Het verdienmodel van Maria Goos
Maria Goos (1956) schrijft toneelstukken, tv-series en films. De tv-serie Pleidooi betekende haar grote doorbraak, de opvolger Oud Geld was een nog groter succes. Haar laatste toneelstukken waren Uit het Hoofd met Loes Luca en Seksklimaat. Wat is het verdienmodel van Maria Goos?
In een ideale wereld financier ik mijn eigen producties / Beeld: Martijn Gijsbertsen
Wat was je eerste schrijfopdracht?
In mei 1982 ben ik afgestudeerd aan de docentenregieopleiding van de toneelacademie in Maastricht. Ik was op zoek naar werk en zag in de Volkskrant de advertentie ‘Werklozentheater zoekt regisseur’. Op basis van interviews met de spelers (dat waren amateurs) heb ik het stuk geschreven en geregisseerd. Dat was mijn eerste betaalde baan. Het was dikke, vette mazzel dat ik die advertentie had gezien. Tijdens mijn stages had ik al eerder stukken geschreven, voornamelijk omdat er geen stukken waren met alleen maar vrouwenrollen. Zo begon ik ze zelf maar te schrijven.
Waarmee zou je in een ideale wereld het liefst je hele inkomen verdienen?
In een ideale wereld financier ik mijn eigen producties. Dan hoef ik er geen rekening meer mee te houden dat iets een groot publiek moet aanspreken. Wat zou het heerlijk zijn om mezelf niet meer te hoeven verkopen aan financiers en subsidiegevers. Die afhankelijkheid vindt elke schrijver verschrikkelijk, gaandeweg maak je compromissen om het geld binnen te krijgen. Het zou mijn schrijven wel beïnvloeden. Mijn films en toneelstukken zouden veel abstracter en experimenteler zijn als het niet voor een groot publiek hoeft te zijn.
Uit welke bronnen komen je inkomsten?
Mijn voornaamste inkomstenbronnen kwamen de laatste jaren voort uit toneelproducties. Mijn laatste stuk Uit het hoofd uit 2022 speelde in grote zalen. Ik was coproducent samen met de actrice Loes Luca. Hiermee heb ik een buffer kunnen opbouwen, zodat ik ook een klein toneelstuk kon maken. Dat was Seksklimaat, dit stuk speelde ik alleen in kleine zalen. Mijn laatste tv-serie was La Famiglia uit 2018. Ik ben wel weer bezig met een nieuwe tv-serie, ik vind de combinatie heel leuk. Toneel is echt een medium voor dialogen en in een tv-serie draait het meer om een spannend plot.
‘Streamingsdiensten betalen onze auteursrechten niet. Dat is schandelijk.’
Kun je leven van de opbrengsten van je werk?
Vanaf het begin kon ik leven van mijn werk. Naast schrijven ben ik af en toe de regisseur van mijn eigen werk. En in Smoeder en Seksklimaat heb ik zelf meegespeeld.
Begin jaren tachtig heb ik wel maandenlang in de WW gezeten en ondertussen zat ik dag en nacht te schrijven, als oefening. Ik woonde in een kraakpand, dus ik had hele lage lasten. Het was wel heel koud in zo’n kraakpand, ik schreef met een petroleumkacheltje naast me. Nog steeds schrijf ik het liefst in een klein, warm kamertje met de deuren dicht.
Wat was tot nu toe voor jou de beste investering in je vakmanschap?
Mijn beste investering was een cursus scenario schrijven, daar ontmoette ik Hugo Heinen. Hij heeft me uitgenodigd om samen met hem en Pieter van den Waterbeemd het scenario voor Pleidooi te schrijven. En daar begon het grote succes. Ik heb verder nooit cursussen gevolgd, ik was meteen aan het werk, er was nooit meer tijd voor. Ik zou het anderen wel adviseren; ga naar de ScriptAcademy of de Schrijversvakschool. Jonge mensen raad ik de Writing for Performance aan bij de HKU. Ik geef zelf ook cursussen scenario schrijven, meestal in Girona bij de B&B van Debbie uit B&B Vol Liefde.
Biedt de Nederlandse context auteurs voldoende middelen van bestaan?
Met al die streamingsdiensten worden er veel tv-series gemaakt, dus er is meer werk gekomen. Maar streamers betalen onze auteursrechten niet. Dat is schandelijk. Het nadeel is tegenwoordig ook dat iets meteen moet scoren, anders lig je er onmiddellijk weer uit. Om het schrijven onder de knie te krijgen, moet je juist veel kilometers maken om in de gaten te krijgen hoe het werkt. Die kans krijg je niet meer.
‘Als je het je kan permitteren is coproduceren een gouden tip’
Er worden ook veel toneelstukken gemaakt, er zijn in Nederland gemiddeld vier premières op een dag. Dus er is veelwerk, maar vaak onderbetaald. Er wordt maar weinig repertoire gemaakt dat ook door een andere regisseur kan worden gebruikt. Het is heel specifiek voor één gezelschap en één regisseur.
Heb je een gouden tip voor andere schrijvers?
Als je het je kan permitteren is coproduceren een gouden tip, dat doe ik soms bij mijn stukken. Je loopt meer risico, maar als iets een succes is heb je een beter verdienmodel. Vroeger kreeg ik een afgesproken salaris en een afgesproken percentage auteursrechten. Als nu een stuk goed loopt, verdien ik een stuk meer. Het is iets om later in je carrière te doen. Als je net begint, zou ik adviseren om te zoeken naar een maatje, een regisseur met wie je heel goed kan samenwerken. Zoals ik in het begin van mijn carrière had met Willem van de Sande Bakhuyzen, tot hij helaas overleed in 2005. Iemand die je vertrouwt, met zijn tweeën sta je veel sterker.
Wil jij ook jouw verdienmodel toelichten? Laat het ons weten.
Dorine van der Wind