editie 52 / november 2018

Column: Hun eigen kleine oorlog

Er was een tijd dat ik tijdens een algemene ledenvergadering van de ‘oude’ VvL mijn hand opstak. De voorzitter gaf me het woord en een hele bestuurlijke loopbaan gleed tevoorschijn...

Column: Hun eigen kleine oorlog

 

Die begon voor mij met tarieven op het audiovisuele vlak. De onderhandelingen daarover waren kennelijk in al te rustig vaarwater beland en dienden met spoed heropend te worden. Ik vroeg het bestuur wat het actuele beleid was. Waar moesten we precies voor gaan knokken? Dat beleid was er eigenlijk niet.

Hoeveel tv-spelen kan een scenarioschrijver redelijkerwijs jaarlijks schrijven?

Iemand van de Federatie van Kunstenaarsverenigingen hield alles bij, ook voor scenarioschrijvers als ik, maar misschien was hij al vergaderend wel in slaap gesukkeld, want we hadden al enige tijd niks meer van hem gehoord. In elk geval, zo klonk het vanaf het podium, konden de bedragen die thans aan de auteurs betaald werden er niet langer mee door. Dat moesten de nieuw aan te stellen onderhandelaars maar als uitgangspunt nemen voor hun eigen kleine oorlog.

Eindeloze kannen koffie
Rond de onderhandelingen van het Netwerk Scenarioschrijvers\VVL met het Honorarium College in Hilversum hangt in mijn herinnering het beeld van stevige vergaderingen, gevoerd door goedbedoelende mensen uit nogal tegengestelde werelden. Tijdens de gesprekken aan de ’s-Gravelandseweg en omgeving kwam de fles niet op tafel. Wel koffie. Koffie in een eindeloze reeks van kannen waaruit eindeloos veel troost geput werd. 

Hoop putte ik vooral uit het overleg over honoraria en uitzendrechten, want dat waren de belangrijkste vehikels die ons geld zouden opleveren.

Fiscaal zelfstandig auteur
Maar dan zijn we al vierenveertig stappen verder. De eerste stap betrof vaak de vraag: hoeveel tv-spelen kan een scenarioschrijver redelijkerwijs per jaar schrijven? En direct daarmee verbonden: wat voor jaarinkomen heeft die in zijn/haar situatie nodig om als fiscaal zelfstandig auteur volwaardig te kunnen bestaan? Daarnaast kwamen dan aanvullende vragen die de hoofdvraag ondersteunden of definitief onbeantwoordbaar maakten, zoals: hoe zit dat bij andere vergelijkbare creatieve bezigheden zoals componisten en freelance-regisseurs en acteurs?

Uitbundig gevierd
Wij – arme auteurs – stelden al gauw vast dat er veel voor te zeggen viel om uit te gaan van een gemiddelde van vier keer vijftig uitzendminuten per jaar als redelijk uitgangspunt voor de jaarproductie van een scenarioschrijver. Daarnaast konden we na enig speurwerk gebruik maken van andere op papier gezette regelingen.

Iets substantieels bereikt
We hebben drastische verbeteringen in onze eigen regeling altijd uitbundig gevierd. Ik herinner mij nog een feestelijke bijeenkomst in Utrecht waar een nieuwe regeling voor scenarioschrijvers, die goedgekeurd was door de omroepen, plechtig werd ondertekend. Ik dacht gedurende enkele maanden, misschien wel jaren dat we iets substantieels bereikt hadden, totdat het tegendeel begon te blijken. Commerciële producenten blijven proberen collectief de rechtenmarkt te overheersen. De tijden blijven veranderen. Nu zelfs meer dan ooit.

KH