editie 53 / maart 2019

‘Het gaat best goed met het dichtersgilde’

Over aandacht heeft Dichter des Vaderlands Tsead Bruinja niet te klagen, sinds zijn benoeming. ‘Het is niet zo dat ik een zak met geld heb meegekregen.’

‘Het gaat best goed met het dichtersgilde’

Tsead Bruinja: 'Ik sta voor diversiteit en inclusiviteit' Foto: Tessa Posthuma de Boer

Dichter des Vaderlands Tsead Bruinja wil over grenzen heen kijken, werkt graag samen met kunstenaars uit alle disciplines en maakt gedichten in verzorgingshuizen. Over twee jaar wil hij de eerste bloemlezing ooit van gedichten in alle talen uit het Koninkrijk der Nederlanden presenteren. Inclusief Papiamento, Fries en Zeeuws-Vlaams.

Over aandacht heeft hij niet te klagen, sinds hij tot Dichter des Vaderlands benoemd is. Na dit interview moet hij snel naar een radioprogramma en ook organisatoren van festivals en poëzie manifestaties weten hem te vinden. ‘Het is niet zo dat ik een zak met geld heb meegekregen om al die organisaties te financieren’, lacht hij. ‘Maar ik wil met mijn titel graag iets terugdoen voor de poëzie in Nederland. In die zin laat ik me dus met alle liefde misbruiken.’

In zijn Amsterdamse huiskamer is een hele wand bedekt met uitsluitend cd’s. ‘Dit is nog maar een vijfde van mijn collectie. De rest staat in de opslag’, zegt hij bijna verontschuldigend, terwijl hij wegloopt om koffie te zetten. Voor de poëziebundels is niet eens ruimte; die staan boven. Ook binnenshuis is duidelijk te zien dat het leven van Tsead Bruinja zich afspeelt tussen poëzie en muziek.

Zowel gevoelig als scherp
Op 18 januari 2019 werd bekend dat de geboren Fries tot Dichter des Vaderlands benoemd was. Zelf wist hij het al sinds eind oktober. De selectiecommissie noemde hem: ‘een dichter die in eerlijke, eenvoudige woorden zowel gevoelig als scherp kan zijn, die een inval of anekdote tot gedicht kan verheffen en rauwheid en lyriek afwisselt.’  

Daarnaast is Bruinja een geëngageerd dichter. In het interview waarmee hij in NRC Handelsblad zijn ambtsperiode als Dichter des Vaderlands aftrapt, zegt hij over zichzelf: “Ik dicht vanuit een linkse hoek”. Hij is bovendien meertalig – hij dicht in het Fries en het Nederlands – en komt graag van de spreekwoordelijke zolderkamer af om zich in het echte leven te storten.

Spoken Word
Het gaat eigenlijk best goed met het dichtersgilde in Nederland, vindt Bruinja. De papieren oplages dalen helaas nog steeds – net als die van alle boeken – maar mede dankzij de populariteit van het Spoken Word heeft de sector over aandacht niets te klagen. Er zijn meer festivals en er wordt meer voorgelezen. Toch kan het wereldje in zijn ogen nog wel wat diverser.

Gronings, Zeeuws-Vlaams en Achterhoeks
Nadat hij had gehoord dat de taak hem de komende twee jaar te beurt zal vallen, nam hij als eerste contact op met zijn voorganger van 2017 tot 2019, Ester Naomi Perquin, en ging nadenken over hoe hij zijn functie de komende jaren gaat invullen. ‘Ik sta voor diversiteit en inclusiviteit. Meertaligheid vind ik belangrijk, dus ik ben van plan om ook streektalen als het Gronings, het Zeeuws-Vlaams en het Achterhoeks, voor het voetlicht te brengen. Als ik optreed, nodig ik graag andere dichters of kunstenaars uit.

Ik ben het niet altijd van plan, maar zodra een organisatie mij vraagt, begin ik mee te denken over de invulling van de avond. Voor mij is dat vanzelfsprekend. Tijdens het feestje bij mijn officiële inauguratie heb ik bijvoorbeeld dichters Babs Gons en Simone Atangana Bekono uitgenodigd en de muziek kwam van Jan Klug en Broeder Dieleman.  Als ik voor een optreden in Groningen wordt gevraagd, zal ik daar ook een andere Groningse dichter bijvragen. Ook andere vormen van poëzie, zoals het Spoken Word, wil ik graag aandacht geven.’

Eerste Echte Bloemlezing der Nederlandse Poëzie
Inclusiviteit is een mooi woord voor iets waar Tsead Bruinja al veel langer mee bezig is. Als Dongeradichter – de stadsdichter van de Friese gemeente Dongeradeel – geeft hij bijvoorbeeld workshops in een verzorgingshuis. Daar spreekt hij met bewoners over het thema vrijheid en geeft ze er een gedicht voor terug. ‘We laten ze hun levensverhaal vertellen en gieten dat in de vorm van een gedicht. We kunnen het zelfs uitbreiden door ook een foto te maken, bijvoorbeeld op een locatie waar ze veel herinneringen aan hebben. Ook zouden we muzikanten kunnen meenemen, want muziek speelt een belangrijke rol bij het ophalen van herinneringen.’

‘Ik wil iets terugdoen voor de poëzie in Nederland’

Een ander voornemen is om de Eerste Echte Bloemlezing der Nederlandse Poëzie te maken. ‘Daar moeten gedichten in terechtkomen uit álle talen die in ons Koninkrijk gesproken worden’, stelt Bruinja. ‘Dus niet alleen Nederlandstalige teksten, maar ook gedichten in het Papiaments, het Limburgs, het Sranan Tongo, noem maar op.’ Dat grootse project staat nog in de steigers, maar het is de bedoeling dat er aan het eind van zijn termijn een kloek boek gaat verschijnen.

Friese dichters in India
Het bereiken en aanspreken van nieuwe doelgroepen is een van de belangrijkste taken van de zevende Dichter des Vaderlands. Zijn voorganger Ester Naomi Perquin liep stage bij de politie en deed daar verslag van in een bundel met tien gedichten. Ook Tsead Bruinja staat open voor dergelijke uitstapjes. ‘Eigenlijk denk ik bij alles na hoe ik met poëzie een groter publiek kan bereiken en hoe andere dichters daar ook iets aan kunnen hebben. Pasgeleden was ik uitgenodigd om in India op een festival op te treden. Toen heb ik gevraagd of ik een Friese dichter mee mocht nemen. Daar bereiken we weliswaar geen groot Nederlandstalig publiek mee, maar je biedt een beginnend dichter wel de mogelijkheid om meer podiumervaring op te doen.’

Actuele aanleiding
In de wereld van de dichters wordt kritisch en soms zelfs sceptisch gekeken naar gelegenheidsgedichten. Juist dat genre zal de Dichter des Vaderlands de komende jaren met regelmaat moeten beoefenen. ‘Collega’s kijken heel kritisch naar de kwaliteit. Sommigen vragen zich af of het wel mogelijk is om in zo'n relatief korte tijd een goed gedicht te schrijven. Biedt een willekeurige, actuele aanleiding wel voldoende basis voor een evenwichtige tekst? Hopelijk kan ik ze in deze twee jaar overtuigen dat het wel degelijk mogelijk is.’

In zijn poëzie zal hij wel rekening houden met een brede doelgroep, stelt hij. ‘Als Dichter des Vaderlands sta ik wel wat meer stil bij de toegankelijkheid van mijn gedichten. Mijn eigen werk staat meer in de traditie van de experimentele dichters maar als je door iedereen gelezen wilt worden, moet je daar rekening mee houden. Al draait het uiteindelijk toch om de manier waarop je de woorden bij elkaar zet.’

‘Lange tijd is het een blanke bedoening geweest. Dat verandert nu langzaam een beetje. En ik merk dat het een erg trendgevoelig wereldje is, waarin de oudere generatie iets te gemakkelijk over het hoofd wordt gezien. Een dichter die een tijdje regelmatig optreedt, of over wie veel gepraat wordt, krijgt gemakkelijker nieuwe uitnodigingen, terwijl anderen vergeten worden. Ik zou ervoor willen pleiten om dichters ook te blijven volgen en een doorgaande lijn te laten zien door ze regelmatig terug te vragen om nieuw werk voor te lezen. Programmeurs van festivals en literaire avonden laten zich naar mijn mening te veel leiden door wat op dat moment "hot" is.’

Bestuurslid Adviescommissie
In juni zwaait Bruinja af als bestuurslid van de Adviescommissie van het Lira Fonds. Hij heeft er dan twaalf jaar bestuurswerk opzitten. Dat heeft hem veel geleerd, vertelt hij. ‘Ik voelde me vereerd dat ik gevraagd werd. Het leukste vond ik de betrokkenheid en solidariteit met álle schrijvers; of het nou journalisten, vertalers, scenarioschrijvers of dichters zijn. De sfeer is: wij helpen elkaar. Wij strijden voor een gezond systeem.’ 

‘Aan het eind van mijn termijn gaat er een kloek boek verschijnen’

Het werk van de Adviescommissie van het Lirafonds noemt hij heel concreet. ‘Wij verdelen het geld onder toneelgezelschappen die er nieuwe schrijfopdrachten mee bekostigen en literaire organisaties die er voordrachten en schrijfopdrachten van betalen. Het geld van de auteurs gaat dus weer terug naar de auteurs. We verstrekken bijvoorbeeld toneelschrijf- en andere opdrachten voor nieuw werk. Daarbij dragen we bij aan een gezond klimaat, waar schrijvers betaald worden voor hun werk.’

Schrijven kun je leren
‘Ook zijn er meer schrijfopleidingen dan twaalf jaar geleden. Ik geef les aan de ArteZ Hogeschool in Arnhem; Het idee dat je schrijven niet kunt leren, begint gelukkig te verdwijnen. Zelf heb ik ook lange tijd gedacht dat je het niet kon leren, maar daar ben ik echt van teruggekomen. Ik heb altijd heel goed gekeken naar dichters die ik goed vond, zoals Martin Reints of Nachoem M. Wijnberg. Ik heb gekeken hoe zij het doen, heb oplossingen bij ze gevonden die ik zelf nog niet bedacht had en probeerde die dan uit. Iemand als Wouter Godijn vind ik erg goed omdat hij zich in zijn gedichten laat afleiden; de tekst waaiert alle kanten uit, zoals onze hersenen de hele dag alle kanten opschieten. Waarom zou je dat niet in een gedicht kunnen laten zien? Ik vind dat te gek!’

Alan Ginsberg en Marillion
Zoals de inrichting van zijn woonkamer al verraadt, speelt muziek in de gedichten van Bruinja een belangrijke rol. In zijn eerste gedicht dat hij schreef als Dichter des Vaderlands – Voor Volk en Moederland  - zit het ritme van Allen Ginsbergs gedicht America, verklapt hij. ‘Dat ritme van dúwen en trékken zat in mijn hoofd – ‘America I’m pútting my queer shoúlder to the wheel’ - en dat is in het gedicht terechtgekomen.’

‘De overgave waarmee Elvis zijn gospels zingt raakt me’

Als Bruinja dicht, luistert hij het liefst naar muziek zonder tekst, om zijn hersenen af te leiden. Maar verder zijn woorden voor hem minstens zo belangrijk als de muziek. ‘Mijn favoriet is Marillion, omdat daar tekst en muziek onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Maar Pink Floyd heeft dat ook, en Roger Waters, the Doors, Crowded House vind ik ook ontzettend goed. In Chocolate Cake staan woorden die je niet in liedjes verwacht.’

Niet apart maar samen
Opvallend genoeg geldt dat niet voor het werk van Elvis, terwijl die in zijn cd-kast zeer nadrukkelijk aanwezig is. ‘Het bijzondere aan Elvis is dat hij als geen ander in staat is om een verhaal over te brengen. Ik ben niet gelovig, maar de overgave waarmee hij zijn gospels zingt, raakt me. Hij zoekt de verbinding met zijn luisteraars en dat zoek ik ook met mijn gedichten. Ik wil ook het alledaagse combineren met het "hogere". Ik voel me graag verbonden. Niemand kan het in zijn eentje.’

‘Niet apart maar samen. Die levenshouding heb ik met de paplepel ingegoten gekregen. Mijn vader was een hartstochtelijk strijder voor openbaar onderwijs. Als jongen heb ik met T-shirts en tasjes rondgelopen waar die tekst op stond. Samen met een tekening van Dick Bruna.

Mij ouders hebben het mij voorgedaan. Je moet je betrokken voelen. Je hoort je te verbinden. Je moet naar buiten toe. En dat ga ik als Dichter des Vaderlands nog meer doen dan ik al deed.’ 

Linda Huijsmans


Advies van Tsead Bruinja: ‘Zeg overal ja op’

Hoe voorziet Dichter des Vaderlands Tsead Bruinja in zijn bestaan?

• De Dichter des Vaderlands krijgt een kleine toelage, plus een bedrag per gedicht
• Werkbeurs van het Fonds voor de Letteren
• Optredens
• Schrijfopdrachten
• Projecten samen met beeldend kunstenaars en typografen
• Commerciële opdrachten; zoals een gedicht voor boekhandel Kosmos in Alkmaar of het Douwe-Egbertsgebouw in Utrecht
• Bestuurswerk
• Lesgeven aan de ArteZ en losse workshops.
• Columns en gedichten voorlezen op de radio
• Columns schrijven
• Opbrengsten uit onder andere Leenrecht- en Thuiskopievergoedingen

Advies van Tsead Bruinja: Zeg overal ja op

‘Daar was ik aanvankelijk niet zo goed in, maar het een leidt tot het ander. Zodra je een zekere bekendheid opbouwt, word je vaker gevraagd en ga je dus meer verdienen.’  


CV

• Tsead Bruinja (1974) debuteerde in 2000 in het Fries met de Friestalige bundel De wizers yn it read/ De wijzers in het rood en in het Nederlands in 2003 met Dat het zo hoorde. Zijn meest recente bundels zijn Binnenwereld buitenwijk natuurlijke omstandigheden (2015) en Hingje net alle klean op deselde kapstôk / Hang niet alle kleren aan dezelfde kapstok (2018).
• Tussen 2008 en 2013 schreef Bruinja gedichten voor het actualiteitenprogramma Dit is de dag (Radio 1) en van 2014 tot 2016 was hij columnist voor de Leeuwarder Courant. 
• Sinds 2012 werkt hij als docent aan de opleiding Creative Writing te Arnhem. 
• Sinds 2017 is hij Dongeradichter van de gemeente Dongeradeel.
• Bruinja's bundels werden genomineerd voor de Jo Peters PoëziePrijs, de Ida Gerhardtpoëzieprijs en de Obe Postmapriis.