Het verdienmodel van Lotte Boot
Lotte Boot (1976) is zelfstandig journalist, eindredacteur en schrijver. Ze schreef twee Young Adult-boeken: Smiley, waarvan er inmiddels twaalfduizend zijn verkocht, en Het penthouse, dat afgelopen jaar verscheen. Momenteel werkt zij aan haar eerste roman voor volwassenen. Wat is het verdienmodel van Lotte Boot?
Lotte Boot | Beeld: Joke Schut
Wat was je eerste schrijfopdracht?
In het tweede jaar van mijn opleiding aan de School voor Journalistiek liep ik stage bij de Geassocieerde Pers Diensten (GPD) in Washington. Ik had een idee voor een verhaal over zwarte colleges en universiteiten. Dat heb ik toen verkocht aan het Hoger Onderwijs Persbureau (HOP). Zij betalen de journalist en de aangesloten hogeschool- en universiteitsbladen mogen die artikelen vervolgens publiceren. Uiteindelijk schreef ik drie verhalen voor ze: naast die over zwarte colleges, ook nog een over de hoge collegegelden in de VS en een over alcohol- en drugsgebruik op Amerikaanse campussen. Het was voor het eerst dat ik me realiseerde dat ik geld kon verdienen met schrijven.
Waarmee zou je in een ideale wereld het liefst je hele inkomen verdienen?
Jarenlang werkte ik fulltime als journalist, soms in loondienst, meestal freelance. Ik had vaak vaste opdrachtgevers, zoals Het Parool en Amnesty’s Wordt Vervolgd. Maar toen ik een gezin kreeg en een koophuis, leverde dat werk financieel te weinig op. Ik stapte over naar de bladen. Die betaalden iets beter, maar bijvoorbeeld het zoeken naar cases vond ik inhoudelijk minder leuk. Het liefst schrijf ik alleen vanuit mijn eigen ideeën. In een ideale wereld zou ik fulltime werken aan romans. Ik heb veel ideeën, maar helaas kan ik van alleen boeken schrijven niet leven.
‘De inkomsten uit de lezingen die ik geef zijn een mooie aanvulling op de royalty’s’
Naast romans zou ik in een ideale wereld ook meer persoonlijke stukken, zoals essays, schrijven. In het verleden schreef ik vaker persoonlijke artikelen en dat vond ik erg leuk, maar ik voel me minder vrij dan vroeger, merk ik. Als vrouwelijke journalist maak je veel los als je wat vindt en ben je al snel doelwit van seksistische uitlatingen. Ik ben daarom toch wat terughoudender geworden met het schrijven van persoonlijke verhalen.
Uit welke bronnen komen je inkomsten?
Een klein deel van mijn inkomsten komen uit de royalty’s uit de verkoop van mijn twee boeken, of uit het geven van lezingen over die boeken, op scholen en bij Stap op de Rode Loper, een rondtrekkend leesfeest voor het vmbo op culturele locaties. Maar mijn hoofdinkomen verdien ik als hoofd-, eindredacteur, en soms als tekstschrijver, met name voor educatieve opdrachtgevers.
Ook vind ik het heel leuk om anderen te helpen om aansprekend en persoonlijk te schrijven. Ik ontwikkel daarom sinds vorig jaar online schrijfcursussen, masterclasses en schrijfchallenges voor professionals. De term ‘passief inkomen’ moet je niet geloven: het kost veel tijd om dit allemaal te ontwikkelen en cursisten te werven door voortdurend online zichtbaar te zijn. Maar online ondernemen geeft me ook veel nieuwe energie. Ik ben blij dat al mijn werk wel aan het schrijven gelieerd is. En dat mijn gezin en ik er goed van kunnen leven.
Biedt de Nederlandse context auteurs voldoende middelen van bestaan?
Dat denk ik niet. De afzetmarkt voor boeken is in Nederland simpelweg te klein. Als ik geen kinderen zou hebben, veel kleiner zou wonen, zonder al te veel vaste lasten, dan zou ik waarschijnlijk wel puur van het schrijven en mijn lezingen kunnen leven. De inkomsten uit die lezingen zijn een mooie aanvulling op de royalty’s, maar bij lange na niet voldoende voor een regulier leven, met hypotheek en gezin. Dat is in Nederland alleen mogelijk als je een bestsellerauteur bent of in het buitenland vertaald wordt (voor een hele kleine groep weggelegd), eigen vermogen hebt (ook een relatief klein gezelschap), of als je een partner hebt die voldoende verdient. Die afhankelijkheid is wat mij betreft onprettig en onvrij. Leven van het schrijven is in Nederland dus eigenlijk een luxe, lang niet voor iedereen binnen bereik. Datzelfde geldt voor de journalistiek, waar de tarieven heel laag zijn. Dat vind ik echt zonde en niet goed voor de pluriformiteit en inclusiviteit.
‘Leven van het schrijven is in Nederland een luxe, lang niet voor iedereen binnen bereik’
Wat was tot nu toe voor jou de beste investering in je vakmanschap?
Ik probeer twee keer per jaar een cursus te volgen, soms bewust iets wat buiten mijn eigen genre ligt. Ik ben ervan overtuigd dat het altijd een goede investering is omdat het mij tot een veelzijdiger schrijver maakt. De cursus ‘Roman’ die ik momenteel bij de Schrijversvakschool volg, inspireert mij, geeft mij weer veel nieuwe inzichten en is een stok achter de deur om door te gaan met het schrijven van mijn nieuwe boek. Een cursus ‘Scenario schrijven’ maakte dat ik voor mijn boek Het penthouse beter uit de voeten kon met dialogen en ook dat ik veel meer dan voorheen durfde te experimenteren met vorm en vormgeving. En bij een cursus ‘Online publishing’ leerde ik weer hele andere schrijftechnieken.
Heb je een gouden tip voor andere schrijvers?
Als ik al de aangewezen persoon ben om een tip te geven zou ik zeggen: neem jezelf als schrijver serieus en investeer in jezelf. In je ontwikkeling, zoals ik al noemde, maar ook in je materiaal. Je zit als schrijver veel achter een beeldscherm, dus het is belangrijk dat je een goede werkplek hebt. Ik heb bijvoorbeeld een groot extern beeldscherm gekocht, zodat ik rechtop zit en niet meer op een klein laptopscherm hoef te turen. Het draagt bij aan mijn gezondheid en aan mijn professionaliteit als schrijver.
Wil jij ook jouw verdienmodel toelichten? Laat het ons weten.
Deirdre Enthoven