Een woord van de voorzitter (22)
Het Schrijversprotest van 1962-1963 beoogde naast de oprichting van een fonds voor literaire auteurs de instelling van een pensioenfonds en een leengeld. Dat en veel meer staat beschreven in het interessante boek van dr. Pauline Micheels, Geen vogel kan van louter fluiten leven dat eind vorig jaar, nog ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Vereniging van Letterkundigen, bij Uitgeverij Contact is verschenen en dat een levendig overzicht geeft van een eeuw lang strijd om modelcontracten, royalty’s en andere soorten vergoedingen.
Het Fonds voor de Letteren is er gekomen. Een pensioenfonds ook, zij het veel later en in een zeer bescheiden vorm en zeker niet door toedoen van de overheid. En het heeft nog heel lang geduurd voor er in de jaren tachtig van de vorige eeuw een begin werd gemaakt met een soort leenvergoeding.
Conclusie? De molens van de overheid malen langzaam, maar ze malen. Nieuw fenomeen: ze schijnen soms opeens heel heftig in volstrekt tegengestelde richting te gaan draaien. Zo’n tijd van terugslag maken we thans kennelijk mee. Het begon zo mooi, met een verzoek van het ministerie van Justitie aan het Amsterdamse Instituut voor Informatierecht (IVIR) om eens te kijken naar het auteurscontractenrecht in de landen om ons heen. Dat onderzoek wees uit dat Nederland op dit terrein een pijnlijke achterstand had opgelopen. Maar de overheid deed tot nu toe niets met de wetenschappelijke bevindingen.
Toen maakte de NMa een probleem van de modelcontracten tussen auteurs en uitgevers: er zouden prijsafspraken in staan die niet mochten. De uitkomst van 100 jaar sociale strijd, zo levendig beschreven in het boek van Pauline Micheels, werden alsof het om een duister kartel ging, terzijde geschoven.
Tot slot werden eind december 2006 door Justitie voorstellen op tafel gelegd die het wettelijk toezicht op het collectief beheer zouden moeten verbreden en versterken. Ook alle vrijwillige collectieve beheerorganisaties zoals Lira zouden onder direct toezicht komen te vallen. Toezicht is niet erg. Wij hebben niks te verbergen. Maar het is niet nódig, want Lira’s activiteiten staan al onder toezicht en wel via de eigen-recht-organisaties Leenrecht, Thuiskopie en Reprorecht waarvoor Lira gelden onder schrijvers en vertalers verdeelt. Ons standpunt is dat alleen bij wettelijke monopolies een wettelijk geregeld toezicht past en Lira heeft geen wettelijk monopolie.
De overheid, kennelijk onder politieke druk geplaatst, buigt wel opvallend soepel mee in een scherp gedraaide wind.
KH