editie 48 / september 2016

Lirafonds: Socugelden

De Stichting Literaire Rechten Auteurs (Lira) int en verdeelt voor auteurs en journalisten bestemde kabelgelden, thuiskopievergoedingen, leenrechtgelden, reprorechtgelden en andere soorten auteursrechtelijke gelden.

In de regel wordt op deze uit te keren gelden, naast een inhouding voor administratiekosten, niet meer dan 10% ingehouden ten behoeve van sociale en culturele doeleinden, ook wel aangeduid als zogeheten ‘socugelden’. Dat is in omvang één/derde minder dan de 15% die door het College van Toezicht Auteursrecht (CvTA) wordt toegestaan.

Sociale en culturele aanvragen

De Stichting Lirafonds beheert en verdeelt de ingehouden gelden die bestemd zijn voor sociale en culturele doelein­den. Het bestuur is identiek aan het Lira-bestuur. 

Uit de sociale gelden worden kosten bestreden die verbonden zijn met ondersteunde organisaties die struc­tu­reel of incidenteel algemene of specifieke belangen van schrijvers, vertalers, scenarioschrijvers en journalisten in hun beroepsuitoefening behartigen. Aanvragers zijn organisaties of instellingen – geen privépersonen – die aan belangenbeharti­ging doen of een duidelijk daarmee verbonden taak vervullen.

Over zogeheten sociale aanvragen wordt rechtstreeks door het bestuur van het Lirafonds besloten.

Culturele aanvragen dienen gericht te worden aan de adviescommissie van het Lirafondsbestuur. Die commissie bestaat in de regel uit drie externe deskundigen en twee leden van het Lirafondsbestuur. Er wordt in de regel vijf keer per jaar vergaderd. In het jaar 2016 wordt er nog vergaderd op donderdag 22 september 2016 en donderdag 1 december 2016. Mocht een vergadering op de geplande dag geen doorgang kunnen vinden, dan wordt in de regel alsnog een aantal dagen later vergaderd.

Aanvragen dienen uiterlijk drie weken voor de betreffende vergadering van de adviescommissie ten kantore van Lira in Hoofddorp te zijn ontvangen, in zesvoud, met een ingevuld aanvraagformulier, een beschrijving van het project, een duidelijke begroting en cv's van betrokken auteurs.

Het zij hier nog maar eens met nadruk gezegd: omdat het Lirafonds bij de culturele aanvragen veelal auteurshonoraria financieel ondersteunt, dienen deze op de begroting met naam en bedrag gespecificeerd voor te komen. Anders ontbreekt een subsidiabele post en pakt de aanvraag vrijwel zeker negatief uit.

Wie kunnen voor culturele bestemmingen subsidie aanvragen?

Ook al zijn de culturele gelden uiteindelijk veelal bestemd voor individuele personen. in het algemeen kunnen alleen rechtspersonen (verenigingen, stichtingen en soortgelijke ver­ban­­den) subsidie aanvragen uit de culturele gelden, geen individuele personen. De subsidies zijn veelal bestemd als bij­drage aan professionele auteursvergoedingen, zoals auteurshonoraria voor literaire manifes­taties, schrijfopdrachten, toneelvertalingen e.d. ten behoeve van incidentele projecten. Zij worden alleen gegeven ter dekking van een tekort op de begroting. Niet gehono­reerd worden aanvragen voor debutanten, amateur­producties en culturele vormingspro­jecten. Grote toneelgezelschappen worden geacht te putten uit hun eigen schrijversbudget.

Subsidies worden verleend in de vorm van een garantiesubsidie waarop eventueel een voorschot mogelijk is.

Nadere informatie over een en ander is te vinden op www.lira.nl/lirafonds en telefonisch te verkrijgen bij Bart Schomaker die het secretariaat over het Fonds voert: telefoon 023 870 0203 of per e-mail: bart.schomaker@cedar.nl.

KH