editie 33 / december 2010

Besluiten en mededelingen van het Lira-bestuur

SEO-enquête

Evenals andere collectieve beheersorganisaties (Buma/Stemra, Norma, Pictoright, Sena en Vevam) en tal van beroepsorganisaties (zoals de VSenV) is Lira door SEO Economisch Onderzoek benaderd in verband met een onderzoek naar de positie, opvattingen en belangen van makers en uitvoerende kunstenaars in het veranderende cultuurlandschap. SEO Economisch Onderzoek is gelieerd aan de Universiteit van Amsterdam en doet wetenschappelijk onderzoek in opdracht van derden. Het onderhavige onderzoek werd verricht in opdracht van de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Justitie.

De begeleidende tekst van de enquête spreekt van de opkomst van het internet als een ‘nieuw distributie- en exploitatiemedium voor werken en uitvoeringen’, met ‘talrijke gevolgen voor creatieve makers en uitvoerende kunstenaars en daarmee ook voor onze cultuur’, en wijst daarbij optimistisch op ‘allerlei veranderingen die raken aan de wijze waarop zij hun creatieve uitingen kunnen exploiteren’, ‘nieuwe mogelijkheden om rechten zelf te exploiteren en te beheren’ en ‘nieuwe partners voor de exploitatie van werken en uitvoeringen’.

Lira heeft in de voorbereiding van deze enquête bezwaar gemaakt tegen de opzet en vraagstelling. Zo werd naar Lira’s inzicht de wijdverbreide inbreuk op het auteursrecht in de digitale omgeving veel te zeer als een voldongen feit gepresenteerd, in plaats van iets waarin de overheid haar taak als hoeder van het auteursrecht tegen piraterij al jarenlang schromelijk verzaakt. Ook in de gratuite negatieve toon die over collectieve beheersorganisaties werd aangeslagen (‘met de opkomst van het internet als exploitatieplatform komt het collectief rechtenbeheer volgens sommigen in een ander licht te staan’), kon Lira – ook een cbo – zich niet herkennen.

Hoewel in de uiteindelijke enquête aan sommige bezwaren tegemoet werd gekomen, heeft Lira ten slotte besloten niet aan de verspreiding van de enquête mee te werken. Wie de digitale omgeving vooral als kans en niet als bedreiging wenst voor te stellen, gaat voorbij aan het gegeven dat dit alleen geldt in een klimaat dat makers niet vijandig is en waarin het besef leeft dat ongevraagd en onbetaald gebruik van hun werk ongeoorloofd is. En waarin een overheid dus niet laks toestaat dat roof de norm is.

Wel heeft Lira zich er ten slotte in kunnen vinden dat de enquête door de Vereniging van Schrijvers en Vertalers onder haar achterban werd uitgevoerd. Doorslaggevend was hierbij dat de VSenV bij uitstek professionele schrijvers en vertalers vertegenwoordigt en dat zij moeten worden geacht zelf een verantwoorde afweging te kunnen maken.

RV