Berekening leenrechttarief per uitlening
Blijkens enkele reacties van leengeldontvangers was niet iedereen zich ervan bewust dat de uitkering van leenrechtgelden tot stand komt op grond van twee soorten gegevens: (1) het aantal uitleningen in de steekproef alsook (2) de officiële verkoopprijs van het uitgeleende werk. Dat is al heel lang zo. Omdat de leenmarkt als concurrerend met de koopmarkt gezien kan worden, wordt met deze formule uitdrukking gegeven aan gederfde economische waarde voor de schrijver. Lezers die het boek al via de bibliotheek hebben geleend, zijn immers minder geneigd het werk alsnog te kopen. Door de verkoopprijs mee te laten wegen in de bepaling van de hoogte van de leenrechtvergoeding wordt dus voor duurdere boeken een hogere leenrechtvergoeding berekend, omdat de schrijvers van deze boeken bij uitleen ook meer inkomsten mislopen.
Bij een databestand van grote omvang (het gaat hier om honderdduizenden titels) is honderd procent juistheid in de praktijk onhaalbaar. Van sommige boeken wordt door de dataleverancier geen prijs doorgegeven. Dat geldt meer voor oude werken dan voor nieuwe werken, want de aanleverkwaliteit is de afgelopen jaren sterk gestegen. Voor die boeken waarvan de prijs onbekend is, hebben wij de afgelopen tien jaar een gemiddelde boekprijs van € 16,73 gehanteerd. Voor boeken van voor 2006 is die gemiddelde boekprijs vastgesteld op € 11,34.
Uiteraard kunnen auteurs ons ook helpen de repartities zo rechtvaardig mogelijk te laten verlopen door data zo compleet mogelijk aan te leveren. Geef daarom bij opgave van werken gedetailleerd alle beschikbare gegevens op en controleer op de specificatie via de portal of alles op de juiste manier verwerkt is.
Boeken met bekende prijzen
Bij de boeken waarvan de prijs wel bekend is, geldt de prijs van het jaar van eerste verschijnen. Hier wordt pas van afgeweken op het moment dat een eventuele nieuwe uitgave ook vergezeld gaat van een nieuw ISBN-nummer. Logischerwijs zal dit ook gaan gelden voor de boeken waarbij we een gemiddelde boekenprijs hanteren. De gemiddelde boekprijs voor een individueel boek, wordt dus maar éénmaal geïndexeerd, namelijk aan de hand van de gemiddelde boekenprijs in het eerste jaar van uitgave.
Deze regeling voorkomt discussies over prijs met de individuele auteur, maar heeft wel als nadeel dat de gehanteerde prijs niet meer representatief is voor gederfde economische waarde. Een boek dat aangekocht wordt door een bibliotheek voor 11 euro, heeft een vrij lange uitleen-levensloop. Als in de winkel al enige tijd een nieuwe (en duurdere) uitgave ligt, wordt nog steeds de oudere uitgave geleend door een lezer, die vervolgens niet het nieuwere boek koopt (derving van inkomsten voor de schrijver). Vergoeding voor die derving vindt echter plaats op basis van de achterhaalde boekprijs.
Daarnaast gaat niet persé elke nieuwe uitgave vergezeld van een nieuw ISBN-nummer. Dus ook al koopt de bibliotheek de nieuwe – duurdere – uitgave aan, en wel zonder nieuw ISBN, dan zal vergoeding plaatsvinden op basis van de oude prijs.
KH