De Langere Adem: Twee dichters in gesprek
Dichter Saskia de Jong leest voor uit eigen werk en gaat in gesprek met Asha Karami over hoe haar gedichten ontstaan, de schoonheid van fouten en taal die moet gisten. Ook haar bundel voor kinderen komt aan bod.

Saskia de Jong, rechts Asha Karami | Beeld: Mattie van der Worm
Alle stoelen zijn bezet, in de zaal in Amsterdam Oost. Op het podium zitten twee dichters aan tafel voor het gesprek. Asha Karami opent met een woordassociatie: zij noemt telkens een woord waarop Saskia de Jong met één woord mag reageren. Soms volgt het antwoord snel, soms valt er een lange stilte. De woorden komen uit het werk van Saskia. Op ‘cirkel’ antwoordde ze met ‘deugend’, op ‘jaagpad’ met ‘huis’.
De Langere Adem is een reeks schrijversgesprekken die wordt georganiseerd door stichting IWOSYG, met steun van het Lira Fonds en Stadsdeel Oost van de gemeente Amsterdam. De gesprekken vinden plaats in het gebouw De Lange Adem in Amsterdam. De reeks kende inmiddels drie eerdere edities: een interview met Kreek Daey Ouwens, een gesprek tussen Yolanda Entius en Lars Meijer, en een ontmoeting tussen Koos van Zomeren en Hans Maarten van der Brink. De vierde editie bestond uit een gesprek tussen de dichters Saskia de Jong en Asha Karami.
Haperende taal
Na de woordassociatie, leest Saskia haar eerste gedicht voor, getiteld openingsreden uit haar debuutbundel zoekt vaas. Asha vraagt zich af hoe zo’n gedicht ontstaat. Saskia moet diep graven—het is immers 21 jaar oud—maar vertelt dat ze een verzamelaar is, in dit geval van zinnen. Bij herlezing ziet ze dat ze in de kern weinig is veranderd. Veel elementen uit haar huidige werk zijn al aanwezig: humor, ordening en ook het haperen van taal. Dat stotteren beschouwt ze als een essentiële manier van communiceren. ‘Taal wordt interessant waar ze hapert, waar ze onvolkomen is,’ licht ze toe. In haar bundels laat ze fouten ook staan in een volgende druk, ze juicht feilbaarheid toe.
‘Taal wordt interessant waar ze hapert, waar ze onvolkomen is’
Gisten als wijn
Haar tweede gedicht weer ouwevrouwenzomer uit haar bundel resistent, valt op door herhalingen en verschuivingen—kenmerkend voor haar benadering van taal. Ze houdt ervan om alles opnieuw ter discussie te stellen en niets als vanzelfsprekend te nemen.
Ouwevrouwenzomer is een gedicht in opdracht en gaat over wijn, en haar werkwijze vertoont daar gelijkenis mee: ze bekijkt een onderwerp van alle kanten en wacht af welke vorm zich aandient.
Het is een kwestie van rijpen, van laten gisten—zonder er te veel bovenop te zitten. ‘Als je maar genoeg in je hoofd stopt, komt er iets uit,’ aldus Saskia. Ze ervaart veel frictie in haar leven, maar gaat dat niet uit de weg. Integendeel: ze zoekt de spanning op en zoekt vervolgens naar de kieren, de uitwegen—zoals water zijn weg naar buiten zoekt.
Actieve houding
Daarna leest ze g godgans voor, een gedicht uit haar kinderbundel De deugende cirkel. Met die bundel bezoekt ze scholen; ze vindt het een feest om voor kinderen te schrijven. Ook als ze woorden niet kennen, accepteren ze het geheel. Saskia benadert taal zoals een peuter dat doet: met het motto “zelf doen.” Kinderen hebben een actieve houding ten opzichte van taal. Achter in de bundel staan alle woorden uitgelegd—niet alleen de moeilijke. ‘Wie ben ik om te bepalen wat zij moeilijk vinden?’ zegt ze.
Pleidooi voor achteruitgang
Het vierde gedicht uit de bundel het jaagpad op en af, is een favoriet van Asha. Het valt haar op dat Saskia nooit het ‘ik’ gebruikt, maar altijd ‘wij’. Saskia vertelt gefascineerd te zijn door de mensheid— met zowel goede als slechte kanten. Ze heeft zelfs een manifest geschreven waarin ze in deze tijd van snelle vooruitgang pleit voor ‘achteruitgang’.
Saskia houdt ervan om alles opnieuw ter discussie te stellen en niets als vanzelfsprekend te nemen
De middag is voorbij, we zagen een mooi inkijkje in de gedachtegang van dichters. Wat inspireert ze, hoe gaan ze om met taal? Mooi om twee dichters in gesprek te zien. Wat opvalt: ze praten beide heel rustig en behoedzaam, nemen de tijd om de juiste woorden te vinden en bieden hiermee een mooi tegenwicht in deze tijd waarin alles snel gaat.
Achtergrond dichters
Saskia de Jong is dichter. Voor haar debuut, zoekt vaas (2004), werd ze genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs. Ook haar tweede bundel, resistent (2006), oogstte veel lof. Ze ontving er de Gedichtendagprijs 2007 voor en werd genomineerd voor de Paul Snoekprijs. In haar bundel de deugende cirkel (2010) beschrijft de Jong in gedichten voor kinderen op humoristische wijze het dierenrijk van A tot Z. Haar recentste bundel, het jaagpad op en af, verscheen in 2020. In 2021 ontving ze de A. Roland Holstprijs voor haar gehele oeuvre.
Asha Karami is dichter, jeugdarts en ringarts bij vechtsportgala's. Ze liet haar naam meermaals veranderen en sprak in haar jeugd vier talen vloeiend. In 2018 werd ze tweede op het Nationaal Kampioenschap Poetry Slam als anti-performance performer. Haar debuutbundel Godface (2019) werd lovend ontvangen en haalde nominaties binnen voor de Herman de Coninckprijs, De Grote Poëzieprijs en de E. du Perronprijs. In 2024 won ze het Charlotte Kohler stipendium.
Dorine van der Wind
Dit project is mede mogelijk gemaakt door Stichting Lira Fonds