editie 64 / november 2022

Het verdienmodel van ondertitelaar Mariëlle Steinpatz

We zien dagelijks het resultaat van hun inspanningen, maar wat weten we nou van het werk van ondertitelaars? Vertaler en ondertitelaar Mariëlle Steinpatz vertelt over haar verdienmodel en dat van haar collega’s.

Het verdienmodel van ondertitelaar Mariëlle Steinpatz

Mariëlle Steinpatz: ‘Ondertitels worden goed gelezen, maar weinig gewaardeerd’ / Foto: Olivier Ottow

1. Wat was je eerste (betaalde) schrijfopdracht?

‘Die kreeg ik een beetje per ongeluk. Nadat ik mijn studie Engels had afgerond, heb ik tientallen bedrijven een open sollicitatiebrief gestuurd. Een paar maanden later werd ik vanuit het niets gebeld door een ondertitelbedrijf. Omdat ze veel werk hadden voor UPC zochten ze ondertitelaars. Ze vroegen of ik interesse had.

Ik kreeg er een opleiding van zes weken en kreeg een jaar lang veel feedback en begeleiding. In die tijd leerde ik vooral om programma’s in goed Nederlands kort en bondig te ondertitelen. De taal moest eenvoudig zijn, zonder in jip-en-janneketaal te vervallen. Ik had er meteen plezier in. Na een jaar in loondienst ben ik als freelancer gaan werken, onder andere voor bedrijven met Net5 en SBS als klant, die toen net in Nederland actief werden.’

2. Waarmee zou je in een ideale wereld het liefst je hele inkomen verdienen?

‘In een ideale wereld zouden we genoeg tijd en geld krijgen om kwaliteit af te leveren.  In werkelijkheid is dat helaas steeds minder het geval. Nieuwe tools, zoals computervertalingen, worden vooral ingezet om de tarieven verder te drukken. Vertalingen worden daardoor vaak juist minder creatief. Ondertitelaars bieden graag echte boter, terwijl veel klanten al tevreden zijn met margarine.

De lastigste programma’s zijn die waarin veel medische of juridische termen gebruikt worden, of militaire rangen. Want hoe vertaal je bijvoorbeeld een specifiek amendment uit de Amerikaanse grondwet in het Nederlands als je geen tijd hebt om het uit te leggen? Zo kun je bij het fifth amendment vaak kort en bondig kiezen voor zwijgrecht. Het leuke van vertalen is om op zoek te gaan naar dat ene woord dat de betekenis precies vat. Daar is nu vaak nauwelijks tijd meer voor.’

3. Hoe ziet jouw verdienmodel er in werkelijkheid uit?

‘Dit jaar komt het grootste deel van mijn inkomen uit ondertitelen. Er is momenteel veel werk, doordat er nieuwe streamingdiensten op de Nederlandse markt actief zijn geworden, maar zodra hun vaste aanbod vertaald is, zal dat ook weer opdrogen.

We leveren graag echte boter, maar klanten zijn al blij met margarine

In het begin werden we per ondertitel betaald – de tekst die je in beeld ziet – maar inmiddels gaat het per programmaminuut. Dat is voor vertalers bijna altijd ongunstiger. In The Bold and the Beautiful, bijvoorbeeld, werd altijd veel en lang gezwegen. ‘Een Boldje doen’ was daardoor populair onder mijn collega’s. Maar zelfs in die serie zit nu veel meer tekst. Terwijl er steeds meer en steeds sneller gesproken wordt in films en series gaan onze tarieven niet omhoog. Tien jaar geleden kreeg je voor ondertiteling voor tv € 7,50 per programmaminuut, inmiddels is dat 7 euro.

Daarnaast vertaal ik af en toe kinder- en kookboeken en als bestuurslid van de Auteursbond krijg ik nog een klein beetje vacatiegeld voor de vergaderingen. O ja, en vorig jaar heb ik een grote klus gedaan voor een bedrijf dat iemand zocht die hun vertalers kon beoordelen. Dat was erg leuk omdat daarbij echt een beroep op mijn expertise werd gedaan.’

 

4. Kun je leven van de opbrengsten van je werk? 

‘Ik heb geen gezin, geen auto, geen hoge lasten en ja, daardoor kan ik leven van mijn werk, maar als vertaler zou je genoeg moeten kunnen verdienen om een gezin te onderhouden. Ongeacht of je er een hebt of niet.

We hebben als ondertitelaars wel eens uitgerekend dat we tien euro per programmaminuut zouden moeten verdienen om aan een modaal inkomen te komen. Dat was nog voor de inflatie omhoogschoot. Dit bedrag wordt zelden tot nooit betaald. Gunstige uitzondering in Europa zijn de Fransen. Daar zijn tarieven van boven de 10 euro per programmaminuut normaal. Daarnaast krijgen velen daar ook nog tienduizenden euro’s via de Franse equivalent van Lira. In Frankrijk dragen streamingsdiensten ook bij aan de vergoedingen van de auteursrechtenorganisatie. Dat is in de meeste andere Europese landen helaas nog niet zo.’

5. Wat was tot nu toe voor jou de beste investering in je vakmanschap? 

‘Mijn besluit bestuurslid te worden van de sectie Ondertitelaars bij de Auteursbond. Daarvoor moest ik enorm uit mijn comfortzone. Van nature ben ik introvert en nu moest ik spreken in het openbaar en interviews geven. Daar ben ik enorm door gegroeid. Ik praat nu veel gemakkelijker en ontmoet collega’s van over de hele wereld. Als thuiswerkende freelancer is dat een erg leuke aanvulling op mijn werk.

Een vertaler zou een gezin moeten kunnen onderhouden

Bovendien doen we erg ons best om invloed uit te oefenen en hopelijk de werkomstandigheden van ondertitelaars te verbeteren. Zo liep ik dit jaar rond op de IBC, een grote beurs waar veel mediabedrijven en ondertitelbedrijven aanwezig zijn, om te praten over hoe ontwikkelingen in ons vak, zoals computergestuurde vertalingen, voor ons uitpakken. Grote bedrijven weten niet altijd wat ondertitelaars bezighoudt en die gesprekken zijn ook voor hen vaak eyeopeners. Ook al verandert niet meteen van alles,  we proberen het gesprek wel op gang te houden.’

6. Biedt de Nederlandse context ondertitelaars voldoende middelen van bestaan?

‘Helaas niet. Een vertaler wordt steeds vaker als een machine gezien, in plaats van als een professional met een breed vocabulaire en een bijzonder goed taalgevoel. Bij de Auteursbond zijn we aan het nadenken of we een Keurmerk voor vertalers zouden kunnen invoeren. Ook bieden we workshops aan, waar we met collega’s over het vak kunnen praten en van elkaar kunnen leren. De opleiding en intensieve begeleiding die ik aan het begin van mijn carrière kreeg, vind je bijna nergens meer.

Tegelijkertijd zie ik dat vooral op de streamingplatforms in veel programma’s bijna alles wordt vertaald wat er wordt gezegd. Er wordt vaak maar weinig gecomprimeerd. Dat komt door pure onervarenheid. De kijker moet niet alleen maar aan het lezen zijn. Ik maak me daar echt zorgen over, maar misschien nog wel meer over het feit dat er bij die diensten niemand aan de bel trekt. Blijkbaar interesseert het ze totaal niet. Dat is toch bizar.’

7. Heb je een gouden tip voor andere vertalers?

‘Toen ik begon, waren de tarieven al gehalveerd vergeleken met een paar jaar eerder. Dat wist ik niet en dat had ik wel graag geweten, want dan had ik een idee gehad over wat een goed tarief is. Dus vertalers en ondertitelaars: verdiep je in je honorarium. Wat heb je minimaal nodig om niet alleen je boodschappen te doen, maar ook een pensioen op te bouwen en een arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten? Weet waar je recht op hebt, wat normale werkomstandigheden zijn, wat je kunt eisen en wat je kunt weigeren. Alleen dan kun je de afweging maken of je voor dat bedrag wilt werken of niet.

Er valt nog een hele hoop te verbeteren en blijven we ons inzetten voor betere tarieven, maar tegelijkertijd zou ik niet weten wat ik liever zou doen dan vertalen. Ik heb ontzettend mooi werk. Onze teksten worden heel goed gelezen, maar krijgen weinig waardering. En dat moet veranderen.’

Linda Huijsmans