editie 54 / juli 2019

Het Nederlandse essay bloeit

Twintig jaar nadat de eerste Jan Hanlo Essayprijs uitgereikt werd, leeft het essay in Nederland meer dan ooit. De elfde editie van de tweejaarlijkse prijs werd dit jaar gewonnen door Carolina Trujillo en Tom Springveld.

Het Nederlandse essay bloeit

Carolina Trujillo en Tom Springveld, de winnaars van de Jan Hanlo Essayprijs Groot en Klein | Foto: Jean van Lingen


Het kan bijna geen toeval zijn. Op de avond dat De Balie vrijwel onbereikbaar is omdat het buiten op het Leidseplein feest is vanwege Ajax, wordt binnen het boek Meisjes in blessuretijd van Carolina Trujillo tot winnaar van de grote Jan Hanlo Essayprijs 2019 uitgeroepen.
‘Jullie hebben mijn boek gered’ zegt ze in haar dankwoord. Haar bundel met essays die eerder in Hard Gras verschenen, was bijna nergens meer te krijgen. Na onenigheid met de uitgever werd het contract verscheurd en stonden tientallen dozen met het boek bij Carolina Trujillo thuis. ‘Ik heb er maar een bed van gemaakt’, bekende ze. Weinig mensen kenden het verhaal achter het winnende boek, maar volgens BarBara Hanlo, achternicht van de naamgever en de bedenker van de prijs, past het wel in de geest van Jan Hanlo. ‘Hij voelde zich vaak miskend en onbegrepen, hoewel hij toch zeker ook grote prijzen gekregen heeft.’

Nalatenschap
BarBara Hanlo beheert de nalatenschap van dichter Jan Hanlo. Met de opbrengsten van de royalty’s en een ruime financiële bijdrage van Stichting Lira Fonds wordt sinds 1999 eens in de twee jaar de Jan Hanlo Essayprijs (JHEP) uitgereikt. ‘Het was het idee van Kees Holierhoek, destijds voorzitter van de Stichting Lira, om ook gepubliceerde essaybundels te bekronen’, zegt BarBara Hanlo. ’Vanaf 2001 wordt daarom naast de JHEP Klein voor anoniem ingezonden en nog ongepubliceerde essays ook de JHEP Groot voor gepubliceerde bundels uitgereikt.’

Begenadigd essayist
Zij ziet tot haar genoegen hoe het genre van het essay in Nederland steeds meer aandacht krijgt. Daar heeft de prijs zeker invloed op gehad, denkt Hanlo. ‘Het had wellicht meer voor de hand gelegen dat de nalatenschap van een dichter besteed zou worden aan een poëzieprijs. Maar die bleken er eigenlijk al te zijn. Voor essays was er in 1999 nog helemaal niets. In zijn brieven laat Jan zien dat hij ook een begenadigd essayist was. Hij nam een thema en schreef daar zijn persoonlijke visie over op. Dat is wat mij betreft nog steeds dé definitie van een goed essay.’

Carolina Trujillo: ‘Jullie hebben mijn boek gered’

Voor de eerste Jan Hanlo Essay Prijs kwamen achtenveertig inzendingen binnen. ‘Daaraan merkten we meteen dat er behoefte was aan een prijs als deze.’ Twintig jaar en elf prijsuitreikingen verder durft ze wel te concluderen dat de prijs niet alleen nieuwe essayisten voortbrengt, maar ook ervaren essayisten stimuleert om door te gaan met schrijven. ‘Joke Hermsen bijvoorbeeld, won de allereerste JHEP voor haar essay en in 2011 nog een keer voor haar essaybundel. Arjan van Veelen is een keer genomineerd geweest en heeft daarna zowel de kleine als de grote prijs gewonnen. Coco Schrijber is drie keer genomineerd geweest en heeft daarna een boek gepubliceerd.’

Ongrijpbaar genre
Mirjam van Hengel was al jurylid bij de allereerste editie van de prijs en deze elfde keer was ze juryvoorzitter. Zij ziet dat het niveau in die twintig jaar flink gestegen is. ‘De eerste keer waren er genoeg bijdragen bij die onder de maat waren, maar deze editie zat er niet een slechte bij.’
Van alle literaire genres is het essay het meest ongrijpbare. Er bestaat geen duidelijke definitie van wat goed is en wat niet. Waar let de jury dan op? Wat zijn haar criteria? 

Mirjam van Hengel: ‘Wie een essay gaat schrijven, gaat iets onderzoeken of proberen waarvan hij bij het begin nog niet weet hoe het gaat aflopen. De drie genomineerden voor de JHEP Klein hadden dit jaar met elkaar gemeen dat hun essay niet ‘af’ was. Vaak worden voor deze prijs afgeronde betogen ingezonden, maar deze drie finalisten konden die verleiding weerstaan. Dat beviel de jury zeer.’

Autistische broer
Voor deze editie van de JHEP Klein werden 38 essays ingestuurd. Genomineerd waren Bauke Vermaas met Met andere ogen en Hannah de Vries met Robotliefde. Journalist Tom Springveld won de 1500 euro plus een trofee gemaakt door Mica Pan, student van de Rietveld Academie. Het thema was dit jaar ‘Ieder is zijn eigen broer’; een zin uit een bundel van Jan Hanlo. Tom Springveld schetst in zijn essay niet alleen een portret van zijn autistische broer, maar onderzoekt ook hoe zijn speciale broer Tom zelf gemaakt heeft tot de broer die hij geworden is. ‘In een periode waarin hij liefdesverdriet had en ikzelf ook niet echt lekker ging, stuurden wel elkaar appjes’, vertelt Springveld na afloop. ‘Ik citeerde Seneca en hij reageerde daarop met vrouwonvriendelijke teksten van de rapper Big L.’

Het essay is in Nederland aan een opmars bezig

Plotseling doelpunt
De jury, die dit jaar naast Mirjam van Hengel bestond uit K. Schippers, Katja de Bruin en Jaap Cohen, was geraakt: ‘door zijn oprechtheid en doordringende stijl, het essay waarin de broer soms de broer zelf zou willen zijn, ware het niet dat hij dat al is.’
Voor de JHEP Groot waren 112 essaybundels ingestuurd. De jury schreef over Meisjes in blessuretijd van Carolina Trujillo dat ze werd overrompeld door het boek ‘als een plotseling doelpunt dat je niet aan zag komen en dat daarna, bij herlezing, alleen maar sterker bleek.’ Carolina mocht 7000 euro plus de trofee van Mica Pan mee naar huis nemen én ze kreeg een podium om haar verhaal te doen. De speech had ze die middag in alle haast geschreven want: ‘alle keren dat ik tot nu toe een prijs gewonnen heb, had ik een tekst voorbereid. Die keren dat ik dat niet deed, won ik niet. Ik heb het zekere voor het onzekere genomen.’

Nieuw in de Top 10
‘Is het essay aan een opmars bezig?’ kopte De Volkskrant een week nadat Carolina Trujillo de Jan Hanlo Essayprijs gewonnen had. Haar boek, dat tot dan toe nauwelijks verkrijgbaar was, stormde de Volkskrant Boekenraad Top 10 binnen. De vraag stellen is het hem dus eigenlijk ook al beantwoorden: Ja, het essay is in Nederland onmiskenbaar aan een opmars bezig.

Linda Huijsmans