Wat is de stand van ons Regenboogland?
De eerste editie van het Rainbow Collective Festival stond stil bij de vraag hoe het staat met queerness in – onder meer – de literatuur. Een van de gasten op de literaire avond was kinderboekenschrijver en -dichter Pim Lammers. Dat hij om veiligheidsredenen niet op de affiches stond, was een veelzeggend antwoord.
Te zien zijn, van links naar rechts: gespreksleider Thom Wijenberg en de auteurs Valentijn Hoogenkamp en Pim Lammers | Beeld: Stichting Rainbow Collective, Stef Verstraaten
Terwijl terrassen in hartje Nijmegen vol zitten, waagt een groep schrijvers zich in de bibliotheek aan een literaire verkenning. Hoe queer is de Nederlandse literatuur?
Tijdens de opening van het festival meldde inclusie- en exclusiesocioloog Niels Spierings dat 96 procent van de Nederlanders vindt dat LHBTI+’ers hun leven moeten kunnen leiden zoals ze dat zelf willen. Tegelijkertijd zakt ons land, waar toch het eerste homohuwelijk ter wereld werd gesloten, naar de 13e plaats op de emancipatieranglijst. Er is dus iets aan de hand. Ook in de literatuur, zo blijkt.
Coming-of-gender
Valentijn Hoogenkamp vindt dat queer mensen en schrijvers moeten blijven benoemen hoe ze zichzelf zien en voelen. ‘Als we dat zelf niet doen, gaan anderen het voor ons invullen en dan verandert er nooit wat.’
De jonge auteur muntte met zijn debuut Antiboy meteen een nieuw genre: de coming-of-gender roman. Het thema dat ook in de gedichten van Alara Adilow een belangrijke rol speelt. ‘Het helpt om mensen te vinden die op jou lijken. Waar je bij wilt horen.’
Identiteit zorgt voor herkenning, maar polariseert ook
Nina Polak stelt juist dat ze de term queer nooit zou gebruiken: ‘Ik weet niet wat die betekent. Het lijkt misschien vloeken in de kerk, maar ik heb er niet zo veel mee.’ Datzelfde geldt voor Pete Wu, die met Pete en de bananen over zijn jeugd als Nederlander met Chinese roots een ander nieuw perspectief aan onze literatuur toevoegde.
Regenboogboek
Toch werd Nina Polaks Buitenleven onderscheiden met de prijs voor Regenboogboek van het jaar. ‘Het gaat over twee vrouwen in een verder behoorlijk burgerlijke relatie. Vergeleken met de boeken Valentijn en Alara is het thema verder niet zo queer. Ik benoem het niet expliciet, maar het is er wel.’
Polak vindt identiteit een moeilijk begrip. ‘Als je het benoemt, zullen veel mensen zich herkennen, maar het polariseert ook. En daar is Pim slachtoffer van.’
‘Dit gedicht is persoonlijk en dus queer’
Het lammetje dat een varken is
Pim Lammers schreef het eerste transgender prentenboek: Het lammetje dat een varken is en won daarmee de Zilveren Griffel. Toen begin dit jaar bekend werd dat hij het Kinderboekenweekgedicht zou schrijven, kwam er op social media een lastercampagne tegen hem op gang die hem dwong zich terug te trekken. Het verklaart ook de opvallend onopvallende beveiliging in de zaal. Een jonge vrouw luistert geboeid naar de discussie, maar loopt ook regelmatig een rondje door de bibliotheek, richting de entree en gaat dan weer zitten. De bekende zilverkleurige V op haar revers verraadt dat ze aan het werk is.
Vrolijke liefdesverhalen
Pim Lammers leest ‘Dit gedicht gaat over jou’ voor uit zijn bundel Ik denk dat ik ontvoerd ben. Het gaat over een verliefdheid op een klasgenoot die hij nooit heeft durven uitspreken. ‘Dit gedicht, deze hele bundel is heel persoonlijk en daarmee dus queer. In kinderboeken benoem je dat niet expliciet, maar ik laat het wel zien.’
Het is zijn bijdrage aan het Regenbooglandschap, waarin nog maar weinig vrolijke queerverhalen voor kinderen verschijnen. ‘Voor kinderen boven de 8 of 10 jaar is er zo goed als niets. Gelukkig zijn er wel steeds meer vrolijke liefdesverhalen voor Young Adults verkrijgbaar, al komen die nog bijna allemaal uit de VS. Daar ligt dus nog een belangrijke taak.’
Dit project is mede mogelijk gemaakt door Stichting Lira Fonds.
Linda Huijsmans