Twee generaties schrijvers: Alma en Marita Mathijsen
Marita Mathijsen (80) is emeritus-hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en auteur van een groot aantal boeken en essays. Haar dochter Alma Mathijsen (39) is schrijfster van romans, novelles, essays en toneelstukken.
Beeld: Jitske Schols
Marita, zie jij jezelf meer als wetenschapper of (inmiddels) vooral als schrijver?
Marita: ‘Ik ben met emeritaat, en houd mij vooral nog bezig met schrijven. Ik ben geen fictieschrijver, maar ik stel wel hoge eisen aan de stijl die ik in mijn boeken gebruik. Die moet goed zijn en literair. Ik schrijf niet slechts feitelijk over de geschiedenis. Ik gebruik soms literaire technieken die de geschiedenis tot leven kunnen brengen. Voor mijn boek L, De lezer van de 19de eeuw liet ik een gefingeerde lezer uit die tijd reflecteren op de boeken die hij las. Het is fictie in dienst van de kennis van het verleden.’
Alma, waardoor ben jij gaan schrijven?
Alma: ‘Niet zozeer het schrijven, maar het verhalen vertellen zat er bij mij altijd al in. Ik verzon als kind vaak verhalen. Ik ben dyslectisch, had moeite lezen en schrijven, daarom dicteerde ik die verhalen aan mijn moeder. Zij schreef ze op.’
Marita: ‘Je vader (violist Hub Mathijsen, red.) deed dat ook. Hub is overleden toen Alma 9 jaar was, dus ze maakte daarvoor al die verhalen. Helaas is de computer waarop die verhalen stonden gecrasht, ze zijn niet bewaard gebleven. Iets ouder schreef je wel met gemak voor de schoolkrant.’
Alma: ‘Dat ging me goed af, we werden uitgeroepen tot de beste schoolkrant van Nederland. Samen met Fanny van de Reijt mocht ik daarna een wekelijkse pagina voor Het Parool maken.’
Alma, was je moeder een voorbeeld voor jou?
Alma: ‘Ik wist wel dat het bijzonder was dat zij hoogleraar was, maar zo keek ik niet naar haar. Ze was vooral mijn moeder. Het enige van wat ik me van haar schrijven herinner is dat ik in slaap viel bij het gezellige getik op haar computer. De schrijverswereld waarin zij zich begaf, vond ik vooral saai.’
‘Alma is niet snel tevreden. Ik ook niet in mijn eigen werk, maar tot versie 13 kom ik nooit.’
Marita: hoe vond je het dat Alma ook ging schrijven?
Marita: ‘Omdat lezen in het begin moeizaam ging, had ik nooit vermoed dat ze die richting in ging. Maar ik las en corrigeerde haar schoolkrantstukken en zag dat ze veel fantasie had. Alma dacht toen al in opvallend levendige beelden, koos mooie metaforen en bedacht grappige woorden. Iedereen kent het fenomeen van die sokken die als paar de wastrommel ingaan, maar er als enkeling uitkomen. Alma noemde zo’n sok een drenkeling.’
Alma: ‘Ze is nog steeds mijn eerste lezer en ook mijn corrector.’
Marita: ‘Ik kan dat goed scheiden, moeder zijn en corrector. Maar soms lees ik wel dingen waar ik verdrietig van word.’
Wanneer was dat bijvoorbeeld?
Marita: ‘Ze schreef voor de NRC een stuk over hoe ze op zestienjarige leeftijd werd verkracht. Daar wist ik niets van. Toen ze de eerste versie daarvan aan mij mailde stond erboven: ‘niet schrikken, mama’. Dat kwam hard binnen. Ook maakte het me verdrietig om te lezen hoe eenzaam ze was geweest na het overlijden van haar vader. Ik las dat in haar boek Bewaar de zomer. Ze beschreef bijvoorbeeld hoe zij zich, nadat ik haar had gevraagd om batterijen te lenen bij de buren, verstopte onder een struik en hevig moest huilen. Als er zelfs geen batterijen meer in huis waren, was leven zonder haar vader duidelijk onmogelijk.’
Alma, lees jij ook het werk van je moeder?
Alma: ‘Nee, daar schaam ik me wel voor.’
Marita: ‘Historische biografieën zijn gewoon niet jouw genre. Ik laat Alma wel altijd kijken naar een omslag, daar heeft ze een goed oog voor.’
Alma: ‘Ik heb alleen haar boek Seks in Limburg gelezen waarin zij vanuit haar literaire blik terugkijkt op haar jeugd in het Limburg van de jaren vijftig. Voor haar 80e verjaardag maakten we met wat vrienden een alternatieve Wikipedia-pagina over haar en daarvoor was ik op zoek naar weetjes over haar jeugd. Dit boek stond er bol van, heel handig.’
Waarin lijken jullie qua schrijvers op elkaar?
Alma: ‘Onze schrijfstijl is heel toegankelijk.’
Marita: ‘We zijn beide gericht op de muzikaliteit van de taal die we gebruiken. We lezen ook allebei hardop wat we hebben geschreven. Dan hoor je niet alleen die muzikaliteit van een zin, maar ook waar het hapert of niet klopt.’
‘We lezen allebei hardop wat we hebben geschreven. Dan hoor je niet alleen die muzikaliteit van een zin, maar ook waar het hapert of niet klopt.’
Alma, welke versie van een nieuw boek leg je aan Marita voor?
Alma: ‘De eerste, de tweede, de derde, tot en met de dertiende!’
Marita: ‘Alma is niet snel tevreden. Ik ook niet in mijn eigen werk, maar tot versie 13 kom ik nooit. Ze mag wel iets minder kritisch zijn. Ik kijk er ook nog met een scherp oog naar, lever genoeg commentaar.’
Alma: ‘En dat kan ik goed hebben, zij snapt ook goed wat ik probeer te doen. Maar ik neem niet alles over.’
In 2019 schreven jullie samen het essay van de Maand van de Geschiedenis. Hoe was dat samen schrijven?
Marita: ‘Het was een briefwisseling, dus we schreven niet echt samen. Maar ik vond het dolle pret.’
Alma: ‘Vond ik dat ook? Ik herinner me dat ik in een kasteel zat te schrijven en dat we elkaar mailden. En we hebben samen zitten redigeren.’
Marita: ‘We waren veel bezig met de taal. Alma was best woke, gebruikte allerlei woorden die ik niet kende, en de emoticon kwam op, ook iets totaal nieuws. Het leidde tot veel spannende discussies.’
Smaakte de samenwerking naar meer?
Marita en Alma tegelijk: ‘Nee!’
Alma: ‘Het is juist zo fijn dat je als schrijver met niemand rekening hoeft te houden.’
Marita: ‘Ja, dat herken ik wel. Dat gevoel heb ik ook sinds mijn pensionering, ik kan me nu veel meer vrijheden veroorloven dan toen ik nog aan de academie verbonden was. Maar, als het aan ons gevraagd wordt, wil ik best nog wel eens samen iets met haar doen.’
Marita Mathijsen (1944) is emeritus-hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, met als specialisme de Nederlandse literatuur en cultuur van de 19e eeuw in Nederland. Ze schreef meerdere boeken en essays over die periode. Met haar bundel De geest van de dichter won ze de Multatuliprijs. Haar biografie over Jacob van Lennep stond op de shortlist van de Biografieprijs 2017-2018 en op de longlist van de Geschiedenisprijs 2018. In november 2024 verschijnt haar biografie van Betje Wolff.
Alma Mathijsen (1984) studeerde beeld & taal aan de Gerrit Rietveldacademie. Ze schrijft romans, novelles, verhalen en toneelstukken en tevens columns voor diverse media. Haar roman Vergeet de meisjes stond op de shortlist van de BNG Bank Literatuurprijs, haar autobiografische roman Bewaar de zomer (2020) werd genomineerd voor de Libris Literatuurprijs. In mei 2024 kwam haar nieuwste roman Onderland uit, over een land dat zich alleen openbaart aan mensen die weten wat seksueel geweld is. In november verschijnt Bloedsinaasappel, een logboek over haar ervaringen op een vrachtschip.
Deirdre Enthoven