Can Shakespeare tot Vogel
Bij de presentatie van Lira’s toneelwebwinkel op 26 november 2007 in het TIN, het Theaterinstituut Nederland, hield de auteur Don Duyns een toespraak om dit Lira-initiatief te ondersteunen. Nu www.liratheaterteksten.nl sinds de zomer van 2008 volledig operationeel is geworden, publiceren we mede om de aandacht nog eens op deze nieuwe website te vestigen, zijn toespraak -met zijn toestemming- graag in het Lira Bulletin. KH
Beste mensen, collega’s, vrienden, Liramedewerkers, theaterliefhebbers.
William Shakespeare heeft zijn teksten nooit op een site gezet, waar je ze tegen een speciaal tarief kon downloaden.
Euripides ook niet.
Ibsen en Strindberg evenmin.
Jean Baptiste Poquelin alias Molière ook niet.
Waarom moeten wij, schrijvers van nu, dat dan wel?
Waarom deze nieuwlichterij?
Is het niet voldoende dat er boekjes zijn - van aan elkaar geniete vodjes tot prachtuitgaven van het ITFB -ja zelfs bundelingen van teksten, voorzien van inleiding, acteurslijst en bibliografie?
En dat je die teksten kunt vinden in dit prachtige Theaterinstituut, dat overigens wil verhuizen, waarom, waarom, waarom?
Blijf toch lekker hier, in dit monumentale prachtpand.
Een van de stiekeme pleziertjes die ik mezelf wel eens veroorloof in ditzelfde instituut is overigens naar de kasten met Nederlandse teksten te lopen en daar na Duynmayer en Duyne mijn eigen teksten aan te treffen en vol trots te bekijken.
Mooi ingebonden met een harde kaft. Doorgebladerd, betast, gebruikt, benut. Maar dit terzijde.
Ik had het over het nut of onnut om onze met zoveel bloed, zweet en tranen bij elkaar gecomponeerde toneelteksten digitaal beschikbaar te gaan stellen.
Maar waarom?
Waarom zouden we die kostbare woorden in godsnaam op internet pleuren?
Is het de hijgerige behoefte met onze tijd mee te gaan, uit angst iets te missen? Shakespeare zei het in Henry de vierde al zo raak:
‘De tijd van leven is kort: die korte tijd laag bij de gronds doorbrengen zou te lang zijn.’
Tenminste, dat heb ik op internet op een citatensite gevonden, zelf kan ik dit soort informatie niet uit het hoofd ophoesten.
Toch heeft hij gelijk.
Schrijvers moeten zich verre houden van de distributie van hun werk.
Ze moeten gewoon rustig in hun ivoren toren door arbeiden aan hun oeuvre. Ze moeten zo min mogelijk met het echte leven geconfronteerd worden. Kortom, de schrijver heeft niets te zoeken op internet.
Gelukkig is de toneelschrijver geen gewone schrijver.
Hij of zij heeft contact nodig, als een baby de melk van zijn moeder.
Hij of zij moet wèl voortdurend de boer op.
Want een toneelstuk ontstaat pas als iemand anders er iets prachtigs mee doet. Liefst een leuke toneelgroep ergens diep in de provincie.
Maar hoe vinden we elkaar, de auteur en die leuke theatergroep, met namen als: De Turfstekers, de Komediespelers, de Plankeniers of Kunst Zonder Vrees?
Kijk, en daar komt dit nieuwe Lira-initiatief om de hoek kijken.
Deze vorm van georganiseerde tekstdistributie brengt auteur en afnemer dichter bij elkaar, of beter gezegd: tekst en afnemer.
Wie nu een prachtige Nederlandse tekst zoekt, hetzij voor zijn of haar hardwerkende amateurgroep van Leeuwarden tot Maastricht, hetzij voor een professioneel gezelschap dat wel eens een Hollands stuk in reprise wil nemen, in plaats van weer blindelings naar die gouwe ouwe Tsjechow te grijpen, kortom voor al die mensen en gezelschappen die goeie teksten zoeken, die kunnen vanaf nu gewoon inloggen op de Lira-site – vanuit hun luie stoel zoals dat in reclametaal geloof ik heet – en zoeken naar een tekst van hun keuze.
Voor deze afnemers is de Lira-site een duidelijke verbetering ten opzichte van de huidige situatie. Het maakt nu immers niet meer uit waar je je bevindt, een internetverbinding is voldoende om stukken te zoeken en sampletjes te downloaden. Tevens kun je op de site samenvattingen en cast-eisen vinden.
Maar wat heeft de auteur eraan?
Simpel gezegd: hij of zij breidt zijn afzetmogelijkheden uit.
Ik denk altijd maar: hoe meer mensen weten dat ik stukken schrijf en hoe meer mensen die stukken ook daadwerkelijk kunnen vinden – of dat nou op internet is of in een stoffige la – hoe meer kans er is dat die stukken ook weer gespeeld worden.
En dan gaat het me niet eens om het geld.
Natuurlijk, die vorstelijke vergoedingen uit het land zijn fijn, maar het is me veel meer waard dat mijn stukken aan de vergetelheid worden ontrukt.
Toneelschrijven is schrijven voor de bühne, niet voor de bundel.
Er zijn natuurlijk altijd auteurs met een zekere internetangst.
Angst dat hun teksten digitaal worden gestolen. Vrees voor digitale virussen. Tegen die schrijvers zou ik willen zeggen: vertrouw de Lira.
Het is een fijne club met niks kwaads in de zin.
Zelf ben ik redelijk schaamteloos.
Ik heb een eigen site, een hyves, ik schrijf op moose, heb meegewerkt aan Hotel Dramatik, kortom: het kan mij niet world wide web genoeg.
Zoals Shakespeare - in Hamlet - terecht stelt:
‘Er is geen goed of slecht, maar het denken maakt het ervan.’
Wat ik persoonlijk erg aardig vind van dit initiatief. is dat alle macht bij de auteur is gebleven.
Hij of zij bepaalt welke stukken van zijn of haar hand er op de site komen. Dus de ergste rotzooi kun je weglaten.
Zo zet ik er in geen geval Mozes de musical op, mijn grootste shitstuk.
Verder kan de auteur zelf bepalen welke samenvattingen erbij komen, welke informatie.
En, tot op zekere hoogte, mag de schrijver ook bepalen welke vergoeding hij voor het aangeboden werk ontvangt.
Ik zou bijna zeggen: power to the writer.
‘Luister naar ieders kritiek, maar behoud uw eigen oordeel.’ (Hamlet)
Volgens Willem Frederik Hermans kon je nog beter een skischool beginnen in Afrika dan toneelschrijver te zijn in Nederland.
Die tijden zijn voorbij.
Niet alleen is het best een goed idee, die skischool in Afrika, maar bovendien wemelt het in Holland van de al dan niet aan de HKU, school of writing of de Schrijversvakschool opgeleide toneelauteurs. Auteurs die in het geheel niet onderdoen voor hun Britse of Duitse collega’s, en dan heb ik het niet eens over de Franse mooischrijvers.
Nee, jaren geleden durfde ik mezelf in het openbaar geen schrijver te noemen. Laat staan toneelschrijver.
Tegenwoordig vervult mij een gevoel van trots als ik mijn beroep bekend maak, en zie ik ook bewondering in de ogen van diegenen die ik dit meld.
Ik bevind mij immers in het gezelschap van giganten als de veelbekroonde Rob de Graaf, Esther Gerritsen, Enver Husic, Frans Strijards, Roel Adam, Ton Vorstenbosch, Pauline Mol, Ko van den Bosch, Suzanne van Lohuizen, noem maar op.
Ja, ik beoefen een eerzaam vak.
Wel een vak dat beroerd verdient overigens, maar dat gaat nu natuurlijk veranderen met deze Lira-site.
En wie weet loop ik eindelijk binnen.
Tussen de tijd van Vogel en Shakespeare zit precies 420.
420 jaar waarin er een ontwikkeling is geweest van folianten tot spreadsheets, van ganzenveer tot point-'n-click.
Toch blijft nog steeds één ding recht overeind: een goeie tekst is een goeie tekst is een goeie tekst.
Dat geldt voor Hamlet, dat geldt ook voor Feestbeest van Vogel.
Alleen kun je die laatste binnenkort downloaden op de Lira-site.
En, zoals de grote dichter uit Stratford-upon-Avon al zei:
‘Eet, drink en wees vrolijk. Het kan je laatste dag zijn.’
Don Duyns