editie 51 / juni 2018

‘Alleen met dit verdienmodel kun je radicaal onafhankelijk zijn’

Hoe houdt Eric Smit zijn eigen broek op zonder zijn moraal te grabbel te gooien? Karin Sitalsing interviewde hem over Follow the Money en ‘radicaal onafhankelijke onderzoeksjournalistiek’.

‘Alleen met dit verdienmodel kun je radicaal onafhankelijk zijn’

Foto: Linelle Deunk / Lumen

Het gaat lekker met Follow the Money. Ze hadden een dikke primeur, kregen een prestigieuze prijs en verdienden de titel Journalist van het Jaar 2017. De redactie van het online platform verhuisde en regionale vliegende brigades van eenentwintigste-eeuwse Woodwards en Bernsteins zijn in de maak, zowel in Nederland als daarbuiten. Als het aan frontman Eric Smit ligt, huivert straks elke goocheme graaier, elke zakkenvullende ceo, voor de klauwen van 'dit kleine kloteclubje’.

Neem nou de regio. ‘In Nederland hebben we 380 gemeenten’, zegt Smit, ‘en in negentig procent daarvan vindt de ranzigste handjeklap plaats. Ongezien, zonder enige vorm van journalistieke controle, want de kritische lokale journalistiek is dood. Niet dat er geen goede mensen zijn hoor, maar ze krijgen zelden de tijd die nodig is om helemaal in een dossier te duiken.'

Júist in de regio, voegt hij toe, spelen de affaires en de intriges, want daar zijn de lijnen korter, kom je als journalist de wethouder tegen op het schoolplein en dan ligt al snel lokaal cliëntelisme op de loer. 'Zo'n sfeertje van ons kent ons, van we regelen het wel. Jos van Reys heb je overal.'

Daarom zet hij nu samenwerkingsverbanden met regionale journalisten op, zoals hij eerder samen met RTV Noord de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) aanpakte. 'Het moeten een soort vliegende brigades worden, teams van lokale FTM'ers die opduiken als er ergens iets begint te stinken. Op termijn willen we een omvangrijk oeuvre hebben van lokale misstanden. Dat een wethouder in, zeg, Helmond vreest voor de wieken van deze brigade.' En, nu hij toch bezig is: wat uitbreiding buiten de landsgrenzen kan er ook wel bij, want 'geldstromen houden niet op bij Hazeldonk of Bourtange.’

Met vergelijkbare onderzoeksjournalistieke platformen in Duitsland, Frankrijk en Zwitserland voerde Smit al gesprekken. 'Ontzettend leuk om met een team te werken, samen iets moois te maken. Multinationals pak je niet in je eentje. Neem de fraude bij Volkswagen. Zo'n verhaal red je echt niet alleen vanuit Nederland. Dat soort bedrijven opereert vanuit verschillende landen, dus moet je ze ook op die manier aanpakken.'

‘Dit kleine kloteclubje’
Smit vertelt het achter een cappuccino in Vondel CS, waar Follow the Money op dat moment nog zetelt, maar een verhuizing naar 'een postindustriële woestenij in Amsterdam-Noord' is aanstaande. De ruimte werd te krap en bovendien, zo meldt de site: 'ruimte in Amsterdam is schaars en duur. En we springen zuinig, op het gierige af, om met onze fondsen.'

Hij heeft iets jongensachtigs, studentikoos’ ook; zijn voorkomen, zijn gebaren, hoe hij soms achteroverleunt, dan weer naar voren hangt en op tafel vingertrommelt. Hoe hij het winnen van de Tegel in 2013 vierde door 'compleet naar de tering te gaan' en halverwege de nacht ineens de prijs kwijt was - geen zorgen mensen, hij vond hem terug. Hoe hij zijn Follow the Money ontroerd ‘dit kleine kloteclubje' noemde toen hij samen met collega Kim van Keken in februari van dit jaar werd uitgeroepen tot Journalist van het Jaar.

We springen zuinig, op het gierige af, om met onze fondsen’

Doorzetterij
Fanatiek is hij ook, bevlogen, competitief, ongeduldig. Een doorzetter, zwart/wit. Ideale eigenschappen voor een topsporter - zonder had hij het vermoedelijk niet tot professioneel squasher geschopt. De parallel tussen topsport en onderzoeksjournalistiek dringt zich onvermijdelijk op: wie niet doorzet zal geen tegels lichten. En dat is wél waartoe journalisten volgens Smit op aard zijn: de macht controleren en zo de wereld veranderen. Of althans: dat zouden ze móeten zijn.

Het was die doorzetterij die Smit in 2013 zijn eerste Tegel opleverde, samen met collega Jesse Frederik, voor het artikel 'Het derivatendrama', dat in de Volkskrant gepubliceerd werd. Die hem in 2018 een Tegel-nominatie bezorgde, en eerder dat jaar de titel Journalist van het Jaar, samen met Kim van Keken. De twee wonnen de prijs voor hun primeur over Henry Keizer; ook de Tegel-nominatie was voor deze onthulling. De VVD-voorzitter nam in 2012 een begrafenisonderneming over. Niet alleen betaalde hij daarvoor veel minder dan de boekwaarde van het bedrijf, hij had ook nog eens verschillende petten op. Keizer was zelf de koper, maar adviseerde ook de verkoper. 'Goed journalistiek handwerk met tussen de regels door een rake schets van een man die misbruik maakt van zijn positie en charme', oordeelde de jury.

Wie niet doorzet zal geen tegels lichten

Onwrikbare principes
Het was óók die doorzetterij die in 2010 leidde tot het ontstaan van Follow the Money. Of eigenlijk: een combinatie van die doorzetterij en onwrikbare principes. Sommige journalisten kiezen voor het vak als middel, omdat ze mooie dingen willen maken en verliefd zijn op schrijven. Anderen gaan voor het doel: zij willen de wereld verbeteren. Smit valt onder die laatste categorie. Het irriteert hem, nee, het is sterker dan dat, het maakt hem razend, hoe mensen zich laten misleiden zonder dat ze daar ook maar het vaagste idee van hebben. ‘Neem nou die sleepwet’, zegt hij. 'Niemand snapt precies waar het over gaat. Er wordt een referendum over gehouden, maar niemand begrijpt het!'

Dat is exact de ellende met wat hij 'die financiële naaierij' noemt: de enorme kenniskloof tussen de professionals en de klanten. 'Zeker in de financiële wereld is de integriteit vaak ver te zoeken. Kijk, als je geneukt wordt, wil je ook een kusje. Als het je eigen verantwoordelijkheid is, je je bij je volle verstand laat belazeren: prima natuurlijk. Maar de meeste mensen hebben geen idéé dat het gebeurt. En zo zijn ze ontzettend makkelijk te flessen.’

‘Moet jij eens opletten’
Dat is zijn missie, zegt hij: voor die mensen opkomen. 'Ik kan slecht tegen onrecht. En werkelijk alles heeft met geld te maken. Politiek en geld hebben elkaar lang geleden al omarmd, die twee zijn totaal met elkaar vervlochten. Hele landen worden gefinancierd door kredieten van banken. De invloed van een kleine elite van politieke besluitvormers en topbestuurders van topondernemingen is enorm. Veel groter dan we weten. Het is ontzettend belangrijk om die te controleren. De arrogantie waarmee 'de macht' denkt: 'ik kan me dit permitteren.' Dan denk ik juist: 'O ja? Moet jij eens opletten.'

Veelbetekenende blikken
Net als in de regio - jij doet iets voor mij, dan doe ik iets voor jou - zit ook hier het venijn vaak in de subtiliteit, zegt Smit.

'Het gebeurt niet eens alleen in keiharde geldstromen, ook in het lobbyisme. Veelbetekenende blikken in restaurants, vaag gefluister. Een bezoek aan het Torentje: “Zeg Mark, kun jij die dividendbelasting even verlagen?” Dat is géén onderdeel van de verkiezingscampagne of van het publieke debat. Dat soort dingen grenst aan corruptie.'

Neem nou de komst van Unilever. 'Die zou goed zijn voor de economie, maar dat valt helemaal niet te onderbouwen. Zoiets moet ernstig bewaakt worden. Hartstikke mooi dat dat hoofdkantoor nu hier komt, maar dat is dus wel in ruil voor die 1,4 miljard die we weggeven. Terwijl dat bedrijf voor 95 procent actief is in het buitenland!'

‘Makers van Follow the Money moeten gewoon hun hypotheek betalen’

Charlatans en fantasten
Waar Smits vuur vandaan komt? Zeg het maar. Zijn afkomst - een nieuw-rijk ondernemersgezin waar geld tegen de plinten klotste? Nee, dat denkt hij niet. 'Bij ons thuis werd schaamteloos met geld omgesprongen, van enige zelfbeheersing en langetermijndenken was geen sprake. Mijn vader was een enorme losbol, antiautoritair, een rebel without a cause. Zelf heb ik wel degelijk een doel.'

Dat inzicht kwam aan het begin van zijn studie, vertelt Smit. 'Ik dacht heel lang: zo zijn intelligente mensen niet. Maar gaandeweg mijn opleiding kreeg ik steeds meer zicht op hoe mensen tot hun dood gefalsificeerde theorieën aanhangen en daar trouw aan blijven. Op hoe de charlatans, fantasten, leugenaars, oplichters, steeds meer terrein winnen.'

Het verkeerde tientje
Allemaal mooi en aardig, zulke idealen, maar aan het eind van de dag moeten ook de makers van Follow the Money gewoon hun hypotheek betalen en boodschappen doen. Maak je het jezelf met zulke principes niet extra ingewikkeld? ‘Ja’, zegt Smit, ‘het was flink puzzelen, in de begintijd: Hoe houd je je eigen broek op zonder je moraal te grabbel te gooien? Dat was de grote vraag. Je moet niet bukken voor het verkeerde tientje, je kunt niet van iedereen geld aannemen.’

In het begin werkten ze met advertenties, 'maar dat was kut.' Ze gingen stukken doorverkopen, maar dat leverde te weinig op. Gingen achter subsidies aan, superfrustrerend, zegt hij over die tijd: ‘je leert het maar een beetje on the go en ondertussen kom je niet aan journalistiek toe’.

Eigenlijk, uiteindelijk, concludeerden ze, is er maar één manier om echt zuivere journalistiek te bedrijven: door geld aan te nemen van de mensen die je lezen. En dat doen ze nu. Follow the Money drijft volledig op donaties en giften, het leden- en donateursbestand beslaat alle politieke gelederen. Ook hierom gaan ze 'op het gierige' af met de fondsen om. Smit werkt louter met freelancers die werken tegen een dagtarief. Die presenteren zich op de site van Follow the Money, ze zijn echt een team, zegt hij, ook over het afstaan van auteursrechten en exclusiviteit doet hij, in tegenstelling tot sommige andere opdrachtgevers, niet moeilijk: freelancers mogen elk stuk op hun eigen site zetten. En uiteindelijk wil hij journalisten in dienst kunnen nemen.

Radicaal onafhankelijk
‘Alleen met dit verdienmodel’, zegt hij, ‘kun je radicaal onafhankelijk zijn’, wat Follow the Money beweert te zijn, wat elke journalist zou moeten zijn, vindt Smit, maar lang niet altijd is. ‘Kijk maar eens naar de parlementaire journalistiek. In Den Haag zit het journaille veel te dicht op de macht, het staart zich blind op die postzegel. Het Haagse is een bureau van wederdiensten, van: 'als je mij uit de krant houdt, zorg ik dat je iets anders krijgt.' Verleidingstrucjes liggen bij álle journalisten op de loer, maar bij de parlementaire verslaggevers is het risico onnoemlijk veel groter.'

‘Kritisch volgen gaat veel beter als je op afstand zit’, vindt Smit. Zo duikt hij zelf in de Zuidas, maar nadrukkelijk niet door daar dag en nacht rond te wandelen. 'De Zuidas is een biotoop die onwaarschijnlijk veel groter is dan Den Haag, maar ook daar ligt het gevaar op de loer: financiële journalisten die te dicht bij de ceo's zitten, gevoelig zijn voor complimenten en een aai over de bol. Ik vind dat je altijd bereid moet zijn om oorlog te maken. Ik onderhandel met een doodswens.'

‘Kritisch volgen gaat veel beter als je op afstand zit’

Waarheidsvinding
Bang om mensen boos te maken is Smit geenszins. Tot in de rechtszaal voerde hij oorlog met Nina Brink, de WorldOnline-voorvrouw die zelfs beslag op zijn bezittingen liet leggen. Eerder, bij Quote, zijn eerste journalistieke werkgever, waar hij het tot adjunct schopte, noemden ze hem de Führer.

 
Smit werkte er doorgaans met veel plezier, maar kon niet altijd omgaan met de traagheid van een maandblad. Zo was er die keer dat hij mooi nieuws had, maar het volgende nummer pas een maand later uit zou komen. Hij moest toezien hoe De Telegraaf 'zijn' nieuws eerder naar buiten bracht. Het overkwam hem ook vorig jaar, bij Follow the Money. Al tijden riep hij dat ze in de Nationale Business Succes Awards moesten duiken, want daar zat een luchtje aan. En wat gebeurde er? Het VARA-programma Rambam toonde aan dat de stichting tegen betaling prijzen geeft aan niet-bestaande bedrijven. 'Terwijl wij het hadden kunnen hebben. Daar was ik doodziek van, toen liep ik echt met deuren te smijten.'

Maar, zegt hij, als de woede gezakt is, komt dan toch knarsetandend dat besef: de ander was gewoon sneller, slimmer, en dan moet je sportief zijn: Well done, good sport, dat verdient niets dan lof. 'Journalistiek is niet als eerste bij de finish aankomen. Hartstikke mooi als je een primeur vijf seconden eerder hebt, maar uiteindelijk is de waarheidsvinding belangrijker.'

Het tuinpad op
Die ene primeur waar hij stikjaloers op is? Daar hoeft hij niet lang over na te denken. 'Teeven en de bonnetjes natuurlijk. Geweldig gedaan.' Ook de onderzoeksjournalist die hij bewondert heeft hij paraat. 'Bas Haan. Van hem ben ik een groot bewonderaar. Ouderwets handwerk: hij loopt gewoon nog een tuinpad op en drukt dan op een bel.' 

Die types zijn ondervertegenwoordigd, vindt hij, de newsgetters, de mensen van de korte baan, die een nieuwtje ruiken en dan verder gaan snuffelen. Diep in zijn hart vindt hij dat elke journalist iets van een onderzoeksjournalist zou moeten hebben. 'Wat je drijft is nieuwsgierigheid. Woodward en Bernstein waren ook gewone verslaggevers die toevallig over Watergate gingen schrijven.'

Karin Sitalsing


Voor ieder nummer vraagt Lira Nieuws een journalist van naam om een longread te schrijven. Onafhankelijkheid is gegarandeerd, de onderwerpkeuze komt in overleg tot stand. Karin Sitalsing, medewerkster van dagblad Trouw en schrijfster van het bekroonde boek Boeroes - een familiegeschiedenis van witte Surinamers (Het beste Groninger Boek 2018), koos voor een interview met Eric Smit over Follow the Money, het platform voor 'radicaal onafhankelijke onderzoeksjournalistiek'.