editie 31 / mei 2010

Journalistieke repartities eind 2009

Eind december 2009, nog net binnen het kalenderjaar, vond de eerste verdeling van journalistieke gelden onder verantwoordelijkheid van Lira plaats. Zoals bekend ging in januari 2009 de Stich­ting Nieuwswaarde samen met de Stichting Lira en werd het repertoire van Lira uitgebreid met journalistieke werken.

Soort vergoeding Tijdvak Substroom Uitgekeerd bedrag Aantal geld ontvangende freelancers
Thuiskopie 2008 Audio 102136,77 60
Thuiskopie 2008 Video 78186,2 52
Leenrecht 2008 Periodieken 1421645,18 623
Reprorecht 2008 Kranten 456800,16 662
Reprorecht 2008 Publiekstijdschriften 229375,94 749
Totaal     1009144,25 2146 (=1056 verschillende personen)



In totaal zijn er aan 1.056 verschillende freelance journalisten betalingen gedaan. Sommigen

van hen hebben vergoedingen uit verschillende geldstromen ontvangen, waardoor het in het overzicht genoemde totaal van 2.146 >geld ontvangende personen= door samenloop in feite ongeveer de helft lager uitkomt.

Journalistieke aansluiting en stemrecht

Oud-aangeslotenen van de journalistieke Stichting Nieuwswaarde zijn door de Stichting Lira begin 2009 welkom geheten als aangeslotenen van Lira, met de bevoegdheden die bij dat aangesloten zijn horen. Ook ten aanzien van het bijwonen van de vergadering van aangeslotenen op 29 mei 2010 en de uitoefening van het stemrecht bij het benoemen van bestuursleden.

Leden van het Lira-bestuur worden voorgedragen door ofwel de Vereniging van Schrijvers en Vertalers en haar afdelingen, ofwel de Nederlandse Vereniging van Journalisten, ofwel de vergadering van stemrechthebbende aangeslotenen. Een en ander is vastgelegd in de statuten van de Stichting Lira en zal nader toegelicht worden in de uitnodigingen en vergaderstukken die als oproep tot het bijwonen van de jaarvergadering op 29 mei 2010 in Amsterdam worden rondge­stuurd.

Journalistiek aansluitingscontract

Het bestuur van de Stichting Lira heeft de intentie de aansluiting van journalisten bij Lira te gaan formaliseren in een aansluitingscontract dat ter ondertekening zal worden rondgezonden. Maar zover zijn we nog niet.

Intern wordt al een aantal maanden overlegd hoe dat zou moeten. Die discussie krijgt een belangrijke impuls, wanneer in mei 2010 de NVJ, de FLA en het Lira-bestuur met elkaar in overleg treden om de inhoud van zo=n aansluitingscontract te bepalen. Twee richtlijnen zijn daarbij van kracht: hoe meer het journalistieke aansluitingscontract lijkt op het contract dat andere aangeslotenen (inmiddels zo=n 6.500 auteurs) hebben ondertekend, des te eenvoudiger lijkt het. Anderzijds: het is van groot belang diensten te verlenen aan journalisten op terreinen waarop zulke diensten ook daadwerkelijk vruchtbaar kunnen zijn en de journalistieke beroepsuitoefening niet door de aansluiting wordt belemmert.

Concreet: het moge duidelijk zijn dat de geldstromen die thans in de richting van journalisten vloeien, eind 2009 voor in totaal iets meer dan een miljoen euro, op zijn minst in stand moeten blijven.

Ook is inmiddels wel duidelijk dat zo=n aansluitingscontract ook de overdracht van kabelrechten zal omvatten, omdat het hoog tijd wordt dat ook journalisten voor uitgezonden werken, indien zij hun kabelrechten voorbehouden, kabelgelden gaan ontvangen. Logischerwijs zullen kabelrechten derhalve in zo=n aansluitingscontract moeten figureren.

Maar het antwoord op de vraag welke ándere rechten zich lenen voor collectieve exploitatie wordt vervolgens opeens een stuk ingewik­kelder, vooral ook als daarbij naar een zo uniform mogelijk aansluitingscontract wordt gezocht.

Overleg tussen NVJ, FLA en Lira is derhalve zeer noodzakelijk.

KH