Nieuwe aansluitingscontracten
Lira houdt zich als auteursrechtorganisatie bezig met het collectief beheer voor schrijvers en vertalers van hun rechten op auteursrechtelijk beschermde werken, en zal dat blijven doen. Maar af en toe moet de vraag gesteld worden wie er allemaal onder die omschrijving van ‘schrijvers en vertalers’ vallen, wat er precies met die ‘werken’ bedoeld wordt en tenslotte: over welke rechten het precies gaat.
Het nieuwe antwoord
Lira is sinds ruim een jaar bezig met een herformulering van haar aansluitingscontracten en -in het verlengde daarvan- de statuten. Dat gebeurde op initiatief van het bestuur door een commissie die allereerst het kader voor een wenselijke herziening formuleerde. Vervolgens is het ontwikkelingsproces toevertrouwd aan enkele interne en externe juridische deskundigen. Inmiddels is dat adviseringstraject zo goed als voltooid. Binnenkort zal het Lira-bestuur een besluit moeten nemen over de nieuwe tekst van het aansluitingscontract. Omdat intussen wel duidelijk is welke kant het op zal gaan, wordt het tijd met de eerste resultaten naar buiten te treden, onder het voorbehoud van uiteindelijke bestuurlijke besluitvorming. Auteurs van velerlei aard zullen er de komende maanden iets van gaan merken. Deze uiteenzetting wil daarop een voorbereiding zijn.
Uitbreiding tot alle teksten
Uitgangspunt bij de herformulering van het aansluitingscontract was dat Lira’s aanvankelijk beperkte doelgroep van literaire schrijvers en vertalers, scenaristen en toneelauteurs wordt verbreed tot in beginsel alle makers van teksten. Het is Lira’s ambitie een auteursrechtorganisatie voor makers van teksten te worden, niet uit imperialisme, maar omdat het onderscheid tussen teksten, in elk geval wat hun verspreidingswijze betreft, als gevolg van de digitalisering aan het vervagen is. Met enige overdrijving gezegd: bijna alles wordt digitaal en elektronisch.
De realisering van deze ambitie heeft niet alleen gevolgen voor de met woorden geschreven soorten werken waar Lira zich sterk voor wenst te maken, maar daarmee ook voor het soort van makers aan wie Lira diensten aan zou willen bieden, en het belangrijkste: voor het soort rechten dat Lira wenst te beheren.
Om een indruk te geven van het nieuw afgepaalde werkterrein geef ik een drietal definities die in het ontwikkelingstraject naar de nieuwe aansluitingscontracten zijn geformuleerd. Dat begint met een nieuwe algemene definitie van wat Lira tot haar werkterrein rekent en wordt vervolgens langs twee toegangswegen verhelderd: één via de vraag om welke concrete soorten van werken het gaat, de ander via de vraag welke concrete soorten van makers daarbij horen.
Algemene definitie
Lira’s werkterrein omvat auteursrechten van makers van literaire, educatieve, wetenschappelijke en andere teksten en de op deze veelsoortige teksten gebaseerde audio-, video-, theatrale, audiovisuele en multimediale producties, al dan niet zijnde verveelvoudigingen in gewijzigde vorm van de tekst van welke aard en in welke vorm ook, zowel analoog als digitaal, traditioneel ook wel aangeduid als de literaire en grote (of dramatische) alsook audiovisuele rechten, maar daartoe niet noodzakelijk beperkt blijvend.
Concrete werken
Dat is allemaal nogal juridisch. Om het concreter te maken: het gaat daarbij onder meer om de volgende concrete soorten werken die door schrijvers en vertalers gemaakt worden of waaraan zij een bijdrage van scheppend karakter leveren: gedichten, verhalen, essays, columns, novellen, romans, éénakters, toneelstukken, sketches, hoorspelen, conferences, tv-spelen, tv-series, tv-films, speelfilms en animatiefilms, alsook om muziek-dramatische werken van schrijvers/componisten, zoals opera's, operettes en musicals, alsmede om educatieve, wetenschappelijke en andere geschreven werken.
Concrete makers
Als we bij de relevante makers terecht komen, moeten in ieder geval genoemd worden: de dichter, de prozaschrijver, de essayist, de toneelauteur, de scenarioschrijver, de hoorspelauteur, de librettist/componist van opera’s, operettes en musicals, de vertaler, de ondertitelaar, de bewerker, kortom: iedereen die auteursrechtelijk beschermde teksten van literaire, literair-dramatische, muziekdramatische, educatieve, wetenschappelijke en andere aard maakt.
Soorten rechten
Het gaat bij dit alles niet om alle rechten van genoemde makers op genoemde werken, maar om bepaalde soorten rechten die opgesomd worden in wat het aanhangsel exploitatie-omvang heet. Dat ‘aanhangsel exploitatie-omvang’ zijn een aantal pagina’s die onmiddellijk volgen op het aansluitingscontract en daar juridisch één geheel mee vormen.
Dat Lira een beperkt aantal rechten beheert, vloeit voort uit Lira’s zelfgekozen missie om zich vooral bezig te houden met rechten die door individuele makers niet of nauwelijks te gelde gemaakt kunnen worden. Want wat moet je als scenarioschrijver of dichter met je kabelrecht als er iets van je uitgezonden gaat worden? Je kunt moeilijk aan alle kabelexploitanten in Nederland een brief gaan zitten schrijven met de vraag of zij geld aan je over willen maken. Kabelrechten kun je in de praktijk alleen collectief omzetten in een vergoeding. En dat geldt evenzeer voor veel andere rechten.
Met andere woorden: Lira vraagt van auteurs om de overdracht van bepaalde rechten, vooral ter veiligstelling van de vergoeding waar de betreffende auteurs aanspraak op kunnen maken. Om dat specifieke doel van de overdracht nog eens langs een andere weg te verduidelijken: Lira vraagt geen rechten om zelf een uitgeverij, tv-station of toneelgezelschap te beginnen. Lira doet namelijk in strikte zin niet zozeer aan rechtenexploitatie als wel aan rechtenbeheer.
Dat wil niet zeggen dat Lira ook zonder rechtenoverdracht succesvol zou kunnen opereren. Aan het bezit van bedoelde rechten is namelijk meestal een verbodsrecht verbonden, en dat verbodsrecht blijkt soms nodig om vergoedingen af te dwingen.
Verplicht en facultatief
Voor auteurs is vooral ook de nadere herformulering van het aanhangsel exploitatie-omvang van belang. Zonder in te gaan op al te veel details vallen daarbij twee zaken op: het aanhangsel vermeldt twee soorten rechten:
(1) verplicht over te dragen rechten/vergoedingsaanspraken en
(2) facultatief over te dragen rechten.
De eerste groep dient altijd overgedragen te worden, de tweede groep van rechten wordt -per recht- overgedragen indien de auteur dat -per recht- wil.
Verplichte overdrachten
Om de status van aangesloten auteur te bereiken, met alle voordelen daaraan verbonden, wordt in het nieuwe aansluitingscontract de overdracht gevraagd van wat tot de corebusiness van Lira behoort. Heel kort wil dat zeggen, en ik probeer mij zoveel mogelijk in bijna gewoon Nederlands uit te drukken:
(1) kabel- en vergelijkbare uitzendrechten, gelijktijdig en niet-gelijktijdig met de omroepprogrammering
(2) openbaarmaking via tv, radio, recorders etc. in cafés, ziekenhuizen, gevangenissen etc.
(3) on-demand-rechten op audio(-visuele) werken
(4) uitzendingen via elektronische netwerken zoals internet etc.
(5) rechten op werken die als onderdeel van een productie van de Nederlandse publieke omroep door derden worden geëxploiteerd, alsmede
(6) vergoedingsaanspraken inzake leenrecht-, thuiskopie- en reprorechtgelden.
De drie laatstgenoemde vergoedingsaanspraken (leenrecht, thuiskopie en leenrecht) zijn bedoeld om een steviger basis te leggen onder Lira’s jarenlange bemoeienissen op de terreinen van thuiskopie, reprorecht en leenrecht.
Voor wie zich het oude aansluitingscontract herinnert, zal in dit lijstje bekende zaken tegenkomen én enkele nieuwe en overigens wel wat andere ‘moderne’ formuleringen. Verspreidingstechnieken veranderen en daarmee ook de taal van contracten.
Facultatieve overdrachten
Alleen als een auteur zich bij Lira aansluit via de overdracht van een reeks verplichte overdrachten, kan hij daarbij, als hij dat wil, kiezen uit de overdracht van een aantal aanvullende rechten. Bij deze facultatieve rechten gaat het om:
(1) rechten op teksten op elektronische netwerken zoals op internet etc.
(2) toneelopvoeringen in het buitenland
(3) uitzendingen in het buitenland
(4) mechanische reproductierechten, te begrijpen als vastleggingen op beeld-, geluids- en andere dragers.
Ook als facultatieve overdracht heeft plaatsgevonden, kan de auteur in heel precies omschreven gevallen besluiten om toch géén gebruik te maken van Lira’s diensten, maar zelf tot openbaarmaking over te gaan, bijvoorbeeld door teksten zelf op een eigen internetwebsite te zetten.
Waarom een herformulering?
Die herformulering van het aansluitingscontract heeft diverse achtergronden, maar heeft in ieder geval direct te maken met aanpassingen aan de actualiteit. Iedereen weet dat de manier waarop teksten verspreid worden -in de vorm van teksten maar ook in de vorm van bijvoorbeeld op boek- en scenarioteksten gebaseerde films en tv-drama- de laatste tijd aanzienlijk is veranderd, vooral door de digitalisering van werken en de daardoor mogelijk geworden elektronische distributie. Ook moet in dit verband het beëindigen van ether-uitzendingen vermeld worden waardoor het verschil tussen primaire en secundaire rechten is gecompliceerd.
Die nieuwe digitale of elektronische rechten dienen een duidelijke plaats te krijgen in Lira’s aansluitingscontracten, juist omdat er de afgelopen jaren succesvolle acties tot aanvulling van overdrachten zijn geweest, zoals met betrekking tot de elektronische distributie van gedigitaliseerde werken. De resultaten daarvan wachtten nog op meer systematische plaatsing in het geheel van rechten in het ‘aanhangsel exploitatie-omvang’. Met andere woorden: er was behoefte aan meer duidelijkheid en overzichtelijkheid.
Een belangrijke impuls kwam ook van de suggestie van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) om met rechthebbenden van verschillende aard (in elk geval ook scenarioschrijvers) naar het Buma-model te gaan onderhandelen over de betaling van jaarlijkse bedragen voor een veelomvattend gebruik van audiovisuele werken. Om daaraan mee te kunnen doen moet een organisatie als Lira dan natuurlijk wel over zulke zogenoemde primaire uitzendrechten beschikken.
We maken er geen geheim van dat we ook de onderhandelings- en incassopositie van Lira willen versterken door meer verplichte overdrachten te vragen op terreinen waar dat nodig of wenselijk is gebleken. Ervaringen, de afgelopen jaren in de dagelijkse praktijk opgedaan spelen daarin een belangrijke rol, maar ook de toekomst zoals we die zich zien ontvouwen.
Ook was in de praktijk gebleken dat er eigenlijk twee soorten relaties tussen aangesloten auteurs en Lira gingen ontstaan: auteurs die zich in hun aansluiting beperkten tot wat móest en auteurs die daarnaast nog wat extra’s wilden. Dat verschil hebben we op het aanhangsel duidelijker aangegeven en wel in het verschil tussen verplichte en facultatieve overdrachten. Het aantal verplichte overdrachten is daarbij uitgebreid. De overdrachten die een auteur naar eigen keus kan aankruisen, de facultatieve overdrachten derhalve, zijn daarvan duidelijk afgezonderd en hebben juridisch soms ook een iets ander karakter gekregen waardoor aan de auteur meer keuzevrijheid is gelaten ten aanzien van de vraag of hij -de auteur- in een concreet geval wil dat Lira die rechten voor hem beheert of dat hij -de auteur- het zelf doet.
Maar ook andere invloeden, zoals recente Europese wetgeving, maakten een aanpassing van de aansluitingscontracten en de statuten wenselijk, ook om het juridisch fundament onder de diverse inhoudingen op uitkeringen te versterken. En niet te vergeten Lira’s eigen ambitie om de Nederlandse auteursrechtorganisatie voor teksten te worden en daarbij het hoofd te kunnen bieden aan eventueel opkomende concurrentie uit andere landen, nu het binnen Nederland en de EU wel eens tot een herschikkingsproces van auteursrechtorganisaties zou kunnen komen.
Statutenwijziging
Na de herformulering van de aansluitingscontracten volgt als een soort logisch vervolg de wijziging van Lira’s statuten. Als een organisatie het werkterrein verbreedt, zal dat ook in de statuten zijn neerslag moeten krijgen.
Daar komt bij dat het wellicht nodig zal blijken om tegemoet te komen aan nog onbekende wensen van het College van Toezicht op collectieve beheersorganisaties. Dat kan gaan spelen zodra ook Lira tot de status van ‘object van toezicht’ zal zijn gepromoveerd. Vorderingen in die richting worden er thans gemaakt en wel via de aan de Raad van State voor advies voorgelegde wetswijzigingen inzake het overheidstoezicht op CBO’s. Eventuele wensen van de zijde van het College zijn nog onbekend, maar die kunnen nog komen.
Ook kan het nodig zijn om statutair nader uitvoering te geven aan verplichtingen als vastgelegd in de gedragscode (code of conduct) van Voi©e, de onlangs opgerichte brancheVereniging van Organisaties die Intellectueel eigendom Collectief Exploiteren. Genoemde gedragscode bevat een aantal bepalingen die wellicht nog om nadere statutaire vastlegging vragen.
Administratieve invoering
Hoe het ook zij: het ziet ernaar uit dat Lira zich in het vierde kwartaal van 2008 zal kunnen zetten aan de administratieve invoering van de hier boven kort en onder enig voorbehoud beschreven nieuwe aansluitingscontracten inclusief een nieuw aanhangsel exploitatie-omvang. Daarvoor zullen aangesloten en nog niet aangesloten auteurs op passende wijze worden benaderd. Informatie zal hun toegezonden worden en verdere informatie langs de gebruikelijke kanalen beschikbaar worden gesteld, op de website, schriftelijk, telefonisch, per e-mail.
De voordelen van aansluiting bij Lira
Voor wie nog enige overreding nodig heeft, som ik tot slot nog even kort de voordelen van aansluiting bij Lira als schrijver of vertaler op:
- om met een geruststelling te beginnen: aansluiting bij Lira kost niets
- integendeel: er is een grote kans dat de tussenkomst van Lira de aangesloten auteur geld op gaat leveren
- de relatie met uitgever of producent zal door aansluiting niet geschaad worden, omdat Lira inmiddels een breed aanvaarde organisatie is die veel met uitgevers en producenten in allerlei verbanden samenwerkt en aan gezamenlijke onderhandelingen deelneemt
- Lira beheert via de aansluiting een aantal rechten en aanspraken die de auteur zelf niet -of alleen uiterst moeilijk- kan verzilveren, zoals de kabel- en de digitale rechten
- dat geldt steeds sterker voor andere elektronische distributierechten op gedigitaliseerde werken zoals streaming, downloading en online-terbeschikkingstelling
- grote kans ook dat er bij auteurs vragen leven waarop Lira een antwoord kan geven
- soms zal Lira via zusterorganisaties kunnen helpen bij het vinden van de weg naar het buitenland
- via hun aansluiting ondersteunen auteurs ten bate van zichzelf en hun collega’s een groep instellingen die heel concreet het sociale en culturele belang van hun professie dienen
- zo hebben alle auteurs die met Lira een aansluitingscontract hebben ondertekend, toegang tot de Stichting Rechtshulp Auteurs voor het geval zij als schrijver of vertaler een geschil krijgen over creaties of contracten
- bij Lira aangesloten scenaristen en toneelschrijvers kunnen gebruik maken van de diensten van het Contractenbureau waar zij tegen betaling van een bescheiden vergoeding door gespecialiseerde advocaten bijgestaan worden in hun individuele onderhandelingen met omroepen, producenten of toneelgezelschappen
- ook kan een bij Lira aangesloten auteur steun krijgen bij het opbouwen van een oudedagsvoorziening via het P.C. Boutensfonds
- door ondersteuning van het literaire circuit probeert het Lira Fonds dichters van enig inkomen te voorzien, nu zij het zeker niet moeten hebben van bijvoorbeeld verkopen van gedichtenbundels of van leenrechtgelden voor de uitleen door openbare bibliotheken
- het Lira Fonds helpt toneelauteurs aan een verbetering van hun inkomen door bij te dragen aan schrijfhonoraria als opdrachtgevers hun aandeel op een deugdelijk niveau houden
- hetzelfde Fonds ondersteunt door bijdragen aan prijzen die publicitair de aandacht trekken de Nederlandstalige jeugdliteratuur (Woutertje Pieterse Prijs), spannende boeken (Gouden Strop), essayistiek (Jan Hanlo Essayprijzen) en het Nederlandse tv-drama (de Lira Scenario-prijs)
- tot slot: aangesloten auteurs hebben een stem in het benoemen van het Lira-bestuur, want ofschoon Lira een stichting is, worden alle bestuursleden uiteindelijk benoemd door de jaarlijks te houden vergadering van aangeslotenen.
KH