editie 21 / december 2006

Wat wensen aangeslotenen

Onze aangeslotenen vinden veel van Lira, overwegend goede dingen zoals uit het tevredenheidsonderzoek van Bureau Veldkamp blijkt, maar hun oordeel valt ook wel eens kritisch uit. Interessant en het overdenken waard zijn de antwoorden op de enquêtevraag ‘Na het horen van eerdergenoemde diensten en de ervaringen die u zelf met de Stichting heeft, zijn er dan diensten die u mist, waarvan u graag zou willen dat Lira ze u aan zou bieden?’

Informatie over contracten

Deze vraag naar eigen wensen en verwachtingen maakt bij een deel van de ondervraagden veel los. Auteurs willen van ‘een onpartijdig iemand informatie over contracten’. Je vraagt je af waarom dat niet een partijdig iemand zou mogen zijn, iemand die aan de kant van de auteur staat. Daarnaast moet opgemerkt worden dat de beroepsverenigingen de eerst-aangewezen instanties zijn om met betrekking tot contracten te adviseren, met als goede tweede het Contractenbureau dat door Lira en de VSenV in het leven is geroepen voor het voeren van individuele onderhandelingen. Lira’s taak beperkt zich tot contracten die met Lira’s werkterrein te maken hebben, maar dat werkterrein is dan ook wel groot genoeg: kabelrechten, thuiskopievergoedingen, leenrecht, reprorecht voor algemene boeken, mechanisch reproductierecht (vastleggingen op gegevensdragers), streaming en downloading via internet, buitenlandse toneelopvoeringen en tv-uitzendingen (via buitenlandse zusterorganisaties),  en dergelijke meer.

Ondertitelaars en het leenrecht

Ondertitelaars vinden zich administratief niet gelijk behandeld met boekenauteurs die leenrecht ontvangen. In de leenrechtadministratie zouden boekenauteurs beter behandeld worden. Er zou administratief  meer voor ze worden gedaan. En dat is natuurlijk ook zo. Het valt ook gemakkelijk te verklaren. Bibliotheken leveren aan de Stichting Leenrecht handzamer gegevens over uitgeleende boeken dan over uitgeleende video- of dvd-films. En ik durf te voorspellen dat het nog wel even kan gaan duren voordat het net zo vanzelfsprekend is om in die gegevens een ondertitelaar als rechthebbende vermeld te zien staan als de schrijver van een boek. Daar is de cultuur rond de naamsvermelding bij alles wat audiovisueel is, nog lang niet naar. Aftitelingen worden bij veel tv-uitzendingen nog altijd behandeld alsof het een staart is die culinair niet te genieten valt. Gegevens over scenarioschrijvers van uitgezonden tv-drama zijn bij de publieke omroep vrijwel niet te krijgen. Kortom: het lijkt nog nergens op. Het gehamer op het audiovisuele aambeeld zal nog wel enige tijd moeten blijven voortduren.

Kabelgelden

Ook wordt de vraag gesteld waarom er wel kabelgeld voor kabeldoorgifte bij uitzendingen van publieke omroepen wordt betaald en niet bij uitzendingen van commerciële zendgemachtigden? Lira deelt al jaren de verbazing die achter deze vraag schuilgaat en werkt eraan om dat te veranderen. Maar het is een historisch gegeven dat commerciële zendgemachtigden niet behoorden tot de deelnemers aan het eerste kabelcontract en zich sindsdien ook verre daarvan hebben gehouden. 

Wie zich desondanks als vertegenwoordiger van makers in de zin van de Auteurswet, als Lira dus, met de aansluitingscontracten in de hand wendt tot kabelexploitanten om kabelgelden voor commerciële uitzendingen te krijgen, krijgt te maken met een draaideur-constructie die ervoor zorgt dat je al gauw weer met lege handen en een beetje duizelig buiten staat. De kabelexploitanten zeggen van de commerciële zendgemachtigden toestemming tot kabelverspreiding te hebben gekregen inclusief de rechten die Lira in de hand houdt. Als je vervolgens naar de commerciële zendgemachtigden gaat, zeggen die door aanleverende producenten gevrijwaard te zijn tegen het soort claims als Lira vertegenwoordigt. Als je tot slot de toeleverende producenten aanspreekt, krijg je te horen dat de kabelrechten in hun contracten met makers zijn afgekocht en dat zij aan de commerciële zendgemachtigden in dat opzicht een schoon product leveren. En voor je het goed beseft, word je door de draaideur met de kabelrechten in je hand weer naar buiten geworpen.

Dat moet dus veranderen.

Diversen

Uit de antwoorden op de vraag ‘Na het horen van eerdergenoemde diensten en de ervaringen die u zelf met de Stichting heeft, zijn er dan diensten die u mist, waarvan u graag zou willen dat Lira ze u aan zou bieden?’ blijkt in een enkel geval weinig begrip voor het steunen van culturele projecten, tenminste als dat ten koste zou gaan van de belangenbehartiging. Het Belgisch leenrecht is een veelgehoord onderwerp: zie voor meer daarover verderop in dit Lira Bulletin. Soms ook wordt de wens geuit dat het Lira Fonds aan schrijvers beurzen zou gaan verstrekken. Dat heeft het Lira-Fondsbestuur nooit willen doen, aangezien men voor beurzen ten behoeve van literaire schrijf- en vertaalprojecten bij het Fonds voor de Letteren terecht kan. Verdubbeling van werkzaamheden, twee keer hetzelfde doen, lijkt voor dit soort instellingen geen efficiënte tijdsbesteding.

Promotie

‘Contractbemiddeling voor beginnende schrijvers’ wordt er gevraagd. Daar zal wel mee bedoeld zijn dat er promotionele activiteiten zou moeten komen ten behoeve van beginnende auteurs. Ideeën, plannen, teksten zouden onder de aandacht van uitgevers en andere producenten gebracht moeten worden en als gevolg van die promotie zou het werk van de beginnende auteur ergens geplaatst moeten worden of hij zou via die promotie opdrachten voor het schrijven van werk moeten krijgen.

We hebben natuurlijk al een bureau dat aan individuele contractbegeleiding doet, het Contractenbureau. Maar dat doet uitdrukkelijk niet aan promotie. Ik denk dat zoiets ook niet met de activiteiten van het Contractenbureau vermengd zou moeten worden, maar de gedachte aan een Stichting Promotie is wel eerder bij me opgekomen en na enig nadenken over de problemen, daaraan verbonden, steeds ook weer terzijde gezet. Ervaringen uit het verleden zijn niet onverdeeld gunstig gebleken. Promotie lijkt naar haar aard toch meer te behoren tot het werk van commerciële agenten.

Lira’s activiteiten

Iemand wil dat we ‘collectief in een overzicht zetten wat we nou allemaal doen’, een wens waar we in dit Lira Bulletin al tegemoet aan willen komen door het opnemen van een overzicht ‘Lira voor schrijvers’ waarin Lira’s activiteiten kort beschreven worden.

Onze ondervraagde aangeslotenen zijn daarmee nog lang niet uitgesproken. Zo vinden ze dat Lira meer naar buiten zou moeten treden, ook om beginnende auteurs tijdig op het bestaan van Lira attent te maken. Dat hebben we ons aangetrokken. ‘Naar buiten treden’ is daarmee één van onze vaste subdoelstellingen geworden. Het onderwerp komt elke bestuursvergadering temidden van een aantal andere onderwerpen aan de orde en er wordt ook meer geld voor uitgetrokken. 

Lira tussen Vevam en Nieuwswaarde

Meer informatie over auteursrecht is één van de behoeften, terwijl anderen vinden dat verschillende organisaties elkaar overlappen. Toegegeven moet worden dat Lira op haar werkterrein bijvoorbeeld Vevam tegenkomt, de organisatie voor onafhankelijk geproduceerde filmwerken, en de Stichting Nieuwswaarde die voor freelance-journalisten optreedt. Van overlapping is niet precies sprake, wel van grijze grensgebieden. Met Vevam zijn een drietal samenwerkingscontracten gesloten om problemen in die grensgebieden op te lossen, en recent zijn besprekingen met Nieuwswaarde gestart om een paar al lang bestaande onduidelijkheden op soortgelijke wijze uit de weg te ruimen. In voorkomende gevallen worden rechthebbenden bediend met brieven die als kenmerk van de samenwerking zowel het Vevam-logo als het Lira-logo dragen. Met Nieuwswaarde zou zoiets ook tot de mogelijkheden behoren, als lopende gesprekken binnenkort succesvol afgesloten worden.

Lira naast de VSenV

Nogal wat aangeslotenen schijnt het verschil tussen Lira en een beroepsvereniging te ontgaan, terwijl er toch een nogal fundamenteel onderscheid bestaat tussen enerzijds de beroepsvereniging voor schrijvers en vertalers, te weten de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV), en anderzijds Lira. De VSenV is een beroepsvereniging, Lira is een auteursrechtorganisatie. De beroepsvereniging behartigt de belangen van in beginsel professioneel werkzame schrijvers en vertalers. Lira beheert auteursrechten. Dat raakt elkaar, maar is wezenlijk toch iets heel anders. Lira is ooit in 1986 opgericht door de VSenV, juist omdat Lira wezenlijk een ander soort activiteit verricht dan de VSenV. Het werkterrein van de VSenV is veel ruimer dan dat van Lira. Bij Lira gaat het anderzijds om veel meer geld dan bij de VSenV. Logisch dat de VSenV door Lira financieel wordt gesteund, vroeger vooral projectsgewijs, sinds een aantal jaren structureel. Het is voor Lira van belang een goed werkende beroepsvereniging naast zich te hebben.

Bijvoorbeeld mededinging

Sommige auteurs denken dat Lira een soort VSenV zou zijn en dat Lira werkzaamheden zou moeten gaan verrichten die volgens bovenstaande taakverdeling wezenlijk bij de VSenV horen. Lira onderhandelt bijvoorbeeld niet over modelcontracten voor de uitgave van oorspronkelijke literaire boeken. Dat doet de VSenV. De VSenV heeft dan ook met de NMa problemen gekregen over de prijsafspraken in modelcontracten, niet Lira. Om zich in die belangrijke kwestie juridisch te kunnen handhaven springt Lira de VSenV via de Stichting Rechtshulp Auteurs financieel bij. Wie als ondernemersvereniging geen problemen met de NMa wil, moet zich verzekeren van de aanwezigheid van wettelijke regelingen die eventuele prijsafspraken rechtvaardigen. Op die wettelijke regelingen kan Lira zich beroepen. Die zijn in de Auteurswet terug te vinden. Op Lira rust vooral de mededingingsrechtelijke verplichting geen misbruik te maken van haar marktpositie. 

Wettelijke regelingen in de Auteurswet

In de Auteurswet zijn, voor zover nodig, wettelijke regelingen opgenomen betreffende de kabelgelden, thuiskopievergoedingen, het leenrecht en het reprorecht, de vier belangrijkste geldstromen in Lira’s financiële huishouding. Prijsafspraken worden in drie van de vier gevallen in zogenaamde onderhandelingsstichtingen gemaakt. Dat is dus bij wet geregeld. Op de kabelgelden is een speciaal artikel van toepassing, artikel 26a, dat het collectief beheer over kabelrechten regelt. Ook op dat punt bestaat er dus een wettelijke regeling.

Het hoeft geen verbazing te wekken dat ook de VSenV naar een wettelijke regeling streeft waardoor representatieve belangenorganisaties in de auteursrechtelijke sfeer in weerwil van de Mededingingswet collectieve onderhandelingen zouden mogen voeren die tot collectieve prijsafspraken met uitgevers en andere producenten of afnemers zouden leiden. Het gaat per slot van rekening om een soort CAO-achtige overeenkomsten waarvoor de rechtsvoorganger van de VSenV, de Vereniging van Letterkundigen, in het jubileumjaar 2005 gedurende precies 100 jaar had geknokt. 

Lira onderschrijft het doel van de VSenV, een wettelijke regeling naar Duits model, en ondersteunt de VSenV in haar pogingen dat doel te bereiken. 

Conclusie over VSenV en Lira

Het mededingingsvoorbeeld laat zien dat de VSenV en Lira beide het belang van auteurs verdedigen, maar dat er ook belangrijke verschillen zijn. De VSenV behartigt de belangen ten aanzien van alle aspecten die verbonden zijn met het professioneel werkzaam zijn als schrijver en vertaler, Lira doet dat door het beheer uit te oefenen over sommige auteursrechten van schrijvers en vertalers, in het bijzonder die rechten die een individueel auteur niet of slechts met de grootst mogelijke moeite uit kan oefenen en die zich als het ware noodgedwongen alleen collectief laten exploiteren. 

Van een brede overlapping van de werkzaamheden van VSenV en Lira is geen sprake, wel van sterke onderlinge verbondenheid. Een voorbeeld: zouden de scenarioschrijvers in de VSenV, dus de afdeling Netwerk Scenarioschrijvers, in hun onderhandelingen met de publieke omroep over modelcontracten besluiten de kabelrechten van scenarioschrijvers over te dragen aan de publieke omroep en geen compenserende financiële claims stellen, dan valt er voor Lira op dat terrein niks meer te beheren, ook niet te incasseren en dus niks meer te verdelen.

Daarmee zijn de onderwerpen die Lira’s aangeslotenen aanroeren, nog lang niet uitgeput. Aan wensen leeft er heel wat bij aangeslotenen. Dat is niet verwonderlijk in een tijd dat hun financiële condities sterk onder druk staan. Op hetzelfde moment dat zij tal van aftrekposten voor hun werkkamers gaan missen, verrast de NMa dan ook nog eens hun beroepsorganisatie met een verbod op wat niet meer is dan een CAO-achtige regeling zonder verbindend karakter, met daarin niet meer dan een indicatie van een minimumvergoeding per verkocht boek of per vertaald woord. Het zijn barre tijden.

KH