Het verdienmodel van Annemiek Verhoef
Annemiek Verhoef (1963) schrijft lesmateriaal voor het onderwijs in de sector zorg en welzijn. Ze is voorzitter van de sectie Educatieve auteurs bij de Auteursbond. Via Lira kregen zij en veel van haar collega’s afgelopen jaar flink hogere reprovergoedingen. Welke inkomsten heeft Annemiek Verhoef nog meer? We stelden haar 7 vragen over haar verdienmodel.
'Als educatief auteur moet je erg creatief zijn' | foto: Inigo Garayo
1. Wat was je eerste (betaalde) schrijfopdracht?
‘De basis voor alles vormt de lerarenopleiding Omgangskunde en Gezondheidskunde. Toen ik die had afgerond, ben ik gaan werken op een havo-mbo-opleiding in Hilversum. Die combinatie van algemeen hoger onderwijs met beroepsgerichte mbo-vakken bestaat niet meer en was in die tijd ook nieuw. Er was nauwelijks geschikt lesmateriaal beschikbaar. Daarom kreeg ik een aantal uren per week de tijd om relevant en beroepsgericht lesmateriaal te maken.
Ik wist meteen dat dat goed bij mij paste. Ik vroeg mensen uit de beroepspraktijk honderduit naar hun tips en ervaringen, gebruikte de leukste oefeningen uit mijn eigen opleiding en vertaalde die naar praktische opdrachten voor leerlingen. Mijn eerste baan was dus tegelijk ook mijn eerste betaalde schrijfopdracht. Ik voelde me als een vis in het water.
Via een collega kwam ik twee jaar later in contact met een educatieve uitgever die auteurs zocht voor een nieuwe methode voor mbo-opleidingen zorg. Ik besloot de stap te wagen en heb er nooit spijt van gehad. Zo’n tien jaar later zei ik mijn baan in het onderwijs vaarwel en werd fulltime freelance educatief auteur en tekstschrijver.’
2. Waarmee zou je in een ideale wereld het liefst je hele inkomen verdienen?
‘Ik werk in die voor mij ideale wereld. Mensen interesseren me en onderwijs boeit me. Het leukste is om met nieuwe onderwerpen aan de slag te gaan en nieuw lesmateriaal te ontwikkelen. Een enkele keer mag ik zelfs mijn tanden zetten in een heel nieuw opleidingsprofiel. Mijn werk bestaat uit het verzamelen van alle mogelijke kennis over een vakgebied en dat logisch en helder opschrijven. Nu is internet natuurlijk een belangrijke bron van informatie, maar ik zoek ook nog steeds, net als vroeger, in bestaande studieboeken.
‘De reprovergoeding was dit jaar flink hoger’
Van alle verzamelde informatie maak ik mijn eigen verhaal. Mbo’ers zijn vaak praktisch ingesteld. In de methodes staan veel praktijksituaties en met beroepsgerichte opdrachten en oefeningen verwerken ze de theorie. Creativiteit vind ik daarbij erg belangrijk. Ook moet je als educatieve auteur weten wat het gebruikelijke jargon is, welke woorden ze straks in de praktijk tegen komen.’
3. Hoe ziet jouw verdienmodel er in werkelijkheid uit?
‘Momenteel ben ik fulltime freelance educatief auteur. Mijn hele inkomen schrijf ik bij elkaar met educatieve boeken, methodes, toetsen et cetera. Royalty’s van 10 procent over de verkochte boeken zijn heel gangbaar in de sector waarvoor ik schrijf. Mijn indruk is dat hoe hoger het onderwijsniveau waar je voor schrijft, hoe hoger het royaltypercentage.
In 2020 zijn de reprovergoedingen van de educatieve auteurs voor het eerst via Lira uitgekeerd. Aan die transitie is jaren gewerkt door de educatieve sectie van de Auteursbond en Lira. De uitkering besloeg twee jaar en voor veel collega’s was die flink hoger dan ze gewend waren.
Voorheen waren de uitgevers verantwoordelijk voor die reprovergoeding, dat was weinig transparant. Niet alles verliep deze eerste keer vlekkeloos en hier wordt aan gewerkt. Lira is duidelijk over de grondslag en over wat ingehouden wordt. Dat is fijn.’
4. Kun je leven van de opbrengsten van je werk?
‘Ik kan er goed van leven, maar binnen onze beroepsgroep zijn de verschillen groot. Er is aan de ene kant een kleine groep grootverdieners en aan de andere kant een grote groep die er niet van kan leven. Vaak zijn dat mensen die af en toe lesmateriaal schrijven naast een betaalde baan als docent. De grootverdieners zijn vaak goede onderhandelaars. Daarnaast speelt geluk ook een rol. Of de methode die je maakt aanslaat en dus door veel scholen gebruikt gaat worden, weet je nooit zeker. Gebeurt dat wel, dan kun je er goed mee verdienen.
Zelf heb ik ook meerdere goed lopende boeken geschreven voor de mbo-opleiding Pedagogisch Werk, waaronder Ontwikkeling en Activiteiten PW. Dit boek is vorig jaar herzien en loopt opnieuw goed. Dat is heel prettig natuurlijk.’
5. Wat was tot nu toe voor jou de beste investering in je vakmanschap?
‘Mijn keuze voor de lerarenopleiding zorgde ervoor dat ik met kennis van zaken het vak in ben gerold. De schrijfvaardigheid heb ik me in de loop van de tijd steeds beter eigen gemaakt. Je moet aanleg voor schrijven hebben, maar het komt ook aan op meters maken. Wat zeker ook helpt, is een kritische redacteur die ziet waar het beter kan en je daartoe uitdaagt. Daar wordt je werk altijd beter van.’
6. Biedt de Nederlandse context educatieve auteurs voldoende middelen van bestaan?
‘Dat hangt onder meer van het vakgebied af waar je voor schrijft. Als je methodes Spaans of Italiaans maakt, zal het schip met het grote geld niet zo snel binnenvaren. Het landschap van educatieve uitgevers is sinds ik begon ook flink veranderd. Een aantal toonaangevende educatieve uitgevers is gefuseerd, waardoor er nu een paar heel grote spelers zijn. Voor ons als auteurs heeft dat als voordeel dat de methodes – als ze eenmaal gaan lopen - daardoor hogere oplages kunnen bereiken. Tegelijkertijd zijn er kleinere spelers bijgekomen, die ook veel werk voor educatieve auteurs hebben.
‘Nieuw lesmateriaal ontwikkelen is ontzettend leuk’
Naar schatting telt Nederland nu rond de drieduizend educatieve auteurs. Daarvan werkt, denk ik, zo’n 60 procent ook als docent en die hoeft dus niet uitsluitend van het schrijven te leven.’
7. Heb je een gouden tip voor andere auteurs in jouw vakgebied?
‘Durf te kiezen voor wat je leuk vindt. Het maakt je happy om nee te zeggen tegen opdrachten waar je geen zin in hebt. Dat levert je tijd op en ruimte in je hoofd. Je kunt die energie steken in het binnenhalen van opdrachten die je wel liggen.
Een tweede tip: Zorg voor voldoende leuke dingen in je leven, maar ook: word lid van een belangenvereniging zoals de Auteursbond. Samen sta je sterker. Een keer in mijn carrière heb ik een conflict gehad met een uitgever en dan is het heel fijn als iemand je met raad en daad terzijde staat.
Er zijn mensen die de contributie van 186 euro per jaar te hoog vinden. Hen zou ik willen zeggen: zorg dat je een honorarium krijgt dat bij jouw kwaliteit past. De kosten voor het lidmaatschap zijn aftrekbaar en het kan je ontzettend veel opleveren. Al was het alleen maar het gezelschap van vakgenoten op de borrels of nieuwe inzichten, bijvoorbeeld via de workshops en webinars die we organiseren.’
Linda Huijsmans