijvers, regisseurs en acteurs in Filmotech zoeken. Na een aanloopperiode vallen voor scenarioschrijvers (en anderen), afhankelijk van het gebruik, geregeld terugkerende betalin­gen uit deze exploitatievorm te verwachten.

PAM

Het Portal Audiovisuele Makers, afgekort PAM, probeert met opdrachtgevers en exploitanten van audiovisuele werken tot een veelomvattende regeling te komen die wezenlijk de oude regelingen van het Honorarium College van de Publieke Omroep zou moeten gaan vervangen en tegelijk rekening houdt met de veelheid aan manieren waarop audiovisuele werken tegenwoordig geëxploiteerd worden.

Het doel is tweeledig. PAM wil bevorderen dat er billijke opdrachthonoraria afgesproken worden die rechtstreeks aan scenarioschrijvers, regisseurs en acteurs worden uitbetaald. En wat de rechtenvergoedingen betreft, wil PAM via één loket rechtenvergoedingen voor dezelfde scenarioschrijvers, regisseurs en acteurs gaan incasseren. Deze rechtenvergoedingen zouden per kwartaal of halfjaar of jaarlijks in de vorm van beredeneerde en geverifieerde lumpsums door exploitanten (omroepen etc.) worden voldaan en vervolgens door de drie betreffende cbo's (Lira, Vevam en Norma) onder individuele rechthebbenden naar gelang hun prestaties en rechten worden verdeeld.

Lira-journalistiek

Lira heeft journalisten als Lira-aangeslotenen welkom geheten, toen de activiteiten van de Stichting Nieuwswaarde begin 2009 door de Stichting Lira werden overgenomen. Het ligt in de lijn der verwachting dat die aansluiting geformaliseerd gaat worden in een journalistiek aanslui­tings­contract. Naar het zich laat aanzien zou het met een vrij lichte aanpassing mogelijk moeten zijn om tot een contract te komen waarmee journalisten zich bij Lira aan kunnen sluiten. Daar­door zouden zowel de journalist als Lira sterker komen te staan in tijden waarin tal van ingrijpende veranderingen aan de orde van de dag zijn.

Op die manier zou het mogelijk zijn een grote mate van overeenstemming te bewaren tussen journalistieke- en niet-journalistieke aansluitcontracten van Lira, ook wat betreft de collectieve rol die Lira thans al vervult bij -bijvoorbeeld- digitaliseringsprojecten als het grote krantenproject bij de Koninklijke Bibliotheek en wat daar allemaal nog op gaat volgen.

Het zou prettig zijn als de campagne voor de journalistieke aansluitingscontracten gevoerd zou kunnen worden in het vierde kwartaal van 2010, zodat we per 1 januari 2011 een goed overzicht hebben namens welke freelance­journalisten Lira op kan treden.

Lira-digitaal

In Lira-digitaal staat de samenwerkingsovereenkomst centraal die tussen Lira en het NUV tot stand kwam op 22 februari 2010 en die op 8 juli 2010 door beide partijen in Amsterdam-ZuidOost is onder­tekend. De daarin vastgelegde intenties zijn duidelijk. Zo zal Lira zich beperken tot collectieve digitale exploitaties en niet interfereren met wat de auteur en de uitgever onderling in een één-op-één relatie in de geest van de samenwerkingsovereenkomst individueel afspreken.

Duidelijk is tegelijk dat niet alle betrokkenen bij e-books ten aanzien van wenselijke exploitatievormen identiek denken. Er zijn auteurs die graag zien dat uitgevers hun boeken tegelijk met de papieren editie als e-book op de markt brengen, als er maar een aanvaardbaar royalty-percentage wordt overeengekomen. Andere auteurs willen dat hun e-book-edities niet eerder dan een jaar na de papieren edities te koop worden aangeboden, en uitsluitend onder strenge DRM-voorwaarden. Daartegenover staan auteurs die graag zelf de exploitatie van hun e-books ter hand zouden willen nemen. En zo zijn er ook nog anderen die helemaal geen e-book-exploitatie wensen, omdat de kans op lekkage, toch altijd al aanwezig, zelfs als er alleen een papieren editie bestaat, daarmee zou worden vergroot.

Aan de overzijde, onder uitgevers, treft men soortgelijke variaties aan in het denken over e-books, variaties die overduidelijk maken dat onzekerheid over de toekomst momenteel nog troef is en de meest geëigende exploitatievormen vast nog niet allemaal gevonden zijn en waarschijnlijk in de naaste en verre toekomst nog ontwikkeld moeten worden.

Maar hoe die toekomst er ook uit ziet: het lijkt verstandig dat Lira zich voorbereidt op functies op het collectieve terrein, ook digitaal. Want daar lijken cbo=s voor gemaakt: de helpende hand bieden bij het exploiteren van heel veel werken van heel veel auteurs en journalisten, zodat rechthebbenden krijgen waar ze recht op hebben.

Van openbare bibliotheken valt in dit verband te verwachten dat zij, gesteund door de publieke opinie en het parlement, voor zich een rol op zullen eisen in de online-toegankelijkheid van teksten en afbeeldingen. Naar hun aard zullen bibliotheken collectieve regelingen wensen, en op mede­werking aan deugdelijke collectieve regelingen is Lira naar háár aard gericht en ingericht.

Met de Koninklijke Bibliotheek lijkt een contract over het grote krantenproject (van de 17e eeuw tot 1995) in zicht. Dat zal een contract zijn dat vooral vanuit principieel gezichtspunt belangrijk genoemd mag worden. Zeker zo=n anderhalf jaar heeft het onderhandelingsproces geduurd. Vanuit Lira=s gezichtspunt is daarbij gekeken naar het digitaliseren van krantenpagina=s (verveel­vou­digen) en het vervolgens onsite- en online beschikbaarstellen (openbaar maken) van kranten tot 1995, en van daaruit naar de vergoedingsregeling die bij deze twee auteursrechtelijk relevante handelingen zou passen. Naast de Koninklijke Bibliotheek als verveelvoudigende en openbaar makende instelling zijn er aan de andere kant van het contract nog twee partijen bij betrokken: Lira voor de auteurs van het tekstmateriaal en Pictoright voor rechthebbenden op foto=s en illustraties.

Voor zover het auteursrecht nog van toepassing is zullen de meeste kranten voor het grootste deel geschreven zijn door journalisten-werknemers. Voor hen kan Lira niet optreden, omdat in Nederland in zo'n dienstverband de werkgever aangemerkt wordt als de auteursrechtelijke maker, met alle rechten, aan dat makerschap verbonden. Met andere woorden: Nederland kent een werkgeversauteursrecht. Maar freelancejournalisten hebben als niet-werknemer een eigen auteursrecht. Voor freelance journalisten is dan ook in het KB-contract een vergoeding bedongen. Zodra een en ander zal zijn afgerond, zal Lira bekend maken hoe de uitbetaling in zijn werk zal gaan.

Begin volgend jaar valt de volledige ingebruikneming bij Lira te verwachten van het Meldpunt digitalisering waar digitaliserende instellingen in de sfeer van het culturele erfgoed voor onsite- en online-gebruik van werken licenties kunnen verkrijgen. De organisatie die zich meldt, kan rekenen op deskundige hulp bij het in kaart brengen van de licenties die men voor een legale gebruiksvorm nodig heeft. Vervolgens schakelt het meldpunt, indien nodig, verschillende collectieve beheersorganisaties zoals Lira (voor tekst) en Pictoright (voor foto=s en illustraties) in om tot afspraken te komen. De andere kant van de medaille is natuurlijk dat illegaal gebruik van teksten en foto=s niet langer met de mantel der liefde zal worden bedekt.

Tot slot valt op digitaal terrein te wijzen op de Google Settlement, een schikking die inmiddels is herzien en in zijn werking beperkt. Voor een beschrijving van de actuele stand van zaken: zie p. [Rutger, svp hier paginanummer noteren].

Het jaar 2011 wordt voor Lira een cruciaal jaar. Maar dat hebben we over elk jaar in de geschie­denis van Lira al opgemerkt. Blijft een feit dat die geschiedenis in de loop van het ko­men­de jaar 2011 een periode van 25 jaar zal overbruggen. Lira werd immers in 1986 opgericht. Ik hoop van harte dat het voor bestuur, directie, medewerkers en vooral voor rechthebbenden een mooi jubileum wordt.

KH