editie 29 / september 2009

Invoering nieuw aansluitingscontract

In grote aantallen zijn medio 2009 wederom aansluitingscontracten toegezonden aan auteurs van allerlei soorten teksten: schrijvers, vertalers, bewerkers, scenaristen en ga zo maar door. Na een klein proefproject in het begin van dit jaar, gevolgd in de lente door rondzending van het aansluitingscontract aan Lira's vierduizend al aangesloten auteurs, is nu -zomer 2009- de groep van auteurs aan de beurt die nog niet bij Lira aangesloten is, maar met wie Lira wel ooit een financiële relatie heeft gehad of nog steeds heeft. Dat zijn overwegend de auteurs die van Lira leenrechtgeld ontvangen.

Ook voor hen is het wellicht nuttig om te weten wat de achtergrond en bedoeling van dit aansluitingscontract is.

Concrete aanleidingen

Naast een algemeen gevoel dat Lira=s aansluitingscontract een actualisering best goed zou kunnen gebruiken vanwege de vele technische ontwikkelingen in de distributie van auteurs­rechtelijk beschermde werken, zowel op het terrein van teksten als ten aanzien van op teksten gebaseerde audiovisuele werken (tv en film), waren er drie concrete aanleidingen.

Zo werd door technische evoluties en daarop volgende gerechtelijke uitspraken de incasso van kabelgelden bedreigd, vroeg de NPO aandacht voor haar nieuw geformuleerde wettelijke uit­zend­taak en werd Lira mede door uitgevers uitgenodigd om namens schrijvers en journalisten mee te gaan werken aan een veelheid van digitaliseringsprojecten in de sfeer van het culturele erfgoed, als eerste het krantendigitaliseringsproject van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.

Kabelgelden

De eigendomsoverdracht van kabelrechten die al sinds 1986 de hoeksteen van Lira=s aanslui­tings­con­tract is, moest aangepast worden aan zich voltrekkende technische veranderingen in het openbaarmakingsproces. Als gevolg van die veranderingen werd het verschil tussen primaire en secundaire uitzendingen geminimaliseerd, dat wil zeggen: niet opgeheven, maar beide vormen van openbaarmaking vielen wel steeds moeilijker van elkaar te onderscheiden. Lira had rechten op secundair door de kabel doorgegeven uitzendingen van auteurs overgedragen gekregen; de vrees bestond dat dat zou wel eens te weinig zou kunnen zijn om in gewijzigde technische omstandigheden kabelgelden te blijven ontvangen.

In het nieuwe aansluitingscontract is een oplossing gezocht in het zoveel mogelijk onafhankelijk van een altijd tijdelijke techniek maken van wat aan Lira overgedragen wordt. Het bleek onver­mijdelijk álle via de kabel getransporteerde uitzendingen onder de werking van de overdracht te brengen. We kwamen tenslotte -heel kort gezegd- uit op de doorgifte via de kabel van door de omroep aangekondigde en uitgezonden programma's. Het lijkt een subtiel verschil met eerdere formuleringen, maar het is desondanks belangrijk en juridisch nogal essentieel, be­doeld om de positie te versterken van aangeslotenen van Lira die aan­spraak kunnen maken op kabelgelden.

Grondslag van die kabelgelden-incasso blijft dat het billijk is alle creatief en financieel betrok­kenen bij de programma's die doorgegeven worden, mee te laten delen in de abonne­mentsgelden die kabelexploitanten zich door abonnees laten betalen voor het thuis bezorgen van programma=s waar deze exploitanten zelf geen cent in hebben gestoken noch enige creatieve bijdrage aan hebben geleverd.

Publieke omroepen

De Nederlandse Publieke Omroep kwam met de suggestie van een collectieve rechtenregeling ten behoeve van alle wettelijke taken die de NPO ingevolge de nieuwe Mediawet moet verrich­ten. Die nieuw geformuleerde wettelijke taken van de NPO vragen -kort gezegd- om uitzending op alle distributieplatforms. De gesuggereerde daarop aansluitende collectieve rechtenregeling zou kunnen lijken op wat al jaren met Buma voor de muziek is overeengekomen.

Het idee kwam op tafel in een gesprek over een verlenging in te wijzigen vorm van de Scenario-raamover­eenkomst. Aan die Scenario-raamovereenkomst was per 1 juli 2006 een einde gekomen ondanks verwoede en tijdige pogingen van scenarioschrijvers om tot een voortzetting te komen. Aan een onderhan­delingsde­legatie van het Netwerk Scenarioschrijvers en Lira die in Hilversum bijeen­kwam om met de NPO te spreken, werd gesuggereerd dat het wellicht voor Lira mogelijk zou worden als collectief op te treden door rechten van schrijvers, speciaal scenarioschrijvers, te leveren die de Publieke Omroep ingevolge de nieuwe Mediawet nodig heeft om de wettelijke uitzendtaak op een veelheid van platforms, dus via allerlei kanalen en technieken, uit te oefenen.

Auteurs zouden in dat geval hun opdrachthonorarium zoals altijd van de publieke omroep of bui­ten­producenten blijven ontvangen, maar het gebruik dat de publieke omroep van het werk zou gaan maken, zou -voor wat betreft het auteursdeel van de vergoedingen- wellicht in een contract met Lira geregeld kunnen worden. Vanzelfsprekend zou dat dan wel een aanvaardbaar contract moeten zijn, en in ieder geval zou Lira de mogelijkheid moeten behouden om, wanneer er sprake is van commerciële exploitatie door derden, denk aan kabelexploitanten, zelf rechtstreeks de kabel­vergoeding te blijven incasseren.

Als idee heeft een collectief contract voor uitzendrechten zowel voor omroepen als voor auteurs grote voordelen. Omroepen zouden veel gemakkelijker hun Nederlandse tv-drama (en wellicht méér) kunnen programmeren zonder steeds onderhan­delingen aan te moe­ten knopen met indivi­duele rechthebbenden. Ook financieel zouden individuele omroepen voor­de­len kunnen genieten, zodra dit soort collectieve contracten centraal betaald zouden worden.

In het voordeel van auteurs zou kunnen spreken dat Lira, eenmaal in het bezit van een redelijk bedrag, een verdeling in elkaar zou kunnen steken waarin in beginsel elke (of bijna elke) uitzen­ding een betalende uitzending zou kunnen worden. Van de hoogte van die vergoedingen zouden -zeker in het begin- geen wonderen mogen worden verwacht, maar een betalende uitzending blijft een betalende uitzending en dat is in het huidige gure Hilversumse klimaat mooi meegenomen, temeer doordat de wijze van verdeling een zaak van Lira en haar auteurs zou worden.

Of zo'n betrekkelijk eenvoudige regeling van uitzendrechten op alle platforms die de nieuwe Mediawet aan de NPO oplegt, gerealiseerd wordt, moet afgewacht worden, maar het is een interessant idee, een idee dat al eerder -denk aan Buma- heel goed bruikbaar is bevonden.

Om die suggestie om te kunnen zetten in realiteit moest Lira zich wel tal van rechten verwerven met betrekking tot al de relevante platforms. Daaronder bevinden zich ook rechten en bevoegd­heden die het Lira mogelijk maken tegen­over commerciële platforms eigen financiële claims uit te brengen ten gunste van auteurs.

Cultureel erfgoed

Uitgevers kwamen met een verzoek aan Lira om mee te helpen bij de digitalisering van cultureel-erfgoedprojecten en daarbij door licentieverlening of vrijwaring het makersdeel af te dekken en voor haar rekening te nemen.

Om een concreet en illustratief voorbeeld te geven: het krantenproject van de Koninklijke Bibliotheek betekent het maken van digitale verveelvoudigingen van een grote selectie van kranten vanaf de 17e eeuw tot 1995. Bezoekers van de KB krijgen via beeldschermen toegang tot die kranten (onsite-terbeschikkingstelling) en ook mensen van buiten de bibliotheek zullen in staat worden gesteld de kranten te bekijken (online-terbeschikkingstelling). Slechts een deel van die krantenpagina=s is nog auteursrechtelijk beschermd, naar voorlopige schatting 3 miljoen pagina=s. Toestemming van rechtheb­benden dient met betrekking tot deze nog beschermde pagina=s verkregen te worden op straffe van het risico dat anders een verbodsrecht in wordt geroepen met een eis tot schadevergoeding en meer. Waar die toestemming ontbreekt, bijvoor­beeld bij zogenaamde verweesde werken, zal een vrijwaring van aanspraken van de zijde van rechthebbenden moeten worden gegeven waardoor het project niet halverwege of na voltooiing alsnog krakend en piepend tot stilstand komt. Dus: licentie waar mogelijk, vrijwaring waar noodzakelijk. Met andere woorden: het gaat om een soort verzekering (vrijwaring) in combinatie met een toestemmingsregeling (licentie) waarvoor de digitaliserende en terbeschikkingstellende organisatie een overeen te komen prijs aan Lira en andere vertegenwoordigers van rechtheb­benden zal dienen te betalen.

Om Lira in staat te stellen aan de onderhandelingstafel plaats te nemen en namens rechthebbende auteurs en journalisten te spreken over licentieverlening, zou Lira zich minimaal een niet-exclusieve onderhandelingspositie moeten zien te verwerven. Vervolgens zou het nuttig zijn -waar mogelijk- om internetrechten van auteurs en journalisten te verwerven die het mogelijk zouden maken om namens hen concrete licenties te verlenen.

Google

Datzelfde geldt in grote lijnen voor de Google-settlement. Lira wil daarin een nog nader te bepa­len rol spelen ten gunste van Nederlandse auteurs, liefst in samenwerking met uitgevers, zoals Lira=s zusterorganisatie in Duitsland VG Wort dat ook doet. Immers, als een uitgever besluit zich verre van Google te houden, kan het zijn dat hij daarmee tegelijk zijn auteurs benadeelt, omdat in dat geval geen vergoedingen geclaimd dreigen te worden. Daarnaast hebben heel veel auteurs inmiddels hun internetrechten aan Lira toevertrouwd en heeft Lira een inspanningsverplichting die rechten te verzilveren. Ons devies is dan ook: samenwerking waar wenselijk en mogelijk.

Digitaal

Wie om zich heen kijkt, ziet dat een rechtenorganisatie die van deze tijd wil zijn, zich niet kan onttrekken aan ontwikkelingen op digitaal terrein, met daaraan verwante vormen van vastlegging op uiteenlo­pende dragers, zoals e-books en audio-boeken, en bij dit alles horende nieuwe distributie­technieken zoals -naast verkoop- ook online-terbeschikkingstelling, levering via e-book-readers, via de mobiele telefoon, en via zo ongeveer elke week een nieuwe techniek.

Eigen speelruimte voor auteurs

Daarbij vinden veel auteurs het een mooie ontwikkeling dat zijzelf in het digitale tijdperk in staat zijn hun werken via internet openbaar te maken, respectievelijk geheel of gedeeltelijk ter be­schik­king te stellen. Deze -zeg maar - zelfwerkzaamheid van makers dient door een collectieve beheer­organisatie gerespecteerd te wor­den, en daarom voorziet het nieuwe aansluitingscontract uitdrukkelijk in eigen mogelijkheden voor auteurs om -ook al hebben ze bepaalde internetrechten aan Lira toevertrouwd- hun werk op internet te laten zien en aan te bieden.

Lira's intenties

Voor wie zich als uitgever, producent of exploitant ongerust zou maken over Lira=s intenties, die dient zich bij dit alles voor ogen te houden dat Lira primair gericht blijft op collectieve aanwen­ding van rechten en bevoegdheden, niet om exploitaties/gebruiksvormen te verhinderen, maar juist om gebruik van werken mogelijk te maken tegen een passende beloning voor het creatieve, journalistieke, educatieve en weten­schappelijke talent dat ze gemaakt heeft.

De uitgever die digitalisering van al uitgegeven boeken naar e-books zou wensen, kan wellicht zijn voordeel doen met het feit dat zoveel van de door Lira aangeschreven auteurs bereid is Lira een licentierol te laten spelen in dat proces. En net als bij de kabelrechten indertijd be­staat er bij Lira ook nú een grote bereidheid om met uitgevers rond de tafel te gaan zitten om te helpen nieuwe rechten, zoals e-book-rechten in de modelcontracten tussen LUG en VvL te integreren.

Redelijke vergoedingsnormen

Het moge duidelijk zijn dat op digitaal terrein bij Lira vooral de bevordering van redelijke ver­goe­dingsnormen voor nieuwe digitale exploitatievormen zoals e-books voorop staat. Ook moet het belang van collectieve beheerorganisaties niet onderschat worden als het in de naaste toe­komst gaat om het faciliteren van exploitaties die zonder collectieve component praktisch onmogelijk geregeld zouden kunnen worden. Iets dergelijks doet zich al voor in de culturele erfgoedsector waar het verbodsrecht en de financiële aanspraken van soms vele duizenden rechthebbenden tegelijk veilig gesteld dienen te worden. En we hoeven niet eens de toekomst in voor een aantal krachtige voorbeelden: achterom kijkend is het duidelijk dat ook de leenrecht­gelden, de thuisko­pievergoedingen, veel van de reprorechtvergoedingen en evenzeer de kabel­gelden zonder de collectieve dienstverlening waarop zij steunen, onmogelijk geregeld hadden kunnen worden. Dienstverlening door verschillende collectieve partijen is onmisbaar voor een goed functio­nerend rechts­systeem op het terrein van de beschermde werken. Zagen ze dat in de Tweede Kamer ook maar zo...

Collectieve regelingen

Ten aanzien van werken in tekstvorm is Lira's beleid erop gericht is overal waar collectieve rege­lingen ten aanzien van digitale rechten op teksten aan de orde zijn, namens zo veel mogelijk aan­gesloten auteurs akkoorden, te verstaan als collectieve regelingen, te kunnen sluiten, dit overeen­komstig de leidraad die Lira hanteert: dat haar optreden plaats heeft ten aanzien van rechten die auteurs niet of slechts heel moeilijk op individuele wijze te gelde kunnen maken.

Lira wil dus collectief, dat wil zeggen: namens zoveel mogelijk auteurs en voor zoveel mogelijk werken, toestemming verlenen voor bepaalde welomschreven exploitaties van auteursrechtelijk beschermde werken. Lira zal verkregen rechten en bevoegdheden die niet goed collectief aan te wenden zijn, proberen onder te brengen in modelcontracten met groepen van uitgevers en produ­centen. Lira=s uiteindelijke doel is het veilig stellen van een passende beloning voor makers van teksten en het verdedigen van de zeggenschap van auteurs over hun werk binnen grenzen van redelijkheid.

Het is in het belang van auteurs, uitgevers en producenten dat exploitaties mogelijk blijven, doorgang vinden en in aantal en bereik toenemen. Anderzijds wordt het voor auteurs steeds moeilijker om een vinger achter al die exploitaties te krijgen. De betrekkelijk eenvoudige wereld van de vorige eeuw hebben we vooral met de digitalisering van auteursrechtelijk beschermde werken voorgoed verlaten.

KH