Het verdienmodel van Janneke Schotveld
Janneke Schotveld (1974) is schrijver van een groot aantal kinderboeken en werd vooral bekend door haar serie ‘Superjuffie’ waarvan het eerste deel in 2018 werd verfilmd. Dit jaar verscheen ‘Zoef!’, over een jongetje dat rouwt over zijn overleden hond en vervolgens allerlei avonturen beleeft. We stelden haar 7 vragen over haar verdienmodel.
Beeld: Keke Keukelaar
Wat was je eerste betaalde schrijfopdracht?
Toen ik in het speciaal onderwijs werkte kreeg ik op een dag een inspecteur langs die gefixeerd was op lijstjes, cijfers en mijn administratie. Ik schreef altijd al; brieven, dagboeken, korte verhalen, en gefrustreerd door deze man vervormde ik hem al schrijvend tot een personage. Het leidde tot mijn eerste boek: Villa Fien, in 2007. Het was geen werk in opdracht, maar wel mijn eerste geschreven werk waarmee ik geld verdiende. Niet veel hoor, maar ik kon ervan op vakantie.
Waarmee zou je in een ideale wereld het liefst je hele inkomen verdienen?
In de ogen van veel andere schrijvers zit ik in die ideale wereld: ik kan rondkomen van mijn royalty’s en optredens op scholen. Maar het voelt wel altijd breekbaar. Elk jaar denk ik: ga ik het dit jaar weer redden? Ik heb voor die onzekerheid gekozen. Maar in mijn ideale wereld zou het iets minder onzeker zijn. Ik zou kunnen leven van alleen de royalty’s en tijd overhouden voor een opvang voor verwaarloosde dieren.
‘In mijn ideale wereld zou ik kunnen leven van alleen de royalty’s en tijd overhouden voor een opvang voor verwaarloosde dieren.’
Uit welke bronnen komen je inkomsten?
Uit de royalty’s van mijn boeken, optredens op scholen via de Schrijverscentrale, leenrechtvergoeding voor uitgeleende boeken in de bibliotheek en af en toe uit een schrijfklus voor een krant of tijdschrift, maar dat gebeurt niet zo vaak. Superjuffie is verfilmd, maar wat dat mij opleverde viel eigenlijk wel een beetje tegen. Ook vertalingen van boeken leveren niet zoveel op, maar zijn natuurlijk wel heel leuk.
Hoe ziet jouw verdienmodel er vandaag de dag uit?
Ik schrijf vier dagen per week, met wisselend succes, maar ik ga altijd ’s morgens zitten. Op donderdag of vrijdag bezoek ik een school waar ik meestal voor drie groepen over mijn werk vertel en voorlees. Ik houd van autorijden en kom overal in het land. En zeker als de leerkracht veel met lezen heeft, en zijn klas een beetje voorbereidt, is het heel leuk. Het fijne is daarnaast dat als er in die vier dagen niet zoveel uit mijn pen is gekomen, ik door zo’n bezoek toch het gevoel heb iets nuttigs te hebben gedaan die week.
Wat was tot nu toe voor jou de beste investering in je vakmanschap?
Voor mijn boek Villa Fien kreeg ik de Hotze de Roosprijs, een prijs die jaarlijks aan een debuterende kinderboekenschrijver wordt uitgereikt. Van het prijzengeld heb ik een kniestoel gekocht. Die had ik eens gezien bij iemand en wilde ik graag hebben. Ik had en heb vaak last van mijn rug, maar op deze stoel kan ik lang zitten. Daarnaast is ook mijn MacBook een zeer goede investering geweest. En mijn hond: door hem kom ik af en toe van die stoel af.
‘De btw-verhoging is onbegrijpelijk en stemt mij somber. Ik blijf hopen dat dit gekke plan alsnog van tafel wordt geveegd.’
Biedt Nederland schrijvers voldoende middelen van bestaan?
Een lastige vraag. Maar één ding weet ik zeker: als de btw-verhoging van 9 naar 21% doorgaat, zeker niet. Het zal tot gevolg hebben dat de boekverkoop naar beneden gaat en schrijvers nog minder verdienen met een boek. Het huidige kabinet lijkt alle cultuur op een hoop te gooien en als luxe te zien, behalve opmerkelijk genoeg pretparken, kermissen en dierentuinen. Daarnaast is het leesniveau van kinderen al jaren een grote zorg, maar zal deze maatregel dat leesniveau alleen maar verder doen dalen. Het is onbegrijpelijk en stemt mij somber. Ik blijf hopen dat dit gekke plan alsnog van tafel wordt geveegd.
Heb je een gouden tip voor andere schrijvers?
Sluit je aan bij Lira en bij de Auteursbond! Schrijven wordt vaak gezien als een solitair beroep, maar je hoeft niet alles zelf uit te zoeken en op te lossen. Het is prettig om een beetje ingebed te zijn in de beroepsgroep en bijvoorbeeld iemand mee te laten kijken met een nieuw contract. Ik heb ook een clubje met andere schrijvers. We hebben een appgroep waarin we het bijvoorbeeld delen als we vastzitten in een verhaal of als we gedoe hebben met een uitgever. Met andere schrijvers heb je weinig woorden nodig om uit te leggen waar je mee zit.
Deirdre Enthoven