Journalistieke repartities 2009
Het jaar 2009 is het eerste jaar dat de uitkering van auteursrechtelijke gelden aan journalisten onder de verantwoordelijkheid van Lira valt sinds het samengaan van Nieuwswaarde met Lira. Op 23 januari 2009 plaatsten betrokken partijen, te weten Stichting Nieuwswaarde, Stichting Lira en de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), hun handtekening onder een overeenĀkomst waarin het samengaan een feit werd.
Als gevolg van de overname door Lira van de activiteiten van Nieuwswaarde is aan de zijde van auteurs en journalisten één organisatie ontstaan voor rechten op teksten van welke aard dan ook, daarmee gevolg gevend aan een algemeen gevoelde wens het auteursrechtelijke terrein zo overzichtelijk mogelijk te maken en krachten en middelen zoveel mogelijk te bundelen. Daarbij dienen >rechten op teksten=ruim opgevat te worden, want ook bijdragen van auteurs en schrijvende journalisten aan bijvoorbeeld omroepproducties vallen daar in beginsel onder.
Verschillen Nieuwswaarde/Lira
Tussen Nieuwswaarde en Lira bestaan op het terrein van de incasso en verdeling van gelden belangrijke verschillen. Ook de wijze waarop de organisaties werkten, is anders. Om nog maar niet te spreken van allerlei verschillen die de administratiekosten en inhoudingen voor sociaal-culturele doeleinden betreffen.
Niet al deze verschillen hoeven weggewerkt te worden, maar enige stroomlijning lijkt wenselijk. Zo was het voor bestuursleden van Lira even wennen aan het feit dat Nieuwswaarde geen aangesloten journalisten kent in de zin zoals Lira aangesloten auteurs heeft. Bij Lira kan een auteur een aansluitingscontract ondertekenen, bij Nieuwswaarde is dat niet mogelijk.
Oproep om verstrekking gegevens
Nieuwswaarde werkte -en werkt ook in 2009- met een oproep aan freelancejournalisten, voor zover zij met hun adresgegevens bij Lira-Nieuwswaarde bekend zijn, om gegevens te verstrekken die nodig zijn om binnenkomende gelden onder hen te verdelen. Die opgave dient te geschieden via opgaveformulieren die inmiddels op Lira=s website vallen te downloaden. Journalisten wordt gevraagd op die twee onderscheiden opgaveformulieren hun creatieve bijdragen aan te melden die in het jaar ervóór gepubliceerd of uitgezonden zijn.
Het gaat om twee opgaveformulieren, en wel (1) voor periodieke geschriften zoals dag- en nieuwsbladen en publiekstijdschriften en (2) voor radio- en tv-programma=s. Ook wordt gevraagd ontvangen honoraria te vermelden. Dat honorarium wordt gebuikt als sleutel voor de verdeling van beschikbare gelden, terwijl steekproeven de integriteit van de opgegeven honoraria bewaken.
In het vierde kwartaal van het jaar 2009 ontvangt de betrokken journalist van Lira-Nieuwswaarde geld met daarbij een specificatie van kosten. Dat geld bestaat uit opbrengsten uit reprorecht voor kranten en publiekstijdschriften, leenrecht voor de uitleen van tijdschriften, alsmede -indien van toepassing- Clip- en readergelden.
Doelgroep aansluitingscontract
Het Lira-bestuur zou graag de verdeelsystematiek van Nieuwswaarde met passende bedachtzaamheid integreren in die van Lira. Dat zou bijvoorbeeld betekenen dat ook aan eertijds bij Nieuwswaarde aangesloten, maar inmiddels als aangeslotenen van Lira welkom geheten freelance-journalisten een Lira-aansluitingscontract zal worden voorgelegd, maar dan wel een aansluitingscontract dat past bij hun professionele activiteiten, dus bij het soort rechten dat zij creëren en bij de mogelijkheid om die rechten collectief te verzilveren. Kortom: een aansluitingscontract dat zowel de aangeslotene als de collectieve beheersorganisatie ten goede komt.
Doelgroep van het aansluitingscontract zijn freelance-journalisten waarmee bedoeld zijn: journalisten die hun vak niet in dienst van een werkgever uitoefenen.
In Nederland is een werkgeversauteursrecht van kracht dat de meeste andere Europese landen niet kennen, maar waardoor journalisten-in-loondienst geen auteursrecht hebben op de werken die zij maken. Dat auteursrecht valt toe aan hun werkgever, de directie van de krant of het tijdschrift of de omroep bij wie zij in dienst zijn. Deze werkgever wordt ingevolge artikel 7 van de Auteurswet als maker van de teksten aangemerkt, inclusief de aan makers toekomende auteursrechten. Er is nog een ontsnappingsmogelijkheid: de journalist en de werkgever kunnen overeen komen dat het werkgeversauteursrecht specifiek in hun relatie niet van toepassing is. Maar van die ontsnappingsmogelijkheid wordt weinig gebruik gemaakt.
We zouden het graag anders gezien hebben, maar journalisten-in-loondienst behoren daarom niet tot Lira's doelgroep. Zij kunnen eenvoudig geen auteursrecht overdragen, want zij hébben het niet. En voor aansluiting bij Lira is overdracht van een minimum-aantal specifieke auteursrechten noodzakelijk. Een collectieve beheersorganisatie moet iets te beheren hebben, anders komt er geen geld voor verdeling binnen. Zo eenvoudig is het.
Inhoud aansluitingscontract
In Lira=s aansluitingscontract wordt de auteur of journalist gevraagd om overdracht van een aantal auteursrechten die Lira nodig heeft om -met die rechten in de hand- vergoedingen te claimen bij diverse exploitanten. Exploitant is iedereen die iets met het werk van een auteur of journalist doet dat auteursrechtelijk relevant is. Meestal zal het daarbij gaan om vormen van wat in de Auteurswet heet openbaar maken, soms ook om vormen van verveelvoudigen (kopiëren), vaak om een combinatie van verveelvoudigen en openbaar maken.
In concreto wordt in Lira=s aansluitingscontract bijvoorbeeld de overdracht van kabelrechten gevraagd, rechten op teksten (denk aan columns) en audiovisuele werken (tv-series en speelfilms) en is het Lira te doen om de incasso van kabelgelden bij kabelexploitanten. Zonder rechten in de hand wordt er niet naar Lira's claims geluisterd, wordt er geen geld betaald, ontvangen aangesloten auteurs geen kabelvergoeding. Daarom hebben we in overeenstemming met artikel 26 van de Nederlandse Auteurswet kabelrechten nodig.
Zulk soort rechten kunnen niet of slechts met de grootst mogelijke moeite door een individuele auteur verzilverd worden. Daar heb je een collectieve beheersorganisatie voor nodig. Dan krijgen ook al die op zichzelf kleine rechten een groot financieel belang. Daarmee heb je één pijler voor de bouw van een collectieve organisatie. Daarom is zonder deze overdracht van kabelrechten geen aansluiting bij Lira mogelijk.
Daartegenover staan een aantal niet-verplichte overdrachten, en juist in die onverplichte overdrachten zitten een aantal rechten die voor journalisten van specifiek belang zijn en waarvoor bij gebruik door een exploitant een passende beloning op zijn plaats zou zijn.
Ik citeer uit de niet-verplichte overdrachten:
III a Terbeschikkingstelling van Werken in tekstvorm via internet of andere elektronische (mobiele) netwerken
III b Elektronische verspreiding van Werken in tekstvorm anders dan on demand (bijvoorbeeld e nieuwsbrief, elektronische knipseldienst, verzending krant naar e bookreader)
Komend aanbod aansluitingscontract
Het Lira-bestuur is voornemens zich de komende weken (eerder dan maanden) te buigen over de vraag in hoeverre het bestaande, in de loop van dit jaar (2009) ingevoerde Lira-aansluitingscontract, het liefst ongewijzigd, gebruikt kan worden voor het benaderen van freelance-journalisten die jaarlijks opgave doen van hun bijdragen aan kranten en tijdschriften en omroepprogramma=s om voor de verdeling van journalistieke gelden in aanmerking te komen.
Freelance-journalisten die voorheen van Nieuwswaarde geld ontvingen, mogen dan ook binnenkort een schriftelijk verzoek van Lira verwachten: een verzoek om zich ook formeel, en wel door ondertekening van een aansluitingscontract, bij Lira aan te sluiten. In de bijgevoegde brief zullen bedoelingen en mogelijkheden nader uiteengezet worden.
KH