Rechtshulp in de praktijk
De Stichting Rechtshulp Auteurs is een samenwerkingsverband van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers en de Stichting LIRA.
Doel is de 'financiële ondersteuning ten behoeve van juridische adviezen alsmede ten behoeve van gerechtelijke procedures en buitengerechtelijke acties in geschillen op het terrein van de beroepsuitoefening van schrijvers en literaire vertalers, en bij uitbreiding, 'de inschakeling van deskundige boekhoudkundige assistentie als er ernstige twijfel is gerezen aan de correctheid van een afrekening in het kader van een contract waarin financiële controle is voorzien’ (reglement, art. 1).
Aanvragers moeten lid van de VSenV of aangeslotene bij LIRA zijn, in bepaalde gevallen langer dan een jaar. Details hierover zijn te vinden in het reglement van de SRA, dat u onder meer kunt downloaden van de VSenV-website www.schrijversenvertalers.nl. Aansluiting bij LIRA, daarover bestaat wel eens een misverstand, is overigens een actieve handeling. Wie bijvoorbeeld alleen maar leengeld via LIRA ontvangt, is als zodanig niet automatisch aangesloten. Alle informatie over LIRA is te vinden op www.cedar.nl/lira
Het bestuur van de SRA neemt genoemd terrein van de beroepsuitoefening van schrijvers en literaire vertalers betrekkelijk ruim. Om een recent voorbeeld te geven: een auteur werd geconfronteerd met een terugvordering van in vele jaren ontvangen WAO-uitkeringen. De vraag daarbij luidde of zijn auteursrechtelijke inkomsten uit eerdere werkzaamheden met de WAO-uitkering moesten worden verrekend, en vooral of dit ook gold als vertegenwoordigers van de uitvoerende instantie hem kennelijk verkeerd hadden geadviseerd. Uiteindelijk kreeg de auteur van de rechter gelijk, nadat hij eerder in het ongelijk was gesteld.
Ook klopt een enkele keer een auteur aan die is aangeklaagd wegens de inhoud van zijn werk, en die zich met hulp van de SRA beter hoopt te kunnen verweren.
Maar meestal betreffen de problemen van auteurs of vertalers een geschil met een uitgever of producent, en ook steeds vaker met de makers of beheerders van websites die zonder toestemming teksten elektronisch hergebruiken.
Inbreuken op het auteursrecht zijn over het algemeen zonneklaar en worden met hulp van de SRA meestal wel tot een bevredigende oplossing gebracht. Hetzelfde geldt voor conflicten over de naleving van standaard- en modelcontracten. Juridisch is het dan voor een auteur meestal niet zo moeilijk om zijn recht te halen, maar het probleem zijn de kosten, en daarmee kan de SRA hem nu juist helpen.
Ingewikkelder wordt het als afspraken in een andere vorm zijn gegoten. Er is immers grote contractvrijheid in Nederland. Zolang u niet afspreekt iemand om te leggen, kunt u zowat alles overeenkomen - en vervolgens ook afdwingen. (Alleen moet er wel iets af te dwingen zíjn, desnoods vastgelegd op een A4-tje.) Wie met een uitgever afspreekt dat hij geen royalty's krijgt, kan daar later wel spijt van hebben of verontwaardigd of zelfs woedend over zijn, maar de kans dat een rechter in de gemaakte afspraak zal willen ingrijpen is beperkt. (Beperkt, niet nihil, want bij bepaalde vormen van wurgcontracten biedt het Nederlands recht de mogelijkheid aperte onbillijkheden aan te vechten.) En er zijn weliswaar voorbeelden van uitgevers die onverplicht een gebaar maakten, maar het is niet raadzaam daarop te speculeren.
In algemene zin zijn in dit verband twee opmerkingen te maken:
- Uitgevers en producenten (of in het algemeen: exploitanten van auteursrechtelijk beschermd materiaal) hebben verplichtingen krachtens de auteurswet, zoals bijvoorbeeld een ordentelijke naamsvermelding, ongeacht of daarover met zoveel woorden in een contract wordt gerept. Daarbij is het uiteraard niet van belang of het werk door een andere uitgever of producent wordt heruitgegeven of hergebruikt - ook deze exploitant kan zich niet aan algemene auteursrechtelijke bepalingen onttrekken. Blijft hij in gebreke, dan ontstaat een recht op genoegdoening, bijvoorbeeld in de vorm van rectificatie en schadevergoeding. Ook dat recht moet een auteur of vertaler dan wel willen afdwingen, maar áls hij dit wil en het lukt hem niet zelfstandig, kan hij een beroep op de SRA doen.
- Uitgevers die aangesloten zijn bij de Literaire Uitgeversgroep (LUG) van de Groep Algemene Uitgevers (GAU) van het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) hebben met de Vereniging van Letterkundigen (VvL), een afdeling van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV), de afspraak het zogeheten ‘Modelcontract voor de uitgave van een (vertaling van een) literair werk’ te hanteren. Auteurs en vertalers doen er goed aan weigerachtige LUG_leden te melden bij de VvL, die dan als organisatie in contact kan treden met haar contractpartij en er zelfs op aan kan dringen dat reeds gesloten contracten alsnog worden aangepast. Maar auteurs en vertalers moeten wel beseffen dat ze ook zelf hun rug en knieën dienen recht te houden. Als de individuele leden van een organisatie al te vaak met minder genoegen nemen, wordt het voor de organisatie uiteindelijk onmogelijk het volle pond te eisen. Contractbepalingen kunnen - desnoods met hulp van de SRA - te allen tijde worden afgedwongen, maar afspraken die niet gemaakt zijn, bijvoorbeeld omdat geen Modelcontract is afgesloten, zijn ook niet af te dwingen.
Laat niemand dus denken dat iets wat hij in een onderhandelingsfase niet durft voor te stellen of te eisen, later langs een omweg misschien nog wel is binnen te halen. Ga ervan uit dat uw beroepsvereniging u (zo nodig met behulp van de SRA) kan bijstaan derden tot nakoming van hun afspraken met u te bewegen, maar niet met terugwerkende kracht de overeengekomen voorwaarden kan verbeteren. De essentie is dat u hulp kunt krijgen om uw recht te halen, maar dat u wel zelf moet zorgen dat er ook recht te halen vált.
En tot slot: afspraak is weliswaar afspraak, maar als uw afspraken niet op schrift staan, is de naleving veelal een stuk moeilijker af te dwingen. Zorg dus dat uw opdrachtgevers de gemaakte afspraken schriftelijk bevestigen, of stuur zelf een briefje of e-mail waarin u ze samenvat en zonder tegenbericht als in deze vorm gemaakt beschouwt. Zelfs als u gezamenlijk besluit pas in een later stadium een definitief contract op te stellen, kan het geen kwaad dit gezamenlijke voornemen schriftelijk vast te leggen.
RV