editie 60 / juli 2021

Steunfonds biedt nieuwe ideeën een kans

Begin 2020 viel voor veel schrijvers het werk plotseling stil. Om de gevolgen van corona op te vangen, riep de Stichting Lira samen met andere rechtenorganisaties het Steunfonds Rechtensector in het leven. Dit stelde onder meer vijfhonderdduizend euro beschikbaar voor nieuwe projecten van professionele schrijvers. Journalist Judit Neurink en jeugdauteur Tanja de Jonge deden een beroep op deze subsidiemogelijkheid.

Steunfonds biedt nieuwe ideeën een kans

Judit Neurink met een inwoner van het Koerdische Acre


Freelance journalist Judit Neurink: ‘Ik heb het Matchingfonds om steun gevraagd’

Judit Neurink woont en werkt in het Midden-Oosten. Ze deed een beroep op de Regeling Steunfonds Freelance Journalisten, uitgevoerd door de Stichting Matchingfonds van De Coöperatie. Dat gaf haar de tijd om onderzoek te doen dat leidde tot het artikel ‘Op de Emiraten mag de chanoekia branden’ dat in de Groene Amsterdammer verscheen.

‘De joodse geschiedenis van het Midden-Oosten is goed verborgen. Het is een taboe om te spreken over de invloed van joden op de geschiedenis van bijvoorbeeld Irak en Iran. Groot was daarom mijn verbazing toen ik ontdekte dat er in Dubai een kleine joodse gemeenschap bestaat die er openlijk een joodse levensstijl op na houdt. Daar wilde ik meer over weten, maar ik kwam er niet aan toe. Na de uitbraak van corona lag mijn andere werk zo goed als stil en opeens had ik tijd om er in te duiken. Ik kon niet reizen, dus al mijn research deed ik via internet. Ik sprak mensen via Zoom en Skype maar dat was lastig. Veel mensen in die regio zijn niet erg eager om met de pers te praten en daardoor heeft dit project veel tijd gekost.

Daarom heb ik het Matchingfonds om steun gevraagd. Ik wist van het bestaan van de noodregeling af, maar aanvankelijk wilde ik daar geen gebruik van maken. ‘Ik red me wel’, dacht ik. ‘Anderen hebben het veel slechter dan ik.’ Typisch een reactie van een freelancer, denk ik. Het is je trots dat je het zelf wel redt en ik héb ook een goedlopende freelance praktijk. Alleen was de hoeveelheid werk door corona drastisch afgenomen. Het was lastig om dat toe te geven.

Inmiddels staat er veel weer op de rails, gelukkig. Dankzij dit stuk heb ik nieuwe opdrachten gekregen, onder meer voor De Groene Amsterdammer. In het najaar hoop ik weer te kunnen gaan reizen en veel meer verhalen te gaan maken. 
Het aanvragen van de subsidie was eigenlijk heel simpel. Geen ingewikkelde formulieren. Wat ik wel jammer vond, is dat het geld pas op mijn rekening stond nadat het stuk gepubliceerd werd.’


 

Jeugdboekenschrijver Tanja de Jonge: ‘Ruimte voor iets nieuws’

Tanja de Jonge kreeg een bijdrage op grond van de Regeling nieuwe projecten en werkbeurzen auteurs, uitgevoerd door de Auteursbond. Ze gebruikte het voor het schrijven van een verhalenbundel met lesideeën voor het MBO: Kadisha’s eer.

‘Al mijn lezingen en schrijversbezoeken werden in een keer afgelast. Ik las over de subsidieregeling, maar dacht dat het om subsidies ging voor auteurs die niet meer in hun levensonderhoud konden voorzien. Pas toen ik begreep dat het projectsubsidies zijn, bedoeld om een concreet project aan te pakken, zag ik mogelijkheden

Ik heb in 2019 een aantal van mijn verhalen voor 12- tot 15-jarigen in eigen beheer gepubliceerd omdat er volgens mijn uitgever geen winst mee te behalen is. Tijdens mijn auteursbezoeken op scholen hoorde ik van docenten en leerlingen juist dat ze liever korte verhalen lezen dan een heel boek. Zo is bij mij het idee ontstaan om dat boek zelf te gaan maken en uit te geven. De kosten heb ik er inmiddels dik uit.

Binnen het MBO is de roep om verhalen nog groter, het liefst in combinatie met gespreks- en schrijfopdrachten. Dus daar ben ik aan begonnen. Na de zomer, als we hopelijk weer naar de scholen toe mogen, wil ik die in de praktijk gaan uitproberen.

Ik heb inmiddels twaalf verhalen geschreven over het meisje Kadisha. Ieder verhaal kijkt vanuit een ander perspectief naar wie ze is en wat er met haar is gebeurd. Daar zitten opdrachten bij zoals een stripverhaal tekenen, een dagboek schrijven of samen bespreken hoe jij met een geheim van een vriendin om zou gaan.

Deze verhalen waren er zonder de subsidie ook wel gekomen, maar zeker niet zo snel. Voor mij was het vooral een stimulans om mijn plannen voor educatieve projecten en het zelf uitgeven serieus te gaan onderzoeken.

Het grote voordeel van projectsubsidies als deze is, dat je eens iets durft te proberen. Daarom zou ik een warm pleidooi willen houden om deze ook na de coronaperiode te blijven verstrekken. Ze geven creatieve mensen rust en ruimte om eens iets heel anders te doen. En dat kan leiden tot verrassende resultaten.’

De Auteursbond voerde ook de Startgeldregeling Scenario uit.

Linda Huijsmans