Geen geringe verdienste
Ter gelegenheid van het afscheid van penningmeester Rien Verhoef schreef dichter Tsead Bruinja dit gedicht 'geen geringe verdienste' voor hem, met een vertaling naar het Engels van vertaler David Colmer
penningmeester het verschil tussen kruipruimte
machinekamer en vergadertafel is minimaal
voor wie zich onzichtbaar weet te maken
en tijdens mooi en slecht weer goed bewapend
zijn pappenheimers leerde kennen
en een tolk is natuurlijk geen joker
maar voor wie de handigheid met oliekan
fileermes en plumeau weet te combineren
met de speelse twinkeling die verhuld knipoogt
vanuit de dekking van een ogenschijnlijk lichtbekrulde
onderkoelde zin in een ingezonden brief
voor iemand die zich niet in de kaarten laat kijken
of bang is de soep net wat heter op te dienen
en die zich niet lamgeslagen laat begappen
door de struikrovers van het auteursrecht
bij wie je als je het waagt hem de suikertand te trekken
van een kouwe kermis thuiskomt
(en van wie je de kleinzoon zou willen zijn met hem
onder de lat op een Amstelveens voetbalveld)
over wie de ene AI tegen de andere AI
met de rug naar de februarikou voor de kapel
van een datacentercrematorium jong
welopgevoed en allebei nog maagd
over honderdzestig jaar zegt
het was een religieus verlangen dat mocht hopen
het was de heilige graal van de wetenschap
snap jij waarom dat zo maar in mij opkomt?
waarop de andere AI zegt
het is een goddelijke rug waarop wij groeiden
een begin is niet zo eenvoudig aan te geven
al is er al decennia geen sprake meer
van boek leenrecht of dikbesigaarde uitgever
daarom was er nog wel een penningmeester
voor zo’n mens raken machines later overmand
door een ultrahip ouderwets gevoel van heimwee
naar spelregels fatsoen
en babylon
No small Achievement
treasurer the difference between crawlspace
machine room and conference table is minimal
for someone who can make himself invisible
and long since learnt come rain or shine
to gird his loins with the tricks of the trade
interpreting’s no joke of course
but for someone who combines a knack
for oilcan scalpel and feather duster
with a playful gleam that winks discreetly
from the cover of what seems an undercooled
if slightly high-flown sentence in a letter to the editor
for someone who keeps them close to his chest
but dares to push the envelope
who’s not grown numb to the clapperclawing
of the royalty abstractionists
who’ll give you short shrift
if you cavil at his sweet tooth
(and whose grandson you’d like to be with him
in goal on an Amstelveen football pitch)
about whom one hundred and sixty years hence
outside the datacentre crematorium chapel
one young educated AI in conversation
with another both virgins will say
it was religious yearning granted hope
it was the holy grail of science
where’s that come from?
whereupon the other AI replies
it was a divine back on which we grew
a beginning is not that simple to mark
for decades now no mention
of lending rights or cigar-sucking publishers
but still there was a treasurer
in honour of a man like that machines will one day
be overwhelmed by an ultra-hip old-school nostalgia
for decency and rules
for Babel
Tsead Bruinja
Translated by David Colmer