Literaire Vertaaldagen 2008
Op 12 en 13 december 2008 werden in Utrecht voor de 10e maal de Literaire Vertaaldagen gehouden. Thema van dit jubileumjaar was 'de vondst': wat is voor vertalers dé vertaalvondst uit hun loopbaan? Waarvan genieten zij na jaren nog na, of denken ze: dáárvan kreeg ik nou een tinteling in mijn vertaalhart!
Deze vraag werd in de zomer van 2008 aan zoveel mogelijk vertalers voorgelegd. Dertig van de inzendingen werden gebundeld in een boekje getiteld De vondst, dat de deelnemers tijdens de Vertaaldagen als jubileumgeschenk ontvingen. Vier inzenders, Marijke Emeis, Pietha de Voogd, Paul Beers en Frans Denissen, brachten op de symposiumdag (vrijdag 12 december) hun bijdrage bij wijze van entr'acte tussen de sprekers door "live" ten gehore. Het boekje De vondst werd bekostigd door een anonieme gulle gever.Sprekers op de symposiumdag (voor ca. 250 toehoorders) waren Barber van de Pol ('Serendipity. Of de betrekkelijkheid van vondsten' over haar vondsten als prozavertaler), de Vlaamse toneelvertaler Pjeroo Roobjee ('Het huiswerk van de taalman'), de Duitser Rolf Erdorf ('De vondsten van een kinderboekvertaler'), Peter Verstegen ('Een staat van genade' over zijn vondsten als poëzievertaler) en liedvertaler Jan Boerstoel, ('Op de Berlagebrug. Over het vertalen van liedteksten' naar zijn vertaling van 'Le Pont Mirabeau' van Guillaume Apollinaire).
Voor Barber van de Pol was 'vondst' eigenlijk een vervelend begrip de positieve pendant van de 'fout' waar critici vaak glunderend mee aan komen zetten (in plaats een intelligente analyse van een vertaling). Roobjee gaf een bloemrijke schildering van de vertaler als een huurling die dienst neemt om onsterfelijke woorden van de ene taal in de andere over te brengen en die alle hoop op eigenliefde en ijdelheid moet laten varen. Erdorf illustreerde het toeval dat tot vertaalvondsten kan leiden aan de hand van een speurtocht naar verse dille op een markt in Caracas. Verstegen omschreef het begrip vertaalvondst als het vinden van een geslaagde oplossing voor een vertaalprobleem dat onoplosbaar leek. Boerstoel maakte een onderscheid tussen drie vormen van liedvertalingen: de 'cover' (die alleen de melodie handhaaft en in inhoud niets met het origineel te maken heeft), de 'halfvertaling' (die naast de oorspronkelijke melodie ook de sfeer van de tekst overneemt) en de 'echte liedvertaling' (die in alles rekening houdt met de oorspronkelijke muziek en inhoudelijk zo dicht mogelijk bij het origineel blijft).
Tijdens de Vertaaldagen werden ook enkele prijzen uitgereikt: de Roemeense vertaler Gheorghe Nicolaescu ontving de NLPVF-Vertalersprijs voor zijn inspanningen ten behoeve van de verbreiding van Nederlandstalige literatuur in Roemenië, en de Vertaalprijzen 2008 van het Fonds voor de Letteren gingen wegens hun bijzondere verdiensten voor de kwaliteit en diversiteit van literatuur in vertaling naar de vertaalsters Turks Nederlands Margreet Dorleijn en Hanneke van der Heijden en de vertaler Engels Nederlands Rien Verhoef.
Tot besluit van de symposiumdag hield schrijver/boekhandelaar (en voormalig uitgever) Maarten Asscher de lezing 'Van Jeruzalem naar Babylon en terug'. Met het beleidsmanifest 'Overigens schitterend vertaald' uit 2008 als uitgangspunt pleitte Maarten Asscher voor maatregelen tegen de 'anglificering' van de literatuur en deed daartoe enkele voorstellen, zoals toekenning van een veel prominentere plaats van het literair vertalen (in én uit het Nederlands) in het Nederlandse letterenbeleid, bevordering van de professionalisering van de literaire vertaalcultuur en uitbreiding van het Europese netwerk van goed voorziene vertalershuizen.
Op de zaterdag werd een dertiental vertaalworkshops gehouden, met als ' speciale workshops ' liedjes vertalen Engels Nederlands en Nederlands Engels. De liedvertalingen die het resultaat waren van deze laatste twee workshops werden tijdens de slotborrel op een professionele manier ten gehore gebracht door twee zangeressen met instrumentale begeleiding. Aan de workshops namen ca. 150 vertalers deel.
De Literaire Vertaaldagen worden naast Lira gesteund door het Vertalershuis Amsterdam/ Nederlands Literair Productie en Vertalingenfonds, het Nederlandse en Vlaamse Fonds voor de Letteren, de Nederlandse Taalunie en de Vereniging van Letterkundigen. Door deze steun kunnen de inschrijfkosten relatief laag blijven, zodat de dagen ook dit jaar weer bijna 400 deelnemers trokken. De praktische organisatie was zoals gebruikelijk in handen van het Vertalershuis Amsterdam.
(De voordracht van Maarten Asscher is integraal opgenomen in Filter (16/1), het eveneens door Lira gesponsorde tijdschrift voor vertalers. De bijdragen van de overige sprekers zijn te vinden op de website van het NLPVF (www.nlpvf.nl/essays/). Op deze site wordt ook uitvoeriger bericht over de Vertalersprijs voor Gheorghe Nicolaescu. Voor informatie over de Vertaalprijzen 2008 van het Fonds voor de Letteren, zie www.fondsvoordeletteren.nl/.
RV