editie 18 / december 2005

Uitreiking Jan Hanlo essayprijzen 2005

De tweejaarlijkse uitreiking van de door Lira gesponsorde Jan Hanlo Essayprijs Groot 2005 en de Jan Hanlo Essayprijs Klein 2005 leverde op 21 september 2005 weer een goed gevulde grote zaal van de Amsterdamse Balie op.

Helaas ontbraken Bart Tromp(‘ Hoe de wereld in elkaar zit” en Piet Gerbrandy (‘Een steeneik op de rotsen’), beiden genomineerd voor de Essayprijs Groot. De genomineerden voor de Jan Hanlo Essayprijs Klein, een wedstrijd waarvoor auteurs teksten moesten inzenden, waren alle drie van de partij: Vincent van den Brink met ‘Ideaal Strafrecht’, Alexander von Schmid  met “Het denken over goed en kwaad’ en Karel Soudijn met het essay ‘Erfenis van James ’. De overgebleven genomineerde voor de Jan Hanlo Essayprijs Groot, Rudy Kousbroek (‘Opgespoorde wonderen’) zat met familie op de eerste rij.

Het werd een geanimeerde avond, waarbij Alle Lansu fungeerde als spreekstalmeester. Hij voelde bovendien de drie genomineerden van de Essayprijs Klein aan de tand, waarna Karel Soudijn (1944) met de prijs, groot 1500 euro en een trofee ging strijken. Soudijn is universitair hoofddocent algemene psychologie aan de Universiteit van Tilburg. Van 1965 tot 1967 was hij redacteur van Propria Cures.

Marja Brouwer (Casino) hield een af en toe hilarische voordracht over de vraag ‘of literatuur ergens over moet gaan’, waarna een aardig documentair filmpje uit het leven van de naamgever van de prijs werd vertoond, waarin met witte lijnen vrolijk was gemanipuleerd.

Hans Renders, de voorzitter van de jury, die verder bestond uit Maarten Asscher, Judith Janssen en Nico Laan, las het juryrapport voor waarin hij uitgebreid verhaalde van de geestelijke vader van het essay als literair genre, Michel de Montaigne, waaraan alle essayisten schatplichtig zijn, omdat deze zestiende-eeuwse burgemeester van Bordeaux het nog steeds geldige referentiekader van wat een essay moet, mag en kan zijn schiep en dat eeuwen voordat de roman in zicht was.

Nu kregen wij te horen wie de Jan Hanlo Essayprijs Groot dit jaar mocht winnen: Rudy Kousbroek (1929). Ik citeer uit het juryrapport: “Rudy Kousbroek, die in ‘Opgespoorde Wonderen” uit de antithese van beeld en woord een essayistische synthese tovert, waarmee hij een zoveelste hoogtepunt in zijn beschouwende oeuvre heeft gecreëerd.’ De prijs bestaat uit een bedrag van 7000 euro en een vrolijk plastiek met veel toeters, waarmee de gelauwerde Kousbroek ogenblikkelijk enthousiast begon te spelen.

Karel Soudijn vroeg wat later nog even het woord. Met alle respect voor Montaigne wilde hij kwijt dat hij Karel van het Reve als vaderlandse grootmeester in het genre ook buitengewoon hoog had zitten Op welke uitspraak niemand iets af te dingen had.

MB