editie 33 / december 2010

Berichten en adviezen van het bureau

Oproep journalistieke repartities

Voor de journalistieke uitkeringen hanteert Lira een naclaim-termijn van drie jaar. Dat wil zeggen dat in 2010, het jaar waarin Lira de vergoedingen over 2009 uitkeert, ook claims over de jaren 2008 en 2007 nog in behandeling kunnen worden genomen. Voor 2007 sluit de termijn voor het inbrengen van claims echter op 31 december 2010.

Hierbij roepen wij journalisten die nog geen opgave hebben gedaan over 2007 maar dit wel van plan zijn, dan ook op om te zorgen dat hun claims voor het einde van dit jaar (einde 2010) binnen zijn. Opgaven die na 31 december 2010 binnenkomen, kunnen wij helaas niet meer honoreren.

De journalistieke repartitie over 2009 zal in de laatste maanden van dit jaar plaatsvinden. Lira heeft tot en met medio oktober ruim 1100 opgavenformulieren ontvangen en verwerkt. Dat is ten opzichte van vorig jaar (circa 1050 opgaven) een lichte stijging. In de eerste helft van 2011 zal Lira de narepartitie verzorgen over de jaren 2007, 2008 en 2009. Hoewel de claimtermijn voor 2008 nog niet is verstreken, is het daarom voor journalisten de moeite waard om ook eventuele naclaims over 2008 nu alvast in te dienen.

HV

Repartitie Auteursfonds Reprorecht

Sinds 2010 heeft Lira op verzoek van de Stichting Reprorecht het beheer overgenomen van het Auteursfonds Reprorecht. Het Auteursfonds keert jaarlijks namens Stichting Reprorecht reprorechtvergoedingen uit aan auteurs die publiceren in vak-, wetenschappelijke en educatieve boeken en tijdschriften, indien de auteurs deze vergoedingen niet via hun uitgever ontvangen. Daarnaast is een deel van het fonds bedoeld voor collectieve bestedingen. (Zie ook elders in dit Lira Bulletin het artikel over het Auteursfonds Reprorecht in relatie tot het PC Boutensfonds).

Uitgevers in de categorieën vak, wetenschap en onderwijs ontvangen van Stichting Reprorecht een vergoeding, onder de wettelijke voorwaarde dat minstens 50% van deze vergoeding door de uitgever wordt doorbetaald aan auteurs. Stichting Reprorecht voert jaarlijks steekproefgewijs controle uit op deze doorbetalingsverplichting. Deze controle toont aan dat, op enkele administratieve onvolkomenheden na, de doorbetaling door uitgevers aan auteurs in het algemeen gelukkig netjes plaats vindt. Uitgevers die om aantoonbare redenen niet aan hun verplichting jegens de auteurs kunnen voldoen, kunnen in overleg met Stichting Reprorecht en na hun auteurs hierover te hebben geïnformeerd, het auteursdeel van hun vergoeding in het Auteursfonds Reprorecht storten. Het Auteursfonds is dan ook eigenlijk een soort vangnet voor auteurs wier uitgever niet deelneemt aan de Reprorecht-repartitie of wier uitgever niet in staat is aan zijn verplichting te voldoen.

In de eerste helft van 2010 heeft Stichting Lira voor de eerste maal de repartitie verzorgd vanuit het Auteursfonds. Deze repartitie had betrekking op de gelden die door Stichting Reprorecht waren geïnd over publicaties uit 2008 c.q. over publicaties waarover de auteurs in 2008 royalty’s hadden ontvangen. Stichting Reprorecht reparteert namelijk altijd aan het einde van het jaar volgend op de incasso van de betreffende reprorechtgelden. Geld dat is geïncasseerd over publicaties uit 2009, wordt dus eind 2010 uitgekeerd aan de uitgevers. Pas nadat deze uitgeversrepartitie heeft plaatsgevonden, kan in kaart worden gebracht welke uitgevers hebben deelgenomen en welke niet.

Lira verzorgt daarom de repartities uit het Auteursfonds in het voorjaar volgend op de uitgeversrepartitie. In de eerste helft van 2011 zal Lira dus de Auteursfonds-repartitie over publicaties uit 2009 uitvoeren. Zodra de lijst van uitgevers die niet hebben deelgenomen aan de reguliere repartitie door Stichting Reprorecht, bekend is, zal deze op www.lira.nl worden geplaatst.

Bent u auteur van vak- of wetenschappelijke boeken of tijdschriften en/of educatieve geschriften? En ontvangt u via uw uitgever geen reprorechtvergoedingen? Houdt u dan onze website goed in de gaten in de eerste maanden van het volgende jaar (2011), want wij stellen u graag in de gelegenheid om u aan te melden voor een uitkering uit het Auteursfonds over het jaar 2009.

Bent u journalist? Dan ontvangt u van Lira in 2011 tijdig een opgavenformulier voor het Auteursfonds Reprorecht, tezamen met de opgavenformulieren voor uw journalistieke werkzaamheden die geen betrekking hebben op uw vak-, wetenschappelijke en educatieve publicaties.

HV

Leenrecht Video/DVD

In het vorige Lira Bulletin kondigden wij aan dat Lira vanaf dit jaar de geldstroom ‘Leenrecht Audio’ toevoegt aan de kabel- en thuiskopierepartities. Inmiddels is ook voor de geldstroom ‘Leenrecht Video/DVD’ een dergelijk besluit genomen. De achtergrond van deze beslissingen is dat deze relatief kleine geldstromen, die betrekking hebben op een zeer specifiek repertoire, onmogelijk titelspecifiek kunnen worden uitgekeerd. Lira verdeelt het geld dat zij van de Stichting Leenrecht ontvangt, doorgaans op basis van uitleengegevens die wij via Stichting Leenrecht ontvangen van openbare bibliotheken. Maar helaas zijn, anders dan voor boeken en geschriften, de gegevens over de uitleningen van de werken in de categorieën ‘Audio’ en ‘Video/DVD’ door de bibliotheken nooit apart geregistreerd. Het bestuur heeft daarom uit overwegingen van doelmatigheid en effectiviteit besloten om ook de geldstroom Video/DVD toe te voegen aan de repartities van kabel en van thuiskopie. Immers, de door bibliotheken uitgeleende bandjes, CD’s en DVD’s bevatten veelal werk dat ook wordt uitgezonden op de televisie en de radio en dat bij uitzending ook wordt opgenomen. En voor die uitzendingen en opnames heeft Lira via de kabel- en thuiskopieuitkeringen wél de beschikking over gegevens van de rechthebbenden. Op die manier kan Lira alsnog bewerkstelligen dat de uitleenvergoedingen voor deze beide Leenrecht-geldstromen voortaan bij de juiste doelgroep terecht komen zonder dat voor deze verdeling onevenredig hoge kosten hoeven te worden gemaakt.

HV

Klacht over verslag

In het Lira Bulletin van mei 2010 stond een verslag van de leenrecht-klachtencommissie, een bestuurscommissie van Lira. Over het verslag van klacht 1, ‘de juistheid van het aantal uitleningen’, op 22 januari 2010 bij Lira ingediend, is een klacht ingediend bij Stichting Leenrecht. De klager was van mening dat het artikel de behandeling van zijn klacht bij Lira onjuist en onvolledig weergaf. Daarom vroeg hij Stichting Leenrecht om een oordeel over de beschrijving van de klachtafhandeling door Stichting Lira op grond van artikel 14 van het Verdelingsreglement van Stichting Leenrecht, dat toeziet op een deugdelijke afhandeling van klachten terzake van de nadere verdeling. Het bestuur van Stichting Leenrecht heeft zich vervolgens onderhouden met Stichting Lira, waarbij de volgende zaken zijn geconcludeerd.

Met de verslaglegging van de leenrechtklachten in het Lira Bulletin wil Lira openheid betrachten. Bij deze verslaglegging streeft Lira naar een beknopte en anonieme weergave. De samenvatting in het Lira Bulletin is niet primair voor de klagers bedoeld, deze hebben immers al uitvoerig persoonlijk antwoord gekregen. De bedoeling is nu juist om alle andere leenrechthebbenden te laten zien welke klachten zijn ingediend en waarop die klachten betrekking hebben.

Bij het onderhavige verslag lag de nadruk in de samenvatting vooral op twee dingen. Ten eerste wilde Lira een langdurig en veel voorkomend misverstand uit de wereld helpen: dat alleen als Lira in haar databank over álle in Nederland uitgegeven titels beschikt, voor alle uitgeleende titels de leenrechtvergoeding berekend kan worden. Maar voor een correcte verdeling van de leenrechtvergoedingen heeft Lira voldoende aan de registratie van alle uitgeleende titels – een uitgangspunt dat wordt onderschreven door Stichting Leenrecht.

Ten tweede poogde Lira in de samenvatting van de klachtafhandeling aan te duiden dat wanneer in sommige gevallen opgaven van bibliotheken aan Stichting Leenrecht afwijken van de opgaven die particulieren ontvangen van diezelfde bibliotheken, dit een ernstige zaak is die aandacht behoeft. Stichting Leenrecht onderschrijft dit volledig en heeft daarom gezamenlijk met Stichting Lira onderzoek gedaan naar deze discrepanties.

De presentatie in samenvattende vorm leidde tot een beschrijving van de klachtafhandeling in soms wat ongelukkig gekozen bewoordingen. Graag verduidelijken wij daarom de volgende zaken. De in het artikel in het Lira Bulletin beschreven klacht had niet alleen maar betrekking op de klacht van januari 2010 over de leenrechtrepartitie 2009 ˗ zoals in de inleiding stond aangegeven ˗ maar betrof ook voor een groot deel een klacht die op 25 augustus 2009 bij Stichting Leenrecht was ingediend en die ging over ontbrekende uitleningen in eerdere jaren. De behandeling van beide klachten samen heeft geleid tot een uitkering van € 39,41 euro bovenop de eerder vastgestelde leenrechtvergoedingen.

HV