Kersverse freelancer Lex Boon over zijn verdienmodel
Zijn non-fictieboek Ananas werd lovend ontvangen en dat betekende een vliegende start van de freelancecarrière van Lex Boon. 'Het geeft me de vrijheid om mijn eigen nieuwsgierigheid te volgen.’
‘Blijven doen wat ik zelf graag wil' | Foto Linda Stulic
1. Wat was je eerste betaalde opdracht?
‘Dat was een foto. Ik was 18 en woonde in de VS waar ik een fotografiecursus volgde. Ik had een beeld gemaakt van een houten chalet in de bergen. Toen ik hoorde dat het een restaurant was heb ik bij Walmart een lijstje gekocht en ben ernaar toe gegaan. De eigenaar wilde de foto hebben en vroeg wat hij moest kosten. “Eh, 60 dollar?” zei ik en dat haalde hij zo cash uit de kassa. Achteraf had ik misschien meer geld moeten vragen, maar het idee dat die foto daar nog steeds hangt is me meer waard.
Mijn eerste echte facturen als freelancer stuurde ik voor het maken van bedrijfsvideo’s. Dat betaalde goed, maar toen ik een dag lang alleen maar keukenkastjes had staan filmen die open en dicht gingen wist ik zeker: dit wil ik niet meer. Via video ben ik toen langzaam in de richting van het schrijven gegaan.’
2. Waarmee zou je in een ideale wereld als auteur het liefst je hele inkomen verdienen?
‘Ik zou het ideaal vinden als je je inkomen echt zou verdienen. Dat je royalty’s en tarieven pas achteraf bepaald worden en afhankelijk zijn van je succes. Het verhaal over de Japanse Mr. Kaor dat ik voor Het Parool schreef is veel gelezen en in alle kranten van de Persgroep doorgeplaatst, maar als freelancer zie je daar niets van terug. Nou is dat niet zo’n goed voorbeeld omdat ik het verhaal maakte toen ik nog in dienst was voor Het Parool, maar het gaat me om het principe.
Als je een goed verhaalidee hebt kun je subsidies aanvragen maar dan dwing je je idee in een stramien. Het voordeel van achteraf belonen is dat je nooit je plan hoeft te vervormen naar de regels van anderen.
Ideaal lijkt me het pad dat Suzanna Jansen heeft bewandeld. Zij heeft een flinke klapper gemaakt met Het Pauperparadijs. Dat heeft haar een buffer opgeleverd waardoor ze kan doen wat ze zelf graag doet.’
'Ik zou het ideaal vinden als de tarieven afhankelijk werden van je succes'
3. Hoe ziet jouw verdienmodel er vandaag de dag uit?
‘Ik schrijf veel voor Het Parool en geef lezingen over mijn boek. Daarvoor heb ik me net aangesloten bij de Schrijverscentrale. Soms krijg ik een commerciële opdracht, maar die neem ik alleen aan als ik alle vrijheid krijg. Ik ben bezig met research voor een film en soms doe ik wat eindredactieklussen. Ik verdien niet veel, maar ik doe nu wat ik wil. En als de nood aan de man komt, bedenk ik wel iets. Misschien kan ik mijn favoriete ananassoort gaan verkopen via een webwinkel.’
4. Zou je kunnen leven van de opbrengsten van je boek?
‘Nee. De royalty’s leveren gewoon veel te weinig op. Maar dankzij de aandacht voor het boek komen er nu wel andere dingen mijn kant op. Het is gemakkelijker om verhalen te pitchen bij redacties die me nog niet kennen, bijvoorbeeld. Ik heb met veel mensen koffie gedronken de afgelopen maanden en wie weet waar dat allemaal toe leidt. Het is een mooie start als freelancer, maar ik ben nog maar net begonnen hè!’
'Neem een boekhouder. Dat levert je waardevolle tijd op'
5. Wat was tot nu toe voor jou de beste investering in je vakmanschap?
‘Tijd. Het succes van mijn boek heeft me het zelfvertrouwen gegeven om te gaan freelancen. Daardoor heb ik tijd om mijn eigen nieuwsgierigheid te volgen. Als ik ergens een verhaal zie, ga ik er achteraan. Zo ben ik nu bezig een podcast te maken over Oscar Hammerstein. Ik spreek hem vaak, neem alles op, maar heb nog geen idee welke vorm dat gaat krijgen en of ik het überhaupt ooit kan publiceren. Dat maakt niet uit. Ik vind het boeiend om te doen.’
6. Biedt de Nederlandse context non-fictieauteurs voldoende middelen van bestaan?
‘Er is nog veel meer mogelijk. Het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten bijvoorbeeld, zou in plaats van plannen te honoreren iedere week tienduizend euro kunnen geven aan een productie die ze geslaagd vinden. Er is een markt voor goede verhalen en als je ze achteraf beloont, in plaats van vooraf, komt er vanzelf meer aandacht voor.’
7. Heb je een gouden tip voor andere non-fictieschrijvers?
‘Neem een goede boekhouder. Het heeft mij veel rust gegeven dat ik geen tijd meer kwijt ben aan bonnetjes, btw-aangiftes en in beroep gaan tegen boetes van de Belastingdienst.
Zorg daarnaast voor een werkplek waar ook anderen aan het werk zijn. Dat kan een redactie zijn, maar ook een kantoor met andere freelancers. Dat is stimulerend en vaak ook gewoon gezellig.’
Linda Huijsmans