editie 8 / september 2002

Lira's aangeslotenenvergadering 2002

De jaarlijkse aangeslotenenbijeenkomst van LIRA werd op 25 mei 2002 gehouden in het Okura Hotel. Vijfendertig aangeslotenen waren er aanwezig, van wie zesentwintig stemgerechtigd waren, zodat de vergadering statutair geldige besluiten kon nemen.

Vier geldstromen

LIRA’s voorzitter Kees Holierhoek gaf een terugblik op de activiteiten in het jaar 2001 en stond even stil bij het feit dat LIRA thans vier belangrijke geldstromen incasseert: kabelrechtgelden, thuiskopiegelden, leenrechtgelden en sinds kort ook reprorechtgelden.

Van die reprorechtgelden valt ook nog wel enige groei te verwachten, nu de Auteurswet zodanig is gewijzigd dat ook het bedrijfsleven binnenkort reprorechtgelden af zal gaan dragen. Tot nu toe bleef de incasso van reprorechtgelden, bedoeld als vergoeding voor het kopiëren op kopieerapparaten, altijd nog beperkt tot ministeries, scholen, bibliotheken, waterschappen en soortgelijke instellingen van algemeen belang. Recente wetgeving raakt echter het hele bedrijfsleven en zal, wellicht met enig rumoer, de incasso belangrijk doen stijgen.

 

Contactenbureau

Het Contractenbureau is sinds begin 2002 een feit. De Stichting LIRA heeft dit bureau samen met de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV)  opgericht om in eerste instantie scenarioschrijvers bij te staan in hun onderhandelingen met opdrachtgevers. Het Contractenbureau zal geen promotionele activiteiten ondernemen voor aangesloten auteurs. Dat wil zeggen: het zal geen werk van auteurs onder potentiële opdrachtgevers verspreiden om zo nieuwe opdrachten uit te lokken.. Het treedt alleen op als een auteur benaderd wordt voor een scenario-opdracht. Het is de bedoeling dat de werkzaamheden in de toekomst worden uitgebreid tot andere groepen van auteurs die lid zijn van de VSenV of aangesloten

bij LIRA. 

Mw. Susan Schaeffer is coördinator van het Contractenbureau. Zij wordt bijgestaan door twee juristen/advocaten en een administratieve afdeling. Het Contractenbureau is gevestigd te Hoofddorp ten kantore van Cedar. Het bestuur bestaat uit twee LIRA-vertegenwoordigers en één VSenV-vertegenwoordiger.

 

Fout in software

Bij de uitbetaling van de leenrechtgelden over het jaar 2001 moest geconstateerd worden dat er een fout in de software terecht was gekomen die er voorheen niet in zat. De berekening van de bedragen die werden uitgekeerd, was correct, maar sommige cijfers op de uitbetalings-specificaties waren dat niet. Het LIRA-bestuur en Cedar BV die in deze zaak afhankelijk waren van Buma’s automatiseringsafdeling, hebben de zaak ernstig opgenomen. Er is een onderzoek gedaan naar de oorzaak. Elke kans op een fout als deze dient immers in de toekomst vermeden te worden. De fout is gevonden en hersteld. Buma’s automatiseringsafdeling heeft verklaard dat er maatregelen zijn getroffen, waardoor een fout als deze niet meer voor kan komen.

 

Financiën

De kerncijfers van LIRA’s jaarrekening 2001, door de register-accountant gecontroleerd en goedgekeurd, laten zien dat de inkomsten door een geringere repartitie iets onder het niveau van het jaar 2000 uitgekomen zijn, maar dat overigens de stijgende lijn van eerdere jaren wordt voortgezet. Wel zijn de uitgaven belangrijk gestegen, maar dat lijkt een incidentele stijging te zijn, omdat in het jaar 2001 een aantal incidentele kosten ten laste van het resultaat zijn gebracht. Die stijging van lasten zit voor een groot deel in de post Overige Kosten. Onderdeel daarvan vormen onder meer een flink aantal ‘dubieuze debiteuren’. Het betreft hier onder meer oude claims op de publieke omroepen ter grootte van in totaal meer dan twee ton. LIRA’s directeur André Beemsterboer legde uit dat de juridische basis voor gerechtelijke stappen wellicht onvoldoende sterk zou zijn. Daarom is besloten deze vorderingen in één keer af te boeken.

 

Stuwmeer

Het belangrijkste financiële probleem dat LIRA heeft, is een luxe-probleem: het stuwmeer van gelden die nog niet aan leenrechthebbenden konden worden uitgekeerd. Die rechthebbenden zijn enerzijds Nederlandse, anderzijds buitenlandse auteurs. Bij de Nederlandse auteurs moet de oorzaak gezocht worden in het ontbreken van adres- en bankgegevens. Daar wordt nog steeds op allerlei manieren naarstig naar gezocht. Bij buitenlandse auteurs ligt het probleem in de relatie die LIRA aan moet gaan met buitenlandse organisaties.  Er zijn hoopgevende contacten met Engelse zusterorganisaties, contacten die 

wellicht ook zullen leiden tot betalingen, niet alleen aan Britse, maar ook aan bijvoorbeeld Amerikaanse auteurs. Bestaande relaties met Duitsland (VG Wort), België (SABAM) en Frankrijk (SOPHIA) worden voortgezet en verder ontwikkeld.

 

Bestuursverkiezingen

Nicolaas Matsier en Willem Capteyn worden door de vergadering unaniem tot bestuurslid van LIRA herkozen. Het bestuur ziet er nu als volgt uit: Kees Holierhoek (voorzitter), Willem Capteyn (vice-voorzitter), Rien Verhoef (penningmeester), Nelleke van Maaren (secretaris), Marjan Berk en Nicolaas Matsier (leden).

 

Digitenne in plaats van kabel?

LIRA’s directeur André Beemsterboer geeft een uiteenzetting over Digitenne. Digitenne is een digitale antenne is waarlangs straks 30 televisie- en 40 radiokanalen zijn te ontvangen. Digitenne-projecten lopen ook in Engeland, Duitsland en Spanje, al lopen die projecten niet overal helemaal naar wens. Digitenne is een goed alternatief voor de distributie van auteursrechtelijk beschermde werken via de kabel. En daar zit hem nu juist ook het probleem. 

Hoewel Digitenne-exploitanten heel veel gelijkenis vertonen met kabelexploitanten, vinden zijzelf dat ze met Digitenne geen nieuwe openbaarmaking leveren, maar daar slechts de infrastructuur voor leveren. Zij wijzen daarbij op de systematiek van Digitenne: de NOS is de feitelijke eigenaar van Digitenne en Multiplex faciliteert de eigenlijke uitzending. 

Daartegenover stelt LIRA dat het om een secundaire openbaarmaking gaat, net als bij de kabelexploitatie. Het alternatief lijkt voor de uitzendende instantie ook niet erg aantrekkelijk, omdat dan alsnog aanvullend met iedere rechthebbende op het uit te zenden werk separaat tot overeenstemming over deze andere exploitatievorm dient te worden gekomen. 

Het is niet onmogelijk dat de rechter, net als in de tijd van de kabelprocedures, ook ten aanzien van de Digitenne-doorgifte uiteindelijk zal moeten uitmaken of LIRA gelijk heeft. Tot die tijd gaat LIRA ervan uit dat Digitenne gewoon moet betalen voor secundaire openbaarmaking, met als aantrekkelijk gevolg dat een eventuele vervanging van een gedeelte van de  kabelverspreiding door een gedeeltelijke Digitenne-verspreiding financieel voor auteurs zo veel mogelijk zonder nadelige gevolgen zou blijven.

 

Leenrechtgelden

De voorzitter constateert dat de teruggang in de te verdelen leenrechtgelden vooral een gevolg lijkt van teruglopende aantallen boek-uitleningen. Deze dip is waarschijnlijk te wijten aan een aantal maatregelen die de bibliotheken, nu zij voor elke uitlening moeten betalen, zelf hebben genomen. In diverse bibliotheken beperken nieuwe regels het aantal boeken dat in één keer mee naar huis genomen mag worden.

De daling in het aantal uitleningen van boeken zal waarschijnlijk in samenwerking met het NBLC worden onderzocht. Een eerste onderzoek onder leners, uitgevoerd door het Bureau veldkamp, levert vrijwel geen klachten op over de hoogte van de uitleenprijs.

De afspraken met het NBLC, gemaakt in de Stichting Onderhandelingen Leenvergoedingen, zullen per 1januari 2005 resulteren in de prijs van een euro-dubbeltje per boekuitlening, nog te verhogen met de onderweg in dat tarief onder te brengen inflatie-correcties.

De daling in uitleningen lijkt inmiddels tot stilstand te zijn gekomen. Het aantal lijkt zich te stabiliseren op een niveau van ca.145-150 miljoen boekuitleningen per jaar, waar er voorheen sprake was van rond de 160 miljoen boekuitleningen.

 

Pensioenvoorzieningen 

Het LIRA-bestuur volgt met grote belangstelling de ombouw van de door Buma opgerichte Stichting Aena tot een algemeen beroepspensioenfonds voor diverse soorten zelfstandig werkzame kunstenaars. In eerste instantie worden in dat beroepspensioenfonds gelden gestort ten gunste van kunstenaars die van de nationale cultuurfondsen werkbeurzen en dergelijke ontvangen. De staatssecretaris van Cultuur en Media heeft daarvoor structureel 10% van de loonverwante componenten in die werkbeurzen en opdrachthonoraria als extra geld beschikbaar gesteld. Die 10% wordt door het ministerie van OCW op rekening van de verzekeraar Kunst & Cultuur gestort. Daarmee is het fundament voor een beroepspensioenfonds voor zelfstandige kunstenaars gelegd.

Dat pensioengebouw wacht op verdere uitbouw. Een volgende verdieping zal wellicht gebouwd gaan worden door de auteursrechtorganisaties. Buma heeft in dat verband besloten 3% van de socu-inhouding toe te voegen aan het pensioenfonds. Daar merkt de componist of tekstdichter niks van, want die gelden worden toch al op zijn inkomsten ingehouden. Wel wordt door deze lage toegangspremie tot het pensioenfonds tegelijk een volgende verdieping mogelijk, en wel op basis van eigen bijdragen van pensioenverzekerden. Onder gunstige fiscale voorwaarden kan de pensioenverzekerde door eigen bijdragen zijn pensioenuitkering op 65-jarige leeftijd positief beïnvloeden.

Het bestuur van LIRA zal zich na de zomervakantie gaan beraden of het voor auteurs die geld van LIRA ontvangen, gunstig is dit voorbeeld van Buma te volgen. Ook bij LIRA zullen individuele auteurs van een en ander financieel, dus in hun uitkeringen, niks merken.

 

BvdL/KH