De botte bijl en het auteursrecht
We hebben het misschien nauwelijks in de gaten, maar er worden grote veranderingen aangebracht in het nationale auteursrecht, terwijl onze gedachten even ergens anders zijn. Om maar eens flink veel onrust te stoken: sommige auteursrechtelijke wijsheden zijn geen auteursrechtelijke wijsheden meer, maar achterhaalde spinsels, vlot gepasseerde gedachten en soms zelfs nergens op slaande flauwekul.
En tegelijk is men een behoorlijk deel van het Nederlandse auteursrechtelijke stelsel met de botte bijl te lijf gegaan. Dingen zijn veranderd. Dingen worden veranderd. Het ene woord is het andere niet meer. Voorwaarden dienen in een samenhangend verband opnieuw te worden opgehangen.
Ondertekend door beide partijen
Neem maar eens een tamelijk nieuwe regel voor het geldig maken van exclusieve licenties. Vroeger volstond van de zijde van de maker (zeg de schrijver) een mondeling ‘ja, dat is goed,’ en dat in reactie op het voorstel van een exploitant (zeg de uitgever). Nu is zo’n reactie opeens onvoldoende geworden. Die nieuwe exclusieve licenties dienen schriftelijk door beide partijen ondertekend te zijn, willen ze van kracht (bindend) zijn. Een contract waar slechts één instemmende handtekening onder staat, is geen auteursrechtelijk valide overeenkomst meer. Volgens de nieuwe wetgeving moeten beide partijen (auteur en uitgever) hun schriftelijke instemming geven.
Dat wil dus zeggen dat voortaan beide belanghebbenden hun schriftelijke instemming moeten hebben gegeven. Dat maakt het instemmingsvereiste van een handtekening terecht veel duidelijker.
Het Contractenbureau
Bij audiovisuele overeenkomsten ligt dat weer een slag ingewikkelder. Het is vooral ook om de contractuele complicaties dat Lira sinds vele jaren geld heeft gestoken in een stichting die de auteurs behulpzaam wil zijn op het terrein van audiovisuele contracten. Dat betreft dus onder meer films, tv-drama en -series.
Die stichting is nauw verbonden met het Netwerk Scenarioschrijvers en heeft tot doel de contracten van audiovisuele auteurs te verduidelijken en vooral te verbeteren. Het Contractenbureau - zo heet deze ondersteunende organisatie - is gevestigd in het Van Deysselhuis in Amsterdam. Vanaf het begin mag ik mij er voorzitter van noemen.
Het Contractenbureau is geen literair agent. De stichting gaat dus niet op zoek naar werk voor de aangesloten auteur, maar ze steekt wel een helpende hand toe als er bij audiovisuele contracten onderhandeld moet worden.
Auteursbelangen dienen
Zonder voorafgaande kennis van zaken zou ik daar als auteur zelf niet snel aan beginnen. Je loopt al gauw de kans dat slechte audiovisuele contractgewoontes in de tekst hun plaatsje zoeken. Audiovisuele contracten vertonen nog altijd vreemde uitstulpingen en vaak zeer eenzijdige voorwaarden. Dat er iemand anders eens goed naar kijkt, iemand die speciaal de belangen van de auteur in de gaten houdt, lijkt me alleszins redelijk. Daarmee worden de belangen van de auteur gediend. Aan hem of haar wordt deskundige hulp ter beschikking gesteld in de strijd om te overleven. Want ondanks alle goede bedoelingen is dat nog vaak een zware strijd.
KH