editie 12 / december 2003

Ondertitelaars en Lira

Ook ondertitelaars hebben in bepaalde gevallen recht op een vergoeding voor het hergebruik van hun werk. Zij dienen zich hiertoe aan te sluiten bij de Stichting LIRA (circa 150 van hen hebben dit inmiddels gedaan).

 LIRA keert kabelgeld uit voor werk dat wordt uitgezonden op Nederland 1, 2 en 3. Hierbij moet gedacht worden aan televisieseries, televisiefilms, toneelstukken, animatie (mits omroepproductie) en bioscoopfilms. Een bioscoopfilm die in opdracht van een publieke omroep wordt ondertiteld, wordt als een omroepproductie beschouwd. De publieke omroep heeft immers de ondertitelopdracht verstrekt. Ook voor werk dat wordt uitgezonden op de regionale publieke zenders wordt kabelgeld betaald; de vergoeding bedraagt 25% van die voor de landelijke zenders.

LIRA keert alleen uit (want incasseert alleen een vergoeding voor) ondertitelaars die op freelance basis hebben gewerkt. Er is dus geen aanspraak op een vergoeding voor werk gedaan in (vast) dienstverband, tenzij in de arbeidsovereenkomst een specifieke uitzondering is opgenomen.

Een ondertitelaar kan nog vanaf 1995 zijn werk opgeven. Dit geschiedt met behulp van opgaveformulieren of Excel-sheets. De vergoeding bedraagt 10% van het minutagebedrag dat LIRA als vergoeding hanteert voor literair en literair-dramatisch werk dat via de kabel wordt uitgezonden. Dit minutagebedrag - dat jaarlijks een zekere schommeling vertoont - bedroeg in 2002 ± € 10,--, zodat de vergoeding aan de ondertitelaar van een film van 1-uur circa € 90,-- beliep.

Thuiskopiegelden

Thuiskopiegelden keert LIRA uit voor literair-dramatisch werk uitgezonden op alle landelijk te ontvangen zenders, dus ook commerciële en buitenlandse zenders. De vergoeding voor thuiskopiëren (het hergebruik door consumenten met behulp van hun video- of andere recorder) bedraagt 10% van de videopuntwaarde. De uitkering van thuiskopiegelden vindt plaats met een aanzienlijke, deels structurele vertraging, die wordt veroorzaakt doordat LIRA voor de benodigde gegevens uit kijk- en luisteronderzoek aangewezen is op het Servicebureau Filmrechten. Zo zijn in 2002 pas de thuiskopiegelden over 1998 uitbetaald en zullen dit jaar 1999 en 2000 aan de beurt komen.

Ook voor de ondertiteling van journalistiek werk - nieuws, actualiteiten, documentaires - bestaat recht op een thuiskopievergoeding, maar deze wordt verstrekt door de Stichting Nieuwswaarde. Nieuwswaarde hanteert dezelfde percentages als LIRA: 25% voor regionale uitzendingen en 10% voor de ondertiteling.

Voor de volledigheid zij opgemerkt dat de VEVAM (Vereniging ter Exploitatie van Vertoningsrechten op Audiovisueel Materiaal) thuiskopiegelden uitkeert voor Amerikaanse en Japanse producties, en de stichting LIRA voor producties uit de overige landen. Maar aangezien VEVAM niet uitkeert aan ondertitelaars en LIRA toch de belangen van haar aangeslotenen wil behartigen, is er tussen LIRA en VEVAM een overeenkomst gesloten waarbij is afgesproken dat LIRA ook uitkeert aan ondertitelaars die vallen onder de VEVAM-producties. De helft van de aldus uitgekeerde gelden betaalt LIRA uit de eigen thuiskopiegelden, de andere helft wordt betaald uit een gemeenschappelijke LIRA-VEVAM-pot.

RV