Het verdienmodel van Michael Berg
Michael Berg is thrillerauteur. In 2013 won hij de Gouden Strop voor Nacht in Parijs en in 2021 verscheen zijn tiende boek, De Vermissing. In 2004 zegde hij zijn baan bij de publieke omroep op en vertrok naar Frankrijk om daar te gaan schrijven. Inmiddels woont hij weer in het zuiden van Limburg en vertelt of en hoe hij van het schrijven kan leven.
Michael Berg: ‘Iedere schrijver zou met een agent moeten werken’ | Foto: JW Kaldenbach
1. Wat was je eerste (betaalde) schrijfopdracht?
‘Ik heb lange tijd in vaste dienst van de RVU gewerkt, waar ik onder andere radiodocumentaires maakte maar ook een wekelijkse radiosoap schreef: de familie Draad. We namen de special effects op tijdens de opname. Toen we een strenge agent nodig hadden, hebben we de muziek zo hard gezet dat politie aanbelde en op barse toon vroeg: “Wat is hier aan de hand?” Waarop wij zeiden: “Bedankt, het staat er goed op”. In 1985 kreeg ik een opdracht van de AVRO om zowel tekst als muziek voor een hoorspel te schrijven. Het was een zeer goed betaalde klus. Toen heb ik twee maanden vrij genomen om in Griekenland te gaan schrijven. Dat was dus feitelijk mijn eerste betaalde schrijfopdracht.’
2. Waarmee zou je in een ideale wereld het liefst je hele inkomen verdienen?
‘Met een combinatie van alles wat ik leuk vind: boeken schrijven, dialogen bedenken, muziek componeren en ik droom er nog steeds van om eens een musical te schrijven. Ik blijf toch een omroepjongen met een hele brede interesse.’
3. Hoe ziet jouw verdienmodel er in werkelijkheid uit?
‘Toen ik stopte bij de omroep viel mijn inkomen weg. We verkochten ons huis in Nederland en gingen in ons tweede huis in Frankrijk wonen. Er was wat spaargeld en vanaf mijn zestigste kreeg ik een bescheiden prepensioen. Met € 10.000 per jaar konden we prima rondkomen. Inmiddels komt er geld binnen uit royalty’s, voorschotten en honoraria voor lezingen. Uitnodigingen van scholen krijgen mijn thrillercollega’s en ik weinig en dat is jammer. Tieners zijn geïnteresseerd in misdaad en ik denk oprecht dat wij ze aan het lezen kunnen krijgen.’
‘Het stoort me dat er bijna geen subsidies naar thrillerauteurs gaan’
4. Kun je leven van de opbrengsten van je werk?
‘Het gaat, maar houdt niet over. In combinatie met mijn prepensioen kan ik er min of meer van leven. Als ik uitsluitend van mijn schrijverschap zou moeten rondkomen, zou het karig worden. Het stoort me bijvoorbeeld dat er nauwelijks subsidies gegeven worden aan thrillerauteurs. Dat wordt blijkbaar niet als kunst gezien, of als ‘echte’ literatuur. Daar moet iets aan veranderen. Nu ik voorzitter ben van de Sectie Misdaadauteurs bij de Auteursbond kan ik er in elk geval over meepraten en hopelijk wat invloed uitoefenen. Daar staat tegenover dat in ons genre veel e-boeken verkocht worden en daarvoor krijg je als schrijver 25 procent van de netto verkoopprijs, tegen 10 procent bij een papieren exemplaar.
Het e-boek heeft veel voordelen. Het boek Nacht in Parijs, waarmee ik in 2013 de Gouden Strop won, is in het Engels vertaald en nu wereldwijd e-boek te koop. Als papieren boek zou het alleen maar liggen te verstoffen in een hoekje bij Amazon.’
5. Wat was tot nu toe voor jou de beste investering in je vakmanschap?
‘Het besluit om te stoppen met mijn baan en te gaan schrijven. Bij de omroep was ik per ongeluk een baasje geworden, een manager, en hield me met steeds minder leuke dingen bezig.
In mijn achterhoofd leefde al heel lang de wens om naar Frankrijk te verhuizen en ook om ooit een spannend boek te schrijven dus toen we dat besluit eenmaal genomen hadden, ben ik gaan zitten en begon te tikken. Dat viel vies tegen. Ik heb me regelmatig afgevraagd waar ik aan begonnen was. Niet alleen je inkomen valt weg als je je baan opzegt, je hele identiteit verdwijnt. Je bent niemand meer en dus voor veel mensen ook niet zo interessant. Gelukkig ben ik een goedgemutst persoon. Ik vond een uitgever en kreeg een hele kritische redacteur, die er gewoon vijf hoofdstukken uitsloopte. Nadat ik over mijn boosheid heen was, zag ik dat hij gelijk had. Het boek werd er veel beter door. Twee Zomers werd mijn debuut. Het vijfde boek dat we samen maakten, won uiteindelijk de Gouden Strop. Het bleek dus een vruchtbare samenwerking.
‘Tieners zijn geïnteresseerd in misdaad, wij kunnen ze aan het lezen krijgen’
6. Biedt de Nederlandse context thrillerschrijvers voldoende middelen van bestaan?
‘Absoluut niet. Uitgeverijen gaan er bijvoorbeeld van uit dat je als auteur gratis en voor niets je eigen pr verzorgt. Je reist op eigen kosten het land door om te signeren en interviews te geven. Daarom zou ik willen dat schrijvers met een impresario of een agent zouden werken. Dus met iemand die niet alleen je boek uitgeeft, maar veel breder kijkt naar de potentie van het verhaal en de auteur. Een goede schrijver is ook heel aantrekkelijk voor teams die scenario’s schrijven voor films of tv-series, bijvoorbeeld. Maar wie brengt beide partijen met elkaar in contact? Iedereen zou erbij gebaat zijn als de talenten van schrijvers beter benut zouden worden. Wij zijn verhalenvertellers, terwijl uitgeverijen alleen boeken verkopen. Denk breder, dan wordt het ook gemakkelijker om van het schrijven te kunnen leven.’
7. Heb je een gouden tip voor andere misdaadauteurs?
‘Denk goed na over je debuut. Aan die tip zou ik zelf veel gehad hebben. Bepaal je doelgroep en kies je hoofdpersoon zorgvuldig. Ik koos voor een vrouw als mijn belangrijkste personage omdat ik had gezien dat de bestsellers van dat moment dat allemaal hadden. Ik was een omroepman, ik was gewend om voor een groot publiek te werken, maar achteraf gezien is dat niet de juiste benadering geweest. Nu weet ik dat ik me meer senang had gevoeld bij een vijftigjarige man als hoofdpersoon. Een agent weet dat soort dingen.
Net zoals het belang van een goede schrijversnaam. Michael Berg is een veel voorkomende naam. Met een kleine aanpassing had ik er iets unieks van kunnen maken. Dat soort beslissingen neem je vaak zonder erover na te denken, maar ze zijn bepalend voor je hele verdere carrière.
Wees dus authentiek. Dat is iets anders dan origineel. Een moord is een moord en een thriller heeft spanning nodig, maar maak er wel je eigen verhaal van. Wees eigenwijs en vertrouw op jezelf en je eigen smaak. Ik dacht aanvankelijk alleen aan mijn publiek. Nu schrijf ik vooral mijn eigen verhaal. En met succes.’
Linda Huijsmans