‘De verheerlijking van geweld was voor mij al langer een thema’
De theaterproductie ‘Fightclub’ is een krachtige en rauwe voorstelling waarin de impact van geweld op het leven van vrouwen centraal staat. In soms adembenemende scènes wordt het publiek meegenomen in een verhaal dat zowel confronterend als inspirerend is.

Beeld: Erik Franssen
Bij binnenkomst in Theater Zuidplein valt direct het bijzondere decor op. Een gordijn van kettingen vormt een achtermuur, terwijl schermen op verschillende hoogtes een kamer afbakenen. Ze werpen verschillende kleuren licht op het podium en creëren daarmee steeds een andere sfeer.
Als de lichten in de zaal uitgaan, rijden een arts en verpleger met grote spoed een ziekenhuisbed de kamer binnen. Koortsachtig installeren ze medische apparaten, de ritmische piep van een hartslagmeter zet de toon voor de komende scènes: onheilspellend en intiem.
Optimisme versus realiteit
Mine, de vrouw in het bed, lijkt na een zware mishandeling in coma te liggen. Eenmaal aan de medische apparatuur gekoppeld, staat haar geest op en spreekt tot het publiek. ‘Het is mijn lichaam maar, ik ben het niet echt’, stelt ze gerust. ‘Je lichaam is als een jas die je uit kan doen.’ Ze illustreert zo hoe ze geleerd heeft om te gaan met misbruik en geweld: als je doet alsof het er niet is, is het er ook niet.
Mine richt zich liever op de mooie dingen in het leven. Scroppino’s op het terras, de stem van haar oma, of het idee dat mensen in nood altijd geholpen worden. Maar al snel wordt duidelijk dat de realiteit toch vooral geweld en onrecht tegen vrouwen toont.
Agressief en strijdvaardig
‘Als je iets wil veranderen, moet je zelf ook iets veranderen’, klinkt ineens een stem vanuit het ijzeren gordijn. Dan verschijnt Wee, een mysterieuze, vurige vrouw, die Mine uitdaagt om de waarheid onder ogen te zien: ‘Jouw optimisme is obviously not working!’ Volgens Wee kun je je als vrouw beter net als mannen agressief en strijdvaardig opstellen. Haar pleidooi voor verandering – gedreven door angst, hoop en woede en met een vechthouding als middel, dwingt Mine om over haar tactiek na te denken. Toch houdt ze onvermoeibaar vast aan haar zonnige kijk.
‘Toen mijn buurvrouw slachtoffer bleek van huiselijk geweld, wist ik: ik moet het thema ‘geweld’ belichten vanuit het vrouwelijk perspectief.’
Subtiel geweld
Wee is nog niet weg of er verschijnt een clown. Hij doet zich voor als Cliniclown, maar met zijn klassieke, oranje clownspruik en onvoorspelbare en agressieve gedrag, is hij angstaanjagend.
Geïntimideerd danst Mine met hem, tot hij in haar borsten knijpt en er vandoor gaat. ‘Dat was leuk, toch?!’ schreeuwt hij, terwijl hij weer verdwijnt en Mine verbouwereerd achterlaat. Ook in de volgende scène, waarin de arts zich grensoverschrijdend gedraagt, wordt duidelijk hoe subtiel geweld tegen vrouwen, vaak onder het mom van ‘grappig’, maar al te vaak plaatsvindt.
Spectaculaire trappen
Mine sluit zich alsnog aan bij Wee’s Fightclub, een manier om niet alleen te leren vechten, maar ook je innerlijke kracht te ontdekken. Al snel deelt ze rake klappen uit. De gevechtsscènes in het stuk zijn spectaculair, als een hypnotiserende dans waarin agressie en elegantie elkaar afwisselen. Terwijl Mine rake trappen en klappen uitdeelt, klinkt haar nieuwe mantra steeds luider: ‘Ik ben een vechter, ik ben geen slachtoffer.’ Maar tegelijkertijd groeit de vraag: moet je geweld inderdaad met geweld bestrijden?
Verheerlijking van geweld
‘Geweld is nooit een oplossing voor geweld’, zegt regisseur Corien Feikens. ‘Maar zo wordt wel vaak gedacht. Ik wilde dat Mine deze vraag onderzocht.’ Samen met schrijver Vera Morina schreef Feikens het stuk. ‘De verheerlijking van geweld, zoals we die in de maatschappij regelmatig tegenkomen, was voor mij al langer een thema. Ik was geshockeerd door filmpjes waarop buschauffeurs in elkaar getrapt werden en die onder de noemer ‘humor’ viraal gingen. Ook viel mij al langer op dat veel series en films over daders gaan, zelden over slachtoffers. Toen mijn buurvrouw slachtoffer bleek van huiselijk geweld, kwam het ineens heel dichtbij. En wist ik: ik moet het thema ‘geweld’ belichten vanuit het vrouwelijk perspectief.’
‘Geweld is nooit een oplossing voor geweld. Maar zo wordt wel vaak gedacht.’
Passieve getuigen
‘De nog altijd populaire film Fight Club is een ultiem voorbeeld van de verheerlijking van geweld’, verklaart Feikens haar verwijzing naar de film uit 1999. Daarbij dacht ik: die naam trekt vast veel mensen. En dan krijgen ze iets heel anders voorgeschoteld.’
In een sleutelscène van het stuk verschijnt een aantal personages die getuige waren van Mine’s mishandeling, en vertellen waarom ze niets deden. Deze momenten dwingen het publiek om na te denken over verantwoordelijkheid, medeplichtigheid en hoe onverschilligheid even destructief kan zijn als geweld.
Hoop als slotakkoord
Dan zijn we weer terug bij de vrouw in het bed, nog steeds in coma: als de wereld zo vergeven is van geweld, en daar niet aan te ontkomen lijkt, waarom zou ze dan nog wakker willen worden? Maar diep van binnen overheerst een sprankje hoop dat de wereld een ‘vette plek’ kan zijn. Het slot van de voorstelling laat zien dat hoop uiteindelijk de belangrijkste drijfveer is om door te gaan.
Dit project is mede mogelijk gemaakt door Stichting Lira Fonds.
Deirdre Enthoven