editie 44 / oktober 2014

– VOB-Leenrecht

De Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) is maanden geleden een proefprocedure tegen de Stichting Leenrecht begonnen, niet uit vijandigheid jegens bibliotheken en wat ze doen, maar je zou kunnen zeggen: juist uit sympathie voor het soort van uitleningen waarvoor Stichting Leenrecht ooit is opgericht. Onmiddellijk na deze dagvaarding zijn de Stichting Lira en het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) daaropvolgend 'tussengekomen' zoals dat heet. Dat wil zeggen dat ze volop in de procedure meedoen.

De bedoeling van de advocaat van de VOB is duidelijk: hij wil op zo kort mogelijke termijn via zogenoemde prejudiciële vragen ten gunste van de bibliotheken de toestemming op Europees niveau afdwingen om ebooks onder de werking van de leenrechtexceptie uit te mogen lenen. Bibliotheken immers zouden het liefst zien dat ze ebooks als gewone boeken zouden mogen uitlenen, wellicht met een tariefverschil dat dan – net als nu – in de Stichting Onderhandelingen Leenvergoedingen (StOL) zou moeten worden vastgesteld.

Gewone papieren boeken vallen zoals bekend onder het leenrecht. Afrekening van het verschuldigde leengeld onder auteurs en uitgevers vindt plaats op grond van tarieven als via de paritair samengestelde Stichting Leenrecht bepaald. Dat is het doel waarnaar de bibliotheken streven: ebooks zoveel mogelijk als gewone boeken uit mogen lenen via de bibliotheken, zij het wellicht met een prijsverschil als overeen te komen in de StOL.

De procedure zou zich blijven beperken tot het repertoire dat in de traditionele bibliotheek het meest wordt uitgeleend. Boeken dus, maar dan in digitale vorm.

De Stichting Leenrecht stelt zich passief maar tot medewerking bereid op. Het bestuur van deze uit schrijvers en uitgevers bestaande eigenrechtorganisatie is bereid om zodra partijen, te weten auteurs, uitgevers en bibliotheken, over de digitale uitleen overeenstemming zouden bereiken, de incasso en primaire repartitie op zich te nemen, zoals dat ook nu al vele jaren bij de uitleen van 'gewone (lees papieren) geschriften' gebeurt.

Uitgevers lijken problemen te hebben met een onbeperkte bevoegdheid van bibliotheken om tot uitleen van gedigitaliseerde geschriften over te gaan, bevreesd als zij zijn dat deze ontwikkeling hun commerciële verkoopmarkt ernstig zal verstoren.

Onder auteurs zal een belangrijke rol in de pro- of contra-houding gespeeld worden door de aard van het uitleensysteem, de daaraan verbonden opbrengsten en de hevigheid waarmee de prijs van het traditionele boek en daaruit voortvloeiende royalty's door de nieuwe uitleenvormen zouden kunnen worden bedreigd.

De Haagse rechtbank heeft in de zomer van 2014 een comparitie van partijen gehouden waarna een uitspraak volgde waarin de rechters prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie hebben voorgelegd. Daardoor is het antwoord op de vraag 'vallen uitleningen van ebooks onder het leenrecht?' een Europees probleem geworden.

Het kan nog wel even duren voordat daarop een antwoord komt.

KH