Een woord van de voorzitter (19)
Het auteursrecht heeft dan wel een duur tot zeventig jaar na de dood van de maker, dat neemt niet weg dat aanspraken op auteursrechtelijke gelden als leenrechtvergoedingen en kabelgelden veel eerder verjaren. Dat is geregeld in reglementen.
Zo is bij het leenrecht in Lira’s reglement van nadere verdeling een termijn van vijf jaar opgenomen. Uit coulance is die regel niet eerder toegepast. Daar komt verandering in, nu we op het punt staan - na vele inspanningen om rechthebbenden te vinden - oude leenrechtjaren af te sluiten. Nakomende claims zullen dan niet meer gehonoreerd worden. Het vrijvallende geld zal vooral bij nieuwe jaren worden gevoegd als nog te verdelen leenrechtgelden.
Bij de kabelrechten is in het recent vernieuwde reglement eveneens een verjaringstermijn van vijf jaar opgenomen. Aanspraken op oude kabelgelden (die van het jaar 2000 en daarvóór) zijn daarmee komen te vervallen.
Ook bij thuiskopiegelden is een termijn van vijf jaar de bedoeling. Bij thuiskopie-audio is dat praktisch al het geval, doordat deze gelden tegelijk met kabelgelden worden verdeeld. Bij thuiskopie-video zou de toepassing van een termijn van vijf jaar op dit moment echter onbillijk kunnen uitpakken, aangezien er daar bij de verdeling van gelden nog steeds met enige jaren achterstand wordt gewerkt. Vorig jaar (2005) is de thuiskopie-video-verdeling over het jaar 2002 ter hand genomen. We lopen dus zo’n drie jaar achter. Die vertraging heeft te maken met de inspanning en de tijd die het vergaren en verrijken van gegevens kost, gegevens die voor de verdeling nodig zijn. Als de verdeelorganisatie zelf achterloopt met een specifieke repartitie, lijkt het niet redelijk de volle verjaringstermijn te handhaven. Overigens zoekt het bestuur van Lira naar wegen om de thuiskopie-video-verdeling structureel te gaan versnellen, want het moet vlugger kunnen.
Bij reprorechtgelden voor algemene boeken die door Lira via het repartitiekanaal van het leenrecht door toevoeging aan de leenrechtgelden worden verdeeld, geldt om praktische redenen de verjaringstermijn van het leenrecht, niet die van het reprorecht. Het lijkt niet zo handig op één berg geld twee verschillende verjaringstermijnen te gaan toepassen. Ook een termijn van vijf jaar dus.
Vijf jaar zou de verjaringstermijn bij Lira moeten worden voor alle repartities. Naar die situatie groeien we nu vrij snel toe. Ik meld het maar vast, dan bent u gewaarschuwd.
KH