Strijden voor de prijs van het vrije woord in 2018
Auteurs die opkomen voor hun rechten worden vaak afgeschilderd als hebberige afpersers en krijgen soms zelfs geen nieuw werk meer. De prijs van het vrije woord daalde zo tot ver onder de werkelijke waarde. Daarom blijft de strijd van Lira voor auteursbelangen ook in 2018 hard nodig, schrijft Kees Schaepman.
foto: PXhere
Met opzet gebruik ik hier het krijgshaftige werkwoord 'strijden', omdat zelfs wettelijk gegarandeerde vergoedingen voor dichters, auteurs, vertalers, scenarioschrijvers en journalisten vaak aan hun neus voorbijgaan als ze niet zelf voor hun rechten opkomen. Als ze dat wel doen, vinden ze machtige tegenspelers tegenover zich, zoals (kranten)uitgevers, omroepen, productiehuizen en kabelaars. Wie nog aan schrijven toe wil komen, kan daar niet tegenop. Daarom hebben inmiddels ruim twaalfduizend auteurs Lira een mandaat gegeven om hun rechten te behartigen. Dat vereist samenwerking met de Auteursbond en de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), al is het maar om te voorkomen dat zij tegen elkaar uitgespeeld worden. Bestuursleden van Lira worden dan ook aangedragen door de aangesloten beroepsorganisaties, met uitzondering van de onafhankelijke voorzitter en de penningmeester.
Miljoenen voor schrijvers
In 2017 betaalde Lira bijna zeventien miljoen euro uit aan auteurs als vergoeding voor (her)gebruik van hun teksten. Daarnaast reserveerden we ruim anderhalf miljoen euro voor het Lira Fonds; een zelfstandige stichting die subsidies verstrekt aan projecten waarbij professionele dichters, schrijvers, vertalers en bewerkers betrokken zijn. Denk daarbij aan honoraria voor voordrachten tijdens literaire manifestaties, schrijf- en vertaalopdrachten voor toneel, poëzie, verhalen of essays. Het fonds vormt voor veel schrijvers een onmisbare bron van inkomsten en, belangrijker nog, het zorgt ervoor dat talent een kans krijgt om zich te ontplooien.
‘Het leek mij een sympathieke, maar nogal saaie organisatie’
Strategie bepalen en onderhandelen
Lira kende ik vagelijk. Ik had mij in een ver verleden bij de Stichting Nieuwswaarde aangesloten. Dat kostte niets en leverde ieder jaar geld op - zo'n aanbod kon ik niet laten liggen. Nieuwswaarde, dat alleen voor journalisten het auteursrecht verzilverde, ging op in Lira en ook van Lira ontving ik regelmatig bedragen voor werk dat ik als freelancer had geleverd. Het leek mij een sympathieke, maar nogal saaie organisatie, die voor mij leenrecht-, reprorecht- en thuiskopiegeld inde en dat vervolgens keurig aan mij uitkeerde. Dat daarvoor collectieve regelingen waren getroffen en dat een stevige organisatie toezag op de naleving ervan, beschouwde ik als dermate vanzelfsprekend dat ik er niet bij stilstond dat verworvenheden altijd kwetsbaar zijn en dus verdedigd moeten worden.
Zes jaar geleden werd mij gevraagd of ik namens de NVJ zitting wilde nemen in het Lira-bestuur. Omdat ik als oud-voorzitter van de NVJ regelmatig met uitgevers had onderhandeld, vond men mij een geschikte kandidaat voor deze klus.
‘Het is zeker niet saai. Je gaat je bezighouden met strategiebepaling en onderhandelingen', zei Thomas Bruning die mij had voorgedragen. Toen ik bleef twijfelen, zette hij zijn laatste wapen in: 'Je hoeft maar eens per maand te vergaderen en daarvoor krijg je vacatiegeld.' Zo trok hij me over de streep.
Dat heb ik geweten.
Met een verklarende woordenlijst in de hand
De eerste maanden had ik grote moeite om iets te begrijpen van het dikke pakket papier dat ik voor iedere vergadering werd geacht door te nemen. Een nieuw bestuurslid vroeg kort geleden of hij een verklarende woordenlijst zou kunnen krijgen, hij had moeite om alle afkortingen uit elkaar te houden. Een zinvol voorstel. Zelf moet ik na zes jaar ook nog wel eens in mijn geheugen graven voor ik weer weet wat de consequenties zijn van het gegeven dat de BMS-vergoeding mede betrekking heeft op Uitzending Gemist-diensten, waar Agicoa ook alweer precies voor staat, en wie de partners in Rodap zijn. Sommige memo's en dossiers moet ik drie keer overlezen voor ik begrijp wat er staat.
Complexe juridische jungle
Dat ligt niet aan het jargon van de opstellers, maar aan de complexiteit van het speelveld. Wat ooit betrekkelijk eenvoudig was - bij publicatie van een tekst is vooraf toestemming vereist van de schrijver en daar moet een redelijke vergoeding tegenover staan - is door de opkomst van nieuwe partijen en digitale publicatiemogelijkheden veranderd in een juridische jungle. Hoe zit het bijvoorbeeld met de leenrechtvergoeding bij e-books? Is Blendle een digitale kiosk of een uitgever? Geven kabelaars alleen maar programma’s door of zijn het zenders? Iedere vierkante meter van die nieuwe wereld is omstreden, ieder precedent kan onvoorziene gevolgen krijgen. Uitspraken van het Europese Hof, bijvoorbeeld over vergoedingen voor het maken van kopieën uit boeken, tijdschriften en kranten - het reprorecht - schudden de relatie tussen auteurs en uitgevers door elkaar, wat soms leidt tot spanningen in onderlinge verhoudingen die net weer in wat rustiger vaarwater waren gekomen.
‘Iedere vierkante meter van die nieuwe wereld is omstreden’
Een goudmijn voor advocaten?
De juridische kosten die Lira moet maken om het rechtmatige auteursvergoedingen binnen te krijgen, overstijgen stelselmatig de (bescheiden) bestuurskosten. In de afgelopen jaren heb ik meer rechtszittingen bijgewoond dan in mijn hele loopbaan als verslaggever. Niet zelden werd Lira daarbij geconfronteerd met een hele batterij advocaten, bijvoorbeeld van omroepen en kabelmaatschappijen, die over een onuitputtelijke vechtkas lijken te beschikken. Het auteursrecht, dat toch allereerst is bedoeld als bescherming van vaak schamel gehonoreerde broodschrijvers zoals freelancejournalisten en scenarioschrijvers, dreigt zo vooral een goudmijn voor juristen te worden.
‘Exorbitante tarieven’
Saai is het werk van Lira in ieder geval niet. Terwijl ik nog aan het warmlopen was voor mijn bestuursfunctie bij Lira, was het meteen raak. Begin 2012 vroegen de Kamerleden Mariko Peeters (Groen Links) en Van Toorenburg (CDA) aan staatssecretaris Teeven om in te grijpen omdat auteurs ‘exorbitante’, respectievelijk ‘onredelijke hoge’ tarieven zouden eisen. Historicus Hans Blom, oud-directeur van het Niod, spuide zijn woede op Lira in NRC Handelsblad (22-02-2012): ‘Wij historici raadplegen graag historische bronnen, zoals oude kranten. Net nu dit door de digitalisering eenvoudiger is, komt een hebzuchtige stichting het verpesten'.
‘Met het frame hebzuchtige stichting wordt Lira regelmatig geconfronteerd’
Een 'hebzuchtige stichting' - met dit frame wordt Lira regelmatig geconfronteerd. Een goede kennis van mij die een succesvolle carrière als hoofdredacteur van een regionaal dagblad achter de rug had, gebruikte die term ook toen ik hem op zijn afscheidsreceptie sprak. Nee, freelancer was hij nooit geweest, hij had altijd keurig aan het begin van de maand een cao-loon ontvangen. Wat het gemiddelde inkomen van een freelancejournalist of een scenarioschrijver was (nog geen 25.000 euro bruto), had hij even niet paraat.
Veroordeeld tot betaling
Professor Blom schreef zijn stuk in reactie op een slepend conflict tussen de Stichting Lira en het Regionaal Archief Leiden (RAL) dat oude jaargangen van het Leidsch Dagblad online zette zonder enig overleg met auteurs of met Lira. Het conflict met het Regionaal Archief Leiden liep uit op een rechtszaak, die door Lira op alle punten gewonnen werd. Het archief werd veroordeeld tot betaling van het door Lira gevorderde bedrag, vermeerderd met de inmiddels hoog opgelopen juridische kosten.
'Straks hebben we helemaal geen journalisten meer nodig’
Gratis content? Platte graaiers?
Maar al te vaak wordt content beschouwd als een grondstof die gratis gedolven kan worden. Vervolgens worden schrijvers die zich erover beklagen dat hun rechten genegeerd worden weggezet als spelbrekers en platte graaiers. 'Straks hebben we helemaal geen journalisten meer nodig', viel een vertegenwoordiger van het Nederlands Uitgevers Verbond vorig jaar tegen mij uit, toen ik naar zijn gevoel te lang bleef hameren op het belang van een billijke auteursrechtvergoeding. Ik schoot in de lach, omdat hij natuurlijk ook wel wist dat uitgevers niet zonder freelance schrijvers kunnen, en freelancers niet zonder uitgevers. Maar op de korte termijn telt eigen voordeel vaak zwaarder dan een gezamenlijk belang op langere termijn.
Journalist als sluitpost
Nederlands grootste krantenconcerns hebben laat en traag gereageerd op de snelle ontwikkelingen in hun bedrijfstak. Dat heeft geleid tot overnames, verlies van marktaandeel en een nieuwe generatie uitgevers die bij berekening van de netto cashflow de producenten van content als een variabele factor beschouwen. ´Redactie´ is bij veel tijdschriften een eufemisme geworden voor de ´flexibele schil´.
In een recent nummer van het vakblad Villamedia (december 2017) stond een interview met Jan van Dun, directeur local media van De Persgroep. Die ligt al maanden in de clinch met de beroepsorganisaties van schrijvers en fotografen omdat freelancers die geen afstand doen van hun auteursrechten geen opdrachten meer krijgen. De kop boven het interview met Van Dun beloofde niet veel goeds: 'Journalist als sluitpost - "Het kan niet anders".' Hij vond het zelf ook vervelend, maar er waren nu eenmaal kapers op de kust en die drukten de prijzen: 'Wij betalen voor content, die vervolgens door Facebook en Google wordt doorgeplaatst en waar zij aan verdienen. (...) Wij zijn een gezond bedrijf omdat wij ons hierop aanpassen'.
Volgens Villamedia betaalt De Persgroep medewerkers van de huis-aan-huisbladen een tarief 'dat soms neerkomt op vijf cent per woord'. Er konden door de schrijver van het artikel geen freelancers worden gevonden die dat on the record wilden bevestigen 'uit angst voor represailles'. Van Dun gaf toe dat journalistiek werk met zulke tarieven 'nooit de hoofdmoot van inkomsten kunnen zijn'.
‘Godzijdank is het niet altijd kommer en kwel’
Godzijdank is het niet altijd kommer en kwel. Met de Koninklijke Bibliotheek werd in 2017 in goed overleg een overeenkomst afgesloten over digitalisering van het tijdschriften- en boekenarchief van de Digitale Bibliotheek van de Nederlandse Letteren (DBNL), die door beide partijen als redelijk werd ervaren. Rond de Thuiskopievergoedingen zijn de stormen geluwd en is een bevredigende regeling met de overheid getroffen. De scenarioschrijvers hebben de rug recht gehouden in hun conflict met omroepen en kabelaars. En al is er ook na een bindende arbitrage-uitspraak nog altijd veel onduidelijkheid over de tenuitvoerlegging van het Reprorecht, toch hebben krantenuitgevers en Lira snel en in een goede onderlinge verstandhouding overeenstemming bereikt over de verdeling van reprorechtgelden.
Nieuw: Lira Nieuws
Lira is bovendien in eigen kring een gewaardeerde organisatie, al is het maar vanwege de repartities, de subsidiëring van trainingen voor schrijvers en de ondersteuning van prijzen, zoals de Kees Holierhoek Scenarioprijs. Maar in gesprekken met collega's constateer ik vaak dat zij net zo tegen Lira aankijken als ik zelf vroeger; met een welwillende desinteresse. Terwijl betrokkenheid van de eigen achterban van levensbelang is voor een organisatie van en voor makers. Om bij te dragen aan die betrokkenheid ontplooit Lira dit jaar een nieuw, breed communicatiebeleid waar dit Lira Nieuws deel van uitmaakt.
Een kijkje in de keuken
Lira Nieuws zal voor komende nummers freelancers vragen om kritisch, onafhankelijk, en voor een billijk honorarium onderdelen van het Lira-beleid tegen het licht te houden. Door hen een kijkje in de keuken te bieden hoopt Lira zelf zowel inspiratie als munitie te krijgen voor de verdediging van het auteursbelang in de slag om content die zo volop woedt.
Kees Schaepman is journalist en vice-voorzitter van Lira. Op de website Villamedia schrijft hij maandelijks de column De Centen over geldzaken voor auteurs.