Doorgeefgedicht
Met het ‘Doorgeefgedicht’ biedt Lira Nieuws dichters een podium waarop ze, zonder eisen of voorwaarden vooraf, nieuw eigen werk kunnen presenteren. Om daarna het stokje door te geven. Dit keer is Eva Gerlach doorgeefdichter.

Eva Gerlach (1948) debuteerde in 1977 met gedichten in Hollands Maandblad; in 1979 publiceerde Uitgeverij De Arbeiderspers haar eerste bundel, ‘Verder geen leed’. Hierop volgden tot en met 2024 ruim twintig poëziepublicaties. Dit voorjaar verschijnt bij Querido Kinderboek ‘Vlieg zegt de vloer’.
Voor de volgende editie geeft zij de opdracht door aan Kreek Daey Ouwens. ‘Kreek Daey Ouwens’ gedichten las ik voor het eerst in Hollands Maandblad, jaren ‘80, met grote ontroering. Zowel daarvoor als sindsdien heb ik zelden iemand gelezen die met zo weinig ophef zoveel menselijks kan uitdrukken; die pijn en het ontwijken ervan zo samenvlecht, wantrouwen en overgave zo laat versmelten – en die keer op keer via de kleinste details in de karigste taal zo’n wijd perspectief van, in haar woorden, ‘ongewapend gevoel’ opent, om het in bijna dezelfde beweging weer dicht te trekken. Zwijgschrijven: Alberts’ ‘De bomen’ bijvoorbeeld, Becketts ‘Mal vu mal dit’, Emily Dickinsons ‘Pain has an element of blank’ – en Kreek Daey Ouwens.’
Ma weer
Telkens dat jaar het breken van je ogen
niet bij dood op het eind gewoon in bad
als ik de spons aan tafel bij je ei
lepeltje lepeltje in de tuin om zwart
op blad van rozen die je niet meer kende
Elke dag duizend doden stervenspijn
om niks om luiers om jezelf vergeten
om mij voorop Kind ga maar weg wat ben je
slecht voor me alles wat ik weet gepikt
laat me toch wie niets heeft mag breken kracht
moet kunnen maar alleen als zacht
mag mogen
Uit ‘Schipper mag ik overvaren’ (in bewerking)
Eva Gerlach